zondag 22 januari 2017

Nog een brief aan papa (bijna vier jaar later)



Dag lieve papa,

Deze woorden tik ik in een Limburgs klankbad, de troubadour tokkelt op zijn gitaar, Frank zingt mee in zijn taaltje van acht kilometer verderop en steekt ondertussen kaarsjes aan. Ik schrijf je deze brief slechts een uur voor de vijftien gasten aankomen, want ik moest echt even wat nieuwe woorden schrijven. Moedeloosheid bekroop me daarnet, toen ik digitaal door mijn oeuvre van de laatste tien jaar bladerde, een samengeraapte verzameling teksten waarvan het merendeel in vergeten mapjes belandde en een fractie steeds opnieuw voorgelezen wordt. Weinig hoort nog echt bij mij, bij wie ik nu ben, papa.

En als ik dit zo opschrijf, besef ik dat ik voor het eerst sinds je dood vier jaar geleden echt aan een nieuw hoofdstuk ben begonnen. Terwijl miljoenen mensen ter wereld zich verenigen in de Women's Marches, kijk ik dankbaar om me heen, naar de tastbare gebaren van liefde die in mijn leven kwamen van zodra ik écht besefte dat feminisme bij de eigen haard begint. Ik begon met het trekken van grenzen naar anderen die me vanuit onvermogen niet zien of respecteren, grenzen die al jarenlang in krijtlijnen om mee heen stonden, maar nog nooit eerder rechtlijnig voor zichzelf spraken. En van zodra ik dat deed, werd ik ten dans gevraagd door de meest daadkrachtige, liefdevolle feminist die ik ooit ontmoette. Zijn twee ranke puberdochters kwamen als extra verwarmend zonlicht met hem mee. Ik kan niet anders dan zelf stralen, hier wordt duistere zwaarte als vanzelf aan de winteravond gegeven.

Ik verhuis binnenkort naar dit Haarlemse huis, papa, van zodra er een extra verdieping is gebouwd, en dat dat zo snel gebeurt, voelt helemaal niet gek. Het voelt nu al als thuis, dit huis, al vergis ik me nog van keukenlade en heeft mijn verwarde hoofd nog niet alle lichtschakelaars en stopcontacten in kaart, mijn hart heeft zich hier al bij de eerste kennismaking genesteld onder een dekentje, met een kruik en warme kop thee binnen handbereik. Nee, de moedeloosheid die ik daarnet voelde toen ik naar geschikte teksten voor vanavond zocht, is niet de emotie die bij 21 januari 2017 past.

Ik volg liever de rode lijnen in de oude woorden, van geloof, hoop en liefde, woorden die me traag maar gestaag leidden naar zelfrespect, en dan verder, naar de wederzijdse liefde die deze avond vormgaf. Ze gaan nog veel verder, die lijnen, tot aan grillige rotskusten op Griekse eilanden, waar aangespoelde kleuters en ondergesneeuwde iglotentjes deel uitmaken van een bewust disfunctioneel afschrikbeleid. Concreet gaat één lijn naar Lesbos, waar ik over twee weken heen ga, met mijn lief, een handvol fantastische vrienden en collega's en elf studenten. We zullen er samen complexere vraagstukken aanpakken terwijl we het letterlijk broodnodige vrijwilligerswerk doen, omdat officiële instanties het menselijk leed als afweermechanisme voor nieuwe vluchtelingen inzetten en hun eigen nalatigheid vervolgens uitleggen met termen als 'politieke neutraliteit'. 'Wir haben es nicht gewusst.' Zelfs als ik Duits kon, wil ik dit nooit zeggen als ik terugblik op wat ik zelf deed toen deze enorme humanitaire crisis speelde. Ook het onvermogen bij het grote leed dat zo lang de bovenhand had en vaak door mijn woorden sijpelde, mag stilaan naar zo'n mapje dat het verleden documenteert.

Het zwerfkattinnetje dat Frank uit Lesbos meenam en vervolgens op androgyne wijze omdoopte tot Jimmy, zit terwijl ik schrijf in de badkamer te janken, opgesloten met wat eten en een kattenbak. Ze mag mijn kousen niet kapot maken en laat zich trager civiliseren dan de wilde liefde die sinds drie maanden in mijn leven is. Of ik zal het juister zeggen: de liefde is nog steeds wild, maar laat zich beter dan de kat in vertrouwde lepels leggen. Toen ik vannacht voor de derde nacht op rij een nachtmerrie kreeg, waarin ook deze liefde een leugen leek, was er niet veel nodig om wakker te worden. Ik opende mijn ogen even en zocht zijn warme schoot. Als ik zeg dat ik me bij hem thuis voel, papa, dan bedoel ik ook echt 'thuis'. De wijze, oude vrouw die in mij schuilt, neemt het kind, de dochter, bij de hand. Samen voelen ze zich veilig, samen maken ze via dromen duidelijk welke wonden ik nog moet verzorgen.

Wat is het de voorbij jaren koud geweest, papa. Wat heb ik gehuild, pijn gehad. Ik ben boos geweest, triest, woedend, radeloos. Ik ben over grenzen gegaan, steeds weer, en nog een keer, maar nu voel ik me sterk, zelfs in momenten van uitputting voel ik me sterker dan ooit. Zelfs tegen beter weten in, zelfs met een president aan de macht die over vrouwen zegt 'grab them by the pussy'. Zelfs met een minister voor ontwikkelingssamenwerking die bij vrieskou belooft om honderdduizend euro extra naar de Griekse eilanden te sturen, een bedrag waarvan we met z'n achttienen een vijfde hopen te verzamelen.

Nee, de zelfs is een zeker. Zeker met dit alles, moet er liefde zijn. Kan je het zien, papa? Hoe deze schreeuw om liefde door miljoenen wordt gevoeld? Hoe het ook klopt, dat ik zo geknokt heb en dwars door alles heen ben blijven geloven dat deze liefde mogelijk was? Omdat het niet mijn liefde is, niet de zijne. Het is 'zelfs' niet onze liefde, maar wel 'zeker' liefde die nog veel groter is.

Live 4 Love, papa, Live & Die 4 Love


Marie


Populaire berichten