zondag 31 augustus 2008

Oproep aan dichters en kunstenaars: Dirty Mind

Hij komt weer langs op Huiverinkt, mijn favoriete purperen dwerg. En niet om even te bewijzen dat ondergetekende ondanks de lay-out van deze blog de funk van Prince prefereert boven alles wat eenzijdig donker en gothic klinkt. Neen.

Ik zal het kort houden. Lees dit eens. Het leek me onmogelijk, een dichter te vinden die naast een groot talent ook een zwak heeft voor Prince. Maar hij bestaat en heet Martijn Benders. Dat deze man een ijzersterk debuut de wereld instuurde, kan u binnenkort ook hier nalezen in mijn eerste echte poëzierecensie. Voorlopig trekt u het best naar de dichtstbijzijnde boekhandel en schaft u zich de bundel 'Karavanserai' aan.

Maar dat laatste geheel terzijde, alvast in deze post. Vindt u Dirty Mind een inspirerende plaat en denkt u over enig bovenmaats literair of ander talent te beschikken? Dan klikt u, nogmaals, hier (of hier).

donderdag 28 augustus 2008

Wie bent u?

M'n google-account vertelt me dat er ondertussen een dertigtal vaste bezoekers zijn (mensen die deze blog meerdere keren per week bezoeken). De helft hiervan identificeert zichzelf. Een kwart daarvan ken ik persoonlijk. En wat ik me nu afvroeg, de onzichtbaren, wat doen zij in het leven?

Ik plan geen plotse wendingen op deze blog, ik schrijf gewoon wat in me opkomt. Wil binnenkort graag wat poëzierecensies schrijven, voor het overige denk ik nooit in functie van de lezer. Noem het een zwakte, noem het een sterkte, noem het een kat. Wat sensatiebelust overkomt, is meestal niet meer dan een gevolg van ondoordachte impulsiviteit. Daar gaat het dus niet over.

Waarover dan wel? Ik ben benieuwd hoeveel mensen talen en/of literatuur studeerden. In welke mate valt dit echt onder de categorie 'litblog'? Of lezen ook meisjes uit cd-winkels deze blog?

Gewoon nieuwsgierigheid. Mea culpa !

x Marie

Twitter

De tafelpoot brokkelt,
het brood bakt aan,
ik speel dinsdag cricket.

Wat is het heerlijk
dat te kunnen melden.

En dat ik straks mijn regels krijg
is vast ook niet onbelangrijk.

woensdag 27 augustus 2008

Af en toe

citeren, dat mag wel...

"ça me fait peur, les gens prudents, les gens précautionneux, ils ont plus d'avenir que de présent, ils sont assis, ils se croient debout. C'est effrayant, non?" (J.Brel)

of hoe iets zo waar en tegelijk onzin kan zijn.

Wat u?

dinsdag 26 augustus 2008

Rilke

Ik zie doorgaans weinig reden om Duits te studeren. Het blijft, hoe belachelijk dat ook mag klinken, een taal met een bloederig smaakje aan. (Hier wil ik echt niet over discussiëren, u hebt toch gelijk). Ik vind het echter geen lelijke taal. Zeker geschreven ziet het er magistraal uit.

Er bestaat ongetwijfeld veel goede Duitse literatuur. Dat weet ik van horen zeggen, want afgezien van 'Het parfum' en 'De man zonder eigenschappen' las ik weinig vertalingen. Voorlopig dus geen Thomas Mann of Gunther Grass. Ik hou niet van vertalingen. Zeker niet van poëzie. Maar deze keer is het dus nodig. 'De Elegieën van Duino' van Rainer Maria Rilke vertaald door Atze van Wieren ligt/liggen al maanden in mijn bed (niet naast, da's voor mietjes). Een volwaardige recensie kan ik er niet van maken. Want voorlopig raakte ik niet verder dan de beknopte biografie en de eerste elegie. Een fragment:

'Echter, het is vreemd de aarde niet meer te bewonen,
amper geleerde gewoontes niet meer te beoefenen,
rozen, en andere eigen beloftevolle dingen
niet de zin van een menselijke toekomst te geven;
dat, wat men was in oneindig bange handen,
niet meer te zijn, en zelfs de eigen naam
weg te doen als een kapot stuk speelgoed.
Vreemd, wensen niet verder te wensen. Vreemd,
alles wat met elkaar te maken had zo los in de ruimte
te zien zweven. (...)'

