zondag 31 augustus 2014

Brief aan romanpersonages

Afbeelding: http://www.edilivre.com
Liefste romanpersonages,

Ga rustig zitten. Kies een plek die u bevalt. Er zijn ijzeren tuinstoelen om ongemakkelijk op te schuifelen, er zijn bedranden en tronen met fluwelen kussen voor de weldoorvoede konten… Buiten onweert het en schijnt de zon onheilspellend hard. Neem gerust wat te drinken voor u verder leest. Er is sterke malt voor wie bloeddorstig op wraak zint, er is water voor wie in de woestijn verdwaalde, er is thee voor wie peinzend op madeleintjes wil zuigen.

Waarom een brief? Om u te bedanken. Voor de vergezichten en klanken die u aan mijn leven geeft, voor de prikkelende smaken en vertrouwde geuren die u mij voorschotelde. Voor de taal die ik van u leerde en die zich vertakt in mij en vloeiend verbinding maakt. Jullie zijn mijn voeding, ik laaf me nederig aan uw voeten en kan bij u op volstrekt ongevaarlijke wijze de giftigste verachting kwijt. U leert mij te schelden in alle toonaarden tegelijk en als er op hete dagen geen man is om te beminnen, kan ik bij u steeds mijn zinloze liefde kwijt.

Natuurlijk zijn er onder jullie die een speciale plek hebben verworven in mijn hoofd en hart. Pipi Langkous, Hasse Simonsdochter, Ludmilla, Jürgen Hofmeester, Zeno, Noboru Wataya, Pietro Palladini. Als jullie in mijn gedachten springen, worden zowat al mijn zintuigen tegelijk gestimuleerd. En zelfs al roepen jullie namen soms beklemmende herinneringen op, ik moet eigenlijk altijd glimlachen als ik aan jullie denk. Aan deze bevooroordeelde personages wil ik vragen mijn oprechte bewondering door te spelen aan het brein waaraan jullie ontsproten.

Los van deze hoofdrolspelers in mijn boekenkast, merk ik dat ik vooral gehecht ben aan het meerstemmig koor dat jullie vormen. Want door jullie te kennen, kon ik de liefste prins langs mijn vlechten mijn lippen laten vinden. Ik kon in de goot mijn verkleumde aders vol hoerenheroïne spuiten en me niet veel later een starre, maar uitermate verstandige Engelse butler wanen. Ik ben gestorven, ik ben herboren, ik heb mezelf weer opgeraapt. Ik heb gezwellen gehad in mijn frontaalkwab en heb vrouwen op mijn staalharde degen geregen tot ze geen pap meer konden zeggen. Ik heb mijn hand tegen het beregende raam gelegd en smachtend geluisterd naar de galop van een schimmel op het tuinpad. Ik heb gehoopt dat alles goed komt en niet geluisterd naar wie wat anders beweerde.

Soms worden jullie zomaar voor lief genomen. Door anderen, die jaloers zijn op mijn vermogen om fijnbesnaard werelden in woorden te gieten. Ze snappen niet hoeveel tijd en geduld jullie van mij vragen. Uren, dagen, weken, waarschijnlijk stilaan zelfs lezende jaren heb ik in jullie geïnvesteerd. Van een gewetenloze moordenaar met scherpe neus tot een naïeve Emma Bovary, ik heb jullie allemaal gehoord en getracht jullie te begrijpen. Daardoor heb ik me vaak flink verloren en ontdaan gevoeld. Maar zelfs in het grootste kabaal dat jullie samen maken, altijd vind ik met jullie ook mezelf terug.

Misschien heb ook ik jullie een tijd niet gehoord, door de laatste maanden vooral spirituele boeken te lezen en op die manier mezelf centraal te zetten. Het was leerzaam, het maakte mijn wereld breder en ik heb goed in de spiegel gekeken, maar het is weer even mooi geweest. Tijd om gulzig te grijpen naar wat zeker verzonnen is. Niet dringen alsjeblieft, als ik jullie weer in mijn bed uitnodig. Het leeslampje geeft licht en heeft de vorm van een huis, maar is toch breekbaar.
  
Liefs,
Marie


vrijdag 29 augustus 2014

Fluisterbootjes, ontmaagding in de thuisbasis en de betere boekhandel

Het werd de hoogste tijd voor een praktische Huiverinkt-post. Ik heb immers de slordige neiging om veel info meteen op de gelijknamige Facebookpagina te plaatsen. Daarmee ga ik ongewild voorbij aan mensen die – zeer begrijpelijk – geen Facebookprofiel hebben of niet weten dat je van onbetaalde pagina’s geen updates krijgt, tenzij je aanvinkt deze wel te willen krijgen*.

1. Als je binnenkort een betere boekhandel binnenstapt, vis dan net op tijd een DW B (Dietsche Warande & Belfort) uit het literaire tijdschriftenrek! In het juninummer van de 159e jaargang staat mijn brief aan kwantumpoëet Matthijs. In deze documentaire kan je vooraf of nadien kennismaken met deze bijzondere Matthijs, die helaas overleden is. De brief lijkt in eerste instantie misschien verrassend spiritueel, maar is in essentie een flink maatschappij-kritische brief.

(Wie mijn zeer persoonlijke ijsemmer-uitdaging miste: klik hier.)