Deze wondermooie orakeltaal leek me gisteren te steunen in de zoektocht naar een nieuwe baan. Laat ons hopen dat de dichter voor een keer gelijk heeft.

maandag 25 augustus 2008

poll 3bis

Het spijt me dat de nieuwe poll erg ongelukkig gekozen is. Even weinig inspiratie. Daarom een bis-poll, die ieder moment vervangen kan worden. Ik kom zo snel mogelijk met iets beters op de proppen.

brief aan Alex Callier

Beste Alex Callier

Proficiat. U bent mijn tweede onbekende proefkonijnlezer. Dat bent u niet graag: onbekend. Toch bent u het hier. Waarom ik u schrijf? Goh, niets erg. Een klein ergernisje. Over terechtwijzingen moet men even nadenken. Over gerichte vragen langer. Dus zie deze brief niet als een tik tegen uw wang, maar als een vraag aan uw adres.

Misschien verstond ik u verkeerd. Wat u grapt is van zo’n fijnzinnige bitterheid, dat de gemiddelde Vlaming niet meelacht. Ik was één van die Vlamingen die zaterdagavond naar het optreden van Hooverphonic op Feest in’t Park keek. Ik heb een doorsnee gezicht. Mijn ogen zijn leeg.

Over de muziek wil ik slechts één alinea schrijven. Op zich doen middelmatige optredens geen vlieg kwaad. Niemand zweeft, niemand stort neer. Behalve u. Dat Geike zich aan een versie van ‘2 Wicky’ waagde, wil ik haar vergeven. Geike is behoorlijk mooi, haar poppenwangen ogen eerlijk en kwetsbaar. Die hoeven geen tik te krijgen. Ze kan niet helpen dat de muziek beter was, toen uw groepje nog ‘Hoover’ heette. En bovendien is ‘Mad about you’ een absolute klepper. Live verloor het lied haar pluimen, maar zelfs dat verwijt ik Geike niet.

Niet de muziek, maar uw verbale uitlatingen tussendoor trokken mijn aandacht. Voor we hierop doorgaan, schetsen we even uw toeschouwers. Ze stonden als gehypnotiseerde kippen te luisteren. Misschien had u tijdens de eerste nummers gevraagd om niet enthousiast te worden. Die nummers hoorde ik niet, uw eventuele vraag dus evenmin. Hoe het ook zij, het was erg vreemd om te merken dat iedereen zo stil was. Ik telde met een vriendin de luttele hoofden die bewogen en we lachten. Toen danste ik, want zo slecht klonk het niet. Ik stak mijn handen heel even in de lucht.

Ik weet niet of u mij aansprak, toen u plots het volgende liedje opdroeg aan het meisje achteraan. Zij die niet begreep dat dansen tijdens uw optreden ongepast was. Het kan me niet schelen wie u aansprak. Maar wat ik u dus wou vragen. Mogen we echt niet dansen tijdens optredens van Hooverphonic? Wenst u zelfs in modderige tenten een serene sfeer te behouden? Tekent u voor een ernstige, cerebrale beleving van uw muziek? Laat het me even weten. Dan maak ik gratis een petitie. ‘Tegen het dansen op Hooverphonic’.

Met vriendelijke groeten

Marie

vrijdag 22 augustus 2008

Uitslag poll 3: de scherpste dichterspen


Nee. Laat het allemaal maar weggegaan zijn
uit mij, beeldspraak, betekenis. Ik blijf wel
achter. Taal, een lege zaal.
En ik degene die het licht uit doet.

H. De Coninck

Vooral het literaire werk eist hem op, en vereist, naar eigen zeggen, 'eenzaamheid'. Pessoa staat bekend als een "verkillende, lucide, sfynxachtig afwezige man" (Willemsen, 2000).

Ken me niet.
Zoek de grootste stip.

En roep me daar.
Slechts schijn zal ik zijn.

Een tovenaar,
Een schrijver.


Een dichter schrijft het scherpst in eenzaamheid.


(30/65 = 46%)

donderdag 21 augustus 2008

Brief aan het meisje uit de cd-winkel

Beste meisje uit de cd-winkel,

Je kent mij helemaal niet. Ik ken je maar een beetje. Of juister: ik ken je goed genoeg om je voor de gelegenheid even te misbruiken. Ik beloof je dat dit misbruik niet van die aard is dat ik onder je rokken kijk. Op dat vlak verschillen slapende meisjes en onbekende meisjes in winkels helemaal niets van elkaar.

Hoe deze tedere vorm van misbruik er dan wel uitziet? Het is eigenlijk heel eenvoudig. Ik schreef twee nachten geleden ook een brief, aan iemand die ik een jaar lang goed heb gekend. Heel goed. Toen hij plots verdween werd ik daar nogal droevig van. Maar dat kon ik hem niet zeggen, omdat hij immers verdwenen was. Nu is hij terug. Daar ben ik blij om, maar tegelijkertijd komt het gemis van acht jaar geleden terug naar boven.

Ik ben niet goed in mensen verliezen. Je kan zelfs stellen dat ik hier even onhandig in ben als wanneer ik door een drukke straat moet fietsen. Ik stop voor een oud dametje, maar we botsen toch omdat zij dacht dat ik door ging fietsen. Of ik probeer de ene fietser te ontwijken en raak hierbij een tweede. De hele dag kan ik me over zulke stomme dingen schuldig voelen.

Maar ik schrijf je dus gewoon een brief, omdat ik niet meer durf te schrijven aan mensen die mij kennen. Niet zozeer omdat ze dan foute dingen over mij zeggen. Maar vooral omdat ik meestal brieven schrijf als ik droevig of boos ben. Zulke brieven schrijf ik te vlug. En mensen waarvan ik écht hou, die krijgen helemaal nooit brieven van mij. Hen hou ik liever vast. Dan geloof ik echt dat ik nooit te hard zal knijpen.

Fiets jij ook? Of zit je achterop de brommer bij je vriendje, die jou binnenkort misschien te vroeg zwanger zal maken? Of haalde hij net zijn rijbewijs naast een diploma houtbewerking? Eigenlijk wil ik het in deze brief niet over fietsen hebben. Ik draai een beetje rond de pot, opdat jij me al wat kent wanneer ik mijn brief beëindig met wat ik je echt wil zeggen. Waarom ik je speciaal vind.

Merk je dat deze brief in een heel eenvoudige taal is opgesteld? Ik wil je niet als een kind behandelen, begrijp me niet verkeerd. Maar je lijkt me een meisje dat heel simpel leeft. Als je droevig bent, heb je maar de helft van de woorden om dit gevoel te uiten. Dan zeg je “hij heeft mij bedrogen” of “ik mag niet meer zoveel drinken, dan zeg ik domme dingen”. Ik heb veel meer woorden nodig als ik droevig ben. Ik denk niet dat ik daarom gelukkiger ben.

Ik weet een beetje hoe je eruit ziet. Je hebt vrouwelijke vormen. Zo zegt je vriendje het, als je ’s morgens wat beteuterd in de spiegel kijkt. De ex van je vriend noemt je een dik wijf. Ik hoef je niks te noemen, zo goed kennen we elkaar niet. Toen ik je vandaag zag in het winkeltje waar ik wat foute cd’s voor een zacht prijsje kocht (Rap Classics, vind je vast ook goed) droeg je een te spannende jeansbroek. Het soort broek dat jouw soort meisje al tien jaar lang draagt, of zelfs langer. Dat laatste weet ik zeker. Zo’n kleine tien jaar geleden was ik immers even oud als jij. En toen kende ik veel meisjes bij mij op school, die dat soort broeken droegen. Enkel die diamantjes in hartvorm op je kont zijn een nieuw verschijnsel. Op je profiel op Netlog heb je ook van die hartjes die fonkelen. Je kreeg zelfs een beertje van je beste vriendin. Hartjes en beertjes zijn leuk. Het is duidelijk wat ze willen zeggen.

Misschien is die beste vriendin wel de verkoopster van het winkeltje, dat hier verder geen naam krijgt. Het ligt in het centrum van Gent en je vindt er vooral verzamelcd’s. Je hebt er vast ook al cd’s gekocht. Want op je achttiende verjaardag geef je een feestje. Dan gaat Kevin draaien. Kevin is de vriend van je beste vriendin. Hij is eigenlijk geen dj en heeft net als jij geen computer. Maar Kevin heeft jou ook graag. Dus wil hij best plaatjes draaien. Daarna mag hij je misschien kussen, stiekem. Je beste vriendin verdient dat. Zij heeft al eens heel opzichtig haar tattoo getoond aan je vriendje, terwijl ze zelf best goed weet dat ze een plattere buik heeft dan jij. Dat was heel ijdel van haar, jij plaatst het onder ‘egoïsme’. Dat woord heb je dit jaar veel gebruikt. Je vindt veel mensen ‘egoïstisch’.

Maar we dwalen af. Je weet nog altijd niet waarom ik je nu een brief schrijf. Wel, ik zal het je verklappen. Weet je waarom ik denk dat jij geen computer hebt? Omdat je een vraag stelde die enkel mensen stellen die nog nooit van Google gehoord hebben.

Toen de verkoopster van het winkeltje, die misschien wel je beste vriendin is en Bianca heet, je vroeg of je Natalie al gezien had, vroeg je verbaasd waarom. “Wel,” zei ze, “Nat heeft voor jou uit Spanje postkaartjes meegebracht, met die schilderijen op van je lievelingsschilder, hoe heet hij ook weer?” “Dáli,” riep je toen blij uit. Speciaal voor mij legde je het accent fout. Dat doen wel meer mensen. Dat maakt jou niet speciaal, hooguit wat schattiger. Weet je wat jou wel speciaal maakt? Dat je denkt dat niemand die schilder kent, en dat je enkel in Madrid zijn kaartjes kan kopen.

Dat is niet erg hoor. Net dat maakte me zo blij, dat ik besloot te zwijgen en je vanavond gewoon een brief te schrijven. Ik ben een beetje jaloers op jou. Niet enkel omdat ik soms maar zoveel woorden wil kennen als jij. Maar ook omdat ik graag zulke ontdekkingen doe. Een schilder die niemand in je omgeving kent of een draaischelpje aan de Belgische kust. Het klopt niet helemaal, daar zo’n schepje vinden. Maar je bent blij dat je het gevonden hebt. En je gelooft dat niemand anders dat schelpje gevonden heeft. Dat klopt wel. Andere mensen vonden vast gelijkaardige schepjes, maar niemand vond het jouwe.

Wees er voorzichtig mee, met de dingen die je onderweg vindt. Ga nooit te bruusk zitten. En als je mij een brief terug schrijft, doe dat dan heel eenvoudig. Dan zal ik je herkennen. Steek desnoods een glinsterend berenkaartje in de envelop. Maar schrijf me alsjeblieft.

Lieve kus,
Marie

woensdag 20 augustus 2008

Beste lezer

De show is even over. Soms lopen dingen anders dan je verwachtte, soms is je verdiende loon een beetje moeilijk om te slikken. Nog nooit was mijn bezoekersaantal zo hoog als gisteren. Nog nooit kwamen er in vergelijking zo weinig reacties. Blijkbaar schrikken jullie hier van. Het is te intiem, de openbaarheid ervan is schokkend. Etc. Ik weet niet wat ik er in u plaats van zou denken. Maar ik zou er minstens het mijne van denken.

Ik heb hier de laatste dagen veel over nagedacht en vind openbare brieven een interessant gegeven. Ik geloof zelfs dat ze een erg louterende functie kunnen hebben voor zij die meelezen. Omdat we sowieso weinig moeite doen om echt naar elkaar te luisteren en ons antwoord zorgvuldig te formuleren. Wie elkaar een persoonlijke brief schrijft, geeft sowieso om elkaar. Op welke manier dan ook. Maar ik ben te kwetsbaar hiervoor, toch nu. En de andere misschien ook, al reageerde hij in dit geval heel moedig.

De grenzen van een blog aftasten is niet gemakkelijk. Mensen vragen me waarom ik geen foto plaats. Wel, dat is vooral omdat ik de tekst centraal wil laten staan. Ik hoef jullie niet mee te laten kijken in mijn emotionele en huis-, tuin- en keukenhuishouding. Wat jullie zien is immers maar een tipje van de sluier. Daarnaast wijk ik vaak af van de werkelijkheid, vergroot ik bepaalde gevoelens uit. Daar is op zich niets mis mee, dat doet iedereen die schrijft. Maar in brieven is het soms wel gevaarlijk.

Enfin, de brief verdwijnt. En met de brief ook de reactie. In tijden van solliciteren vind ik dit een verstandige keuze, al doe ik het met lichte pijn in het hart. Maar dit blijft het internet. Hier blijf je mijn naam vinden. Dit kan iedereen lezen. En daar voel ik me klein bij.

Lieve groetjes
Marie

maandag 18 augustus 2008

Ouders: een worst case scenario

Honden breken door de gevels.
Binnen is het stil geworden.
Gedachten zijn gespierd.
Maar zonder vlees trekt alles krom.

Ze schuilen huis in het verleden.
Ze drukken botten op elkaar.
Vinnen waarmee ze zich traag voortbewegen.
Niemand doodt de muggen op de muur.

Vergeven teder? Dat is niet waar
of kan niet zijn. Het gaat door.
Ze vragen niets en praten raak.

Waar de brand begon?
Of hij eindigt evenmin.



In het laatste uur van de schrijfcursus pende iedereen drie zinnen op papieren strookjes. Deze werden in het midden van de kamer gelegd. Toen vlogen we -als bijna getemde beesten- naar het papier. Onze hoofden botsten net niet. We kozen er elk opnieuw drie. Na het wroeten kwam het kneden: 'schrijf hiermee een gedicht of minstens een schets'.

'Het huwelijk' van Willem Elsschot indachtig schreef ik iets over ruzie die blijft duren.

Eén zin was echter zo ontzettend mooi, dat ik hem bij de rechtmatige eigenaar laat. Dit moet u absoluut eens lezen. Hier blijf ik met mijn vuile poten af.

Versie twee voelt niet als de laatste (What's new?). Maar wie regels stelt, mag ze zeker zelf doorbreken. Dus toch nog een gedicht. Of zoiets. Ha.

donderdag 14 augustus 2008

Moleskine

"Jij hebt toch zeker een pen bij?" Op deze vraag moet ik meestal ontkennend antwoorden. Schrijven doe ik het liefst op computer en daarom ben ik het meisje dat twee minuten voor de trein vertrekt nog op zoek gaat naar een pen.

Zo kon het niet verder. Het zit zo: de laatste tijd ben ik niet zo gek op mijn gedichten. Ze doen plots zo zwaar aan. En sinds een goede vriend me er attent op maakte dat ze vaak in hetzelfde staccato een weg naar het brein van de lezer zoeken, besloot ik om al die zware beelden even te laten voor wat ze zijn. Gewoon een beetje schrijven, dat lijkt me leuk. Ik loop natuurlijk het risico om te vervallen in de alledaagsheid waar ik andere bloggers van beticht, maar dat moet dan maar. Even terug leren ademen, zo lijkt het wel.

Maar wie wat eenvoudiger wil schrijven, heeft natuurlijk een notitieboekje nodig. Aangezien ik deze week in Amsterdam ben en bovendien overdag alleen ben, leek het me gisteren een mooie queeste om op zoek te gaan naar een notitieboekje. De pen stak ik alvast in mijn handtas. Opgewonden nam ik tram 1 van de Overtoom naar het centrum en luisterde naar de andere passagiers. Een blonde jongen van een jaar of 12 zei tegen zijn vriendje "Ik hou niet van verdriet". Misschien heb ik dit verzonnen. En zelfs als dat laatste niet zo is, dan blijft het natuurlijk een droevige waarheid waaruit weinig poëzie te halen valt.

Goed, na de lunch (waarom gaan achter de lekkerste namen vieze dingen schuil? hoe onthoud ik dat ik gorgonzola echt niet lust?) bezocht ik enkele boekenwinkeltjes, verwonderde me over het heksenweer en verschenen op drie uur tijd twee regenbogen voor mijn neus. Een origineel notitieboekje heb ik niet gevonden. Dus deed ik het op z'n allerbanaalst. In boekhandel Athenaeum op het Spui een Moleskine kopen, kan het erger? Gelukkig is het er per ongeluk één met ruitjes.

Hoe het ook zij, een dag later ziet het boekje er al behoorlijk beduimeld en toch nog te maagdelijk uit. Misschien keer ik als ik terug in België ben wel weer terug naar de gedichten. Voorlopig moet u het hiermee doen.

En btw, ik hou van Amsterdam. Maar niet van Moleskine. Of gorgonzola. Op een schone tafel kan men niet schrijven.

maandag 11 augustus 2008

De stand van zaken: onderweg

Kent u het gevoel? U zet een paar gedachten op papier of krijgt een geniale inval die zelfs na het uitzingen van de kater behoorlijk scherp blijft? Daarna kijkt u verweesd op, nog lichtjes euforisch over wat u net de juiste woorden wist mee te geven... En dan blijkt de helft van de wereld net hetzelfde gedaan te hebben.

Nadat ik mijn tekstje 'Met meisjes in bed' geschreven had, vond ik wel drie Nederlandstalige blogposts over onderwerpen die over slapen of dromen gaan. Tot daar nog aan toe. De slaap is een intrigerende toestand. Wanneer we denken hierover het laatste zinnige woord te hebben geschreven, volgt er weer een nacht met nieuwe dromen of een nachtmerrie die je nog vier dagen lang naar het kompas in je binnenkamer laat zoeken. Erg verwonderlijk is het niet, dat meerdere bloggers tegelijkertijd hetzelfde onderwerp aansnijden.

Maar wat denkt u hier van? Ik nam eergisteren de trein naar Amsterdam. Omdat ik die dag wel vijf uur vlooien had belaagd met de meest giftige spuitbussen, was ik een beetje moe. En ik slaagde er voor de eerste keer in daadwerkelijk in slaap te vallen op de trein. Niet zo'n beetje dommelen, nee, echt slapen, zonder stemmen van buitenaf en met dromen erbij.

Plots tikte de conducteur op mijn schouder. Met Hollandse tongval zei hij zacht maar dwingend: "Wakker worden, juffrouw." Ik schrok op, veegde verlegen wat kwijl uit mijn mondhoek en begon ongericht te rommelen in mijn handtas. Na wat een eeuwigheid leek, vond ik het ticket, dat ik meteen weer uit mijn handen liet glippen. Toen ik onder de stoelen dook, verontschuldigde ik me meermaals over het feit dat ik in slaap was gevallen. Dit was me nog nooit overkomen !

"Juffrouw", antwoordde de conducteur, "kalmeer maar, u deed niets verkeerd. Ik zou me moeten verontschuldigen. Mensen wakker maken hoort bij deze baan. Wanneer het een man is die ik uit dromenland moet halen, geniet ik er zelfs van. Maar meisjes uit hun slaap halen, dat voelt na al die jaren nog steeds even vreselijk. Droomt u alsjeblieft nog zacht."

maandag 4 augustus 2008

Ne nacht: tijd tussen zonsondergang en zonsopgang

Achter deze blog gaat een streber schuil die zeer uitgesproken houdt van kleine gelijkjes. Als zesjarige vond zij het heerlijk om schoolboekjes te maken voor de dommere of jongere kindjes die kwamen spelen. Deze schriftjes waren ambitieus. Ze bevatten alles: aardrijkskundige vragen, rekensommen en uiteraard veel taaloefeningetjes. Wanneer zij iets niet weet (de beginzin van een gedicht, het jaar waarin Mussolini stierf) dat voordien wel geweten was, rent ze zo snel mogelijk naar een computer met internetverbinding. Sowieso. Of ze alleen is of in groep maakt weinig uit.

Af en toe vergist ze zich behoorlijk. Soms wordt haar opgestoken vingertje eraf gebeten/er afgebeten*. Zo zag ze vorige winter in een Amsterdamse schouwburg een leuke one-woman-show. En hoewel deze show haar kon bekoren, kon ze het niet nalaten om de jonge actrice nadien op Myspace te contacteren. Deze had immers een taalfout gemaakt die ze wel tien keer herhaalde in een voor het overige zeer acceptabel liedje. Ze zong over 'de haar op je lul'. Enfin, dat dacht Mevrouw Huiverinkt, dat die actrice een fout maakte. Ze dacht echter zelf fout en zakte bijna net zo diep door de grond als toen er een dt-fout in de verbetering van een boekbespreking bleek te zitten. 'Vree schaamlijk', zoals men in Gent placht te zeggen.

Maar vandaag heeft haar debiel brein helemaal gelijk. Op de voorbije schrijfworkshop beweerde zij als enige dat de nacht mannelijk is. Hier bestaat een goede argumentatie voor. Antwerpenaren weten namelijk welke woorden mannelijk zijn. Enkel voor mannelijke woorden als 'stoel' of 'oven' kan je 'ne' of 'nen' zetten. Op de Gentse universiteit is dit zowat het enige compliment dat neerlandici over hebben voor het moederdialect van bovengemelde. Oost- en West-Vlamingen zijn geen meesters in het gebruik van 'ne' en 'nen'. Toen een West-Vlaamse studente het muiskaartje bekeek, dat de klankverschuivingen illustreerde, probeerde ze pienter 'Bij jullie ist ne moas, ni?' Euhm, nee.

Een muis is vrouwelijk, ne nacht is mannelijk. Uiteraard staat dat in Vandale. Net als nen dag. Mannen nemen veel tijd in beslag.

Mocht één of andere verdwaalde Germanist(e) of taalgeliefde nu nog uitleggen wat bepalend is voor het gebruik van 'ne' of 'nen'... Dat zou fantastisch zijn. Het heeft vast iets te maken met plosieven en klinkers in het substantief. Misschien ook niet. Slimme lezer of lurker; reageer ! U mag meteen twee treden hoger staan.

x

* Grif toegegeven: no idea. Kunnen beide ?

betweterige groet,
M

zondag 3 augustus 2008

Met meisjes in bed

Met meisjes kan ik niet vrijen. Slapen echter, vind ik heerlijk. Meisjes slapen doorgaans licht. Achter de opflikkerende oogleden lijken mooiere dromen te huizen dan bij snurkende jongens of mannen. Zelfs wanneer zo’n meisje overdag vrouw genoemd wordt, blijft ze in haar slaap een meisje. Haar bewegingen net zo traag en loom als haar naam. Haar huid ruikt zoet. Ik sliep deze maand al een paar keer met een meisje. Even praten, het obligate kusje op de wang. Vederlicht liefst. Anders kan ik niet slapen.

Wees gerust, ik ruik niet aan hun haar als ze slapen, die meisjes. Ik hou hun hand niet vast, tenzij ze daarom vragen. Ik til geen nachtkleedjes op, ik ruk hen niet uit hun dromen. Maar soms zit ik een minuutje recht in bed en kijk ik even. Niet echt, want zonder lenzen zie ik niets. Maar wel in mijn verbeelding.

Ondermeer daarom ben ik zo blij met mijn vriendje. Overdag is hij een man. Reken maar. Maar hij slaapt als een meisje. Blond en kwetsbaar, zonder geluid. Zelfs wanneer hij dronken is gromt hij hoogstens even. Ongevaarlijk hoor. Ik slaap heerlijk bij hem.

En wat het fijne is? Bij hem mag ik mijn neus wel tussen zijn schouderbladen drukken. 's Morgens tel ik zijn sproeten om zeker te weten dat hij 's nachts niet veranderd is. Daar is niets raars aan. Dat is gewoon liefde.

x

ps Met mijn ene grootmoeder, de ondoorgrondelijke, deelde ik enkele jaren geleden een keer het bed tijdens een familieweekend in de Ardennen. Dat was voor ze helemaal dement werd. Ze nam mijn hand vast, voor het eerst denk ik. En hoewel ze toen al tachtig was, leek ze die nacht ook een meisje.

Schrijfworkshop voor gevorderde proefkonijnen

Buiten zijn er straatfeesten en een rommelmarkt aan de gang. De bewoners van de visstraten in Gent doen op dit moment hun uiterste best om hun kraampje droog te houden. Erg veel zin om naar buiten te gaan heb ik niet. In dit huis ontbreken geen strips of kandelaars. Ze zijn eenvoudigweg niet nodig. ‘Gloria’ schalt uit de boxen en ik vervloek nogmaals de regen. Ik wil nog even zon.

Regent het vandaag expres? Opdat ik in mijn huisje blijf en schrijf over de tweedaagse schrijfworkshop die Xavier Roelens de voorbije twee dagen in het Poëziecentrum in Gent organiseerde. ‘Schrijfworkshop voor gevorderde proefkonijnen’ prijkt bovenaan op het evaluatieformulier, dat ik daarnet meteen invulde. Anders komt het er nooit meer van. Dat is het zwaard van Damokles dat boven mijn schrijven hangt. Inkt moet op tijd gebruikt worden, want oude inkt verliest haar huiver.

Daarom besloot ik om deel te nemen aan een schrijfworkshop. Om simpelweg gedwongen te worden om twee dagen heel intensief te schrijven. Dat is alvast goed gelukt: we haalden zo’n zeven uur per dag inspiratie op, goten die inspiratie in een pasvorm, luisterden, lazen, schaafden bij, schreven opnieuw. En op het einde was er wijn en bier om dit alles door te spoelen. We sloten af in ‘het Volkshuis’ in Gent. Het perfecte café voor schrijvers met een zwak voor Vlaamse verhalen. Werkelijk alle Gentse drama’s lijken daar hun begin of einde te kennen.

De reden om deel te nemen was niet enkel het schrijven zelf. Dat ik over een bovengemiddeld talent voor het hanteren van het klavier en de pen beschik, is wat mij betreft al een tijdje duidelijk. Maar dat dit talent nog steeds op zoek is naar een serie gepaste keurslijven waaruit ik af en toe rebellerend breken kan, is evengoed zo klaar als water. Ik geloofde niet dat in een tweedaagse workshop meteen de vinger op de wonde gelegd kan worden. Dit ongeloof is niet honderdtachtig graden gedraaid, al was de analyse van mijn teksten door Xavier behoorlijk gefundeerd. Ook Begga, een jeugdboekenschrijfster die als enige mijn vooraf geschreven teksten beoordeelde, duidde aan wat ik op voorhand reeds aanvoelde, maar zelf niet goed onder woorden kan brengen, laat staan zomaar veranderen. Qua persoonlijke kritiek zat het dus meer dan goed.

De derde reden om me in te schrijven, was om te luisteren. Naar anderen, die eveneens over een bovengemiddeld talent voor de pen beschikken en vaak heel wat meer pluimen op hun palamares hebben staan. Xavier beschikt naast een algemene passie over de poëzie over een eigen bundel. Olaf Risee deelt dit enthousiasme en is redacteur van In Letterland. Bovendien schreef hij de mooiste zin tijdens de workshop. Ik zal hem niet verklappen, hopelijk doet hij dat zelf ooit. Begga bracht bij Clavis het boek ‘Blauwe Matrozen’ uit. Anna Vandesompele trad reeds op ‘De Nachten’ op en vindt steeds eenvoudige, mooie woorden voor wat ik veel te complex tracht neer te schrijven. En dan had je de architect Arnoud Rigter en Lies Van Gasse, beiden begiftigd met een hele reeks talenten. Ann Van Dessel schrijft het liefst voor zichzelf maar beschikt over een prachtige stem en uit haar pen kruimelden soms heel mooie woorden. De Turkse Yildiz gaat speels om met een taal die niet haar eerste is. En dan had je nog Bart en Jan; twee jongemannen waarmee ik minder praatte, maar naar wie ik evenzeer aandachtig luisterde. Ik stond vaak versteld van het algemene niveau. Al hadden we allemaal een andere stijl, elk individu beschikte over de kunst om taal los te weken van het algemeen gangbare.

Ik sta tegenover veel zaken skeptisch. Deze schrijfworkshop, Barack Obama, een pak melk dat al vijf dagen geopend is, een nieuw lief. Wat verstand en aangescherpte zintuigen helpen meestal wel om tot een conclusie te komen. In dit geval is het eindoordeel uitermate positief. Sorry dat dit verslag alweer nergens naartoe leidt. Wijt het aan de vermoeidheid, aan ‘het Volkshuis’, aan het feit dat ik twee dagen heel veel geschreven heb. En onthoud dat ik het inspirerend vond. Dat ik heel leuke mensen heb leren kennen. Dat ik Xavier ook via deze weg nogmaals wil bedanken. x

Populaire berichten