2. Op 4, 5 en 6 september vaar ik mee in een Zwolse fluisterboot. Tijdens Beatloos zal ik mooie, schurende of treffende woorden in de opvarende oren fluisteren. Het wordt een intieme en diverse driedaagse van spoken word en akoestische muziek tijdens het Stadsfestival in Zwolle. 

3. Ik trad nog nooit in het Antwerpse thuisfront op. Daar komt in september eindelijk verandering in. Op zaterdag 13 september vind je mij vanaf half zes in Nova (Schijfstraat 105) tijdens een benefietfeest voor een het schoolproject Asrat in Ethiopië. Door een mail te sturen naar anniePUNTvyvermanATgmailPUNTcom of emydenysATgmailPUNTcom kan je voor 20 euro een mediterraans buffet reserveren. Alleen naar het benefietfeest komen kan ook en kost 5 euro. Ik treed na het eten op, om acht uur.


Stuur me gerust een bericht als je meer info wenst of als je mij me ook wil boeken voor een herfstoptreden!

* onder 'liked': 'get notifications' aanduiden

zaterdag 23 augustus 2014

Aantekeningen uit het Museumplein


Wat als het mogelijk is om alles in één shot te filmen? Zonder oorzaak of gevolg: een schram op het voorhoofd, een hand voor de mond. Waar het ene begint en het andere ophoudt, maakt niet uit. Wat als breuklijnen onzichtbaar zijn? Van elke gelaatsuitdrukking een gipsen afdruk bestaat voor de eeuwigheid? We onze wimpers meenemen naar een volgend leven? Wat als post-its als gele, wilde herfstbladeren uit de bomen waaien en in die storm het museum echt op zijn kop staat? Wat als een plas niet meer is dan een verzameling indrukken en het hele plein op een honinggraat lijkt? Wat als we niet op statistieken vertrouwen en luisteren naar de regen in onze buik? Wat als we schaduw weg kunnen knippen, transparant maken en op zichzelf laten staan? Zelf vormeloos onze weg vinden in de ruimte? En tot slot, om mee te beginnen: alles in één shot in beeld brengen!

woensdag 20 augustus 2014

De ALSIcebucketchallenge in huiverijs

Lieve papa,

Geen emmer, maar een voetbad vol ijsblokjes. ALS is geen ziekte van korte pijn. Hoewel, je haalde de levensverwachting van twee tot vijf jaar na de diagnose niet en leefde nog negentien maanden. Negentien maanden steeds meer naar adem happen en op het einde stikken. Van tintelende voeten naar wandelstok, van stok naar rolstoel, van rolstoel naar onbewogen in bed liggen en niet kunnen vertellen welke vouw in het laken je huid schuurt. Van kort en zuinig douchen naar een voetbad om je blauwe, verkleumde voeten te verwarmen en van het voetbad naar een verpleegster die je kantelde tot ze op de meest efficiënte manier je intieme plekken kon wassen. Negentien maanden. Van lamsbout en rode wijn naar makkelijk door te slikken zalmpaté en kruidenbrouwsel in een Chinees ziekenhuis, van zalmpaté en Chinese kruiden naar de maagsonde. En met de sonde altijd de geur van ingewanden, altijd de geur van de dood in de kamer.

Ik doneer meer dan geld. Ik doneerde, samen met familie en de paar vrienden die hun rug niet draaiden, vooral tijd. Terwijl mijn vriendinnen de luiers van hun baby’s vervingen, probeerden wij je ervan te overtuigen ook een pamper te dragen. Zodat wij je niet oneindig veel keren per dag moesten optillen om je naar het toilet te brengen, waar we je soms niet konden houden en uit onze handen glipte. Je hield vol. Je wilde de luiers niet. Je wilde waardigheid. En waardig ben je gestorven. In stilte.

Wat is er na de stilte? Er is onwetendheid, er is loze kritiek op de ALS Icebucketchallenge. Maar veel groter dan die kritiek is de bewustwording die als een ijskoud vuur over de wereld raast. De geldbedragen die ingezameld worden zijn ongezien groot en bieden hoop. Wat blijft? Jouw kleren die ook mij te groot zijn. En nadat er niets anders was dan tot het uiterste gaan en naast mijn vader ook mezelf verliezen, kwam het besef dat er uiteindelijk alleen maar liefde overblijft. En die liefde laat je nooit meer los. 

Ik ben dankbaar voor elke ijsemmer, voor elk gezicht – bekend of niet bekend – dat deze ziekte mee op de kaart zet. Laten we ALS nu van de kaart vegen. Elke vezel van mijn lijf is dankbaar voor de bewegingen die ze nog kan maken, voor elke bijdrage, elke mogelijke oplossing voor deze mensonterende ziekte. Ik ben dankbaar voor elke geliefde die ik nog vast kan houden en die ik de kleinste en grootste dingen liefdevol kan vergeven.

Ik nomineer voor deze uitdaging Jan Karel Kleijn die me op het einde zo gesteund heeft, mijn zus Irina Meeusen… en cameraman Joeri van Beurden.

Doneer (ook zonder genomineerd te zijn!):
Stichting ALS Nederland: NL50 INGB 0000100000
ALS Liga België: BE28 3850 6807 0320


zaterdag 16 augustus 2014

Nog meer onweer en waarover niet te schrijven valt


Ik wil schrijven over hoe mijn hart in mijn keel klopte. En hoe haar keel plots klopte en hoe ze zong en hoe dat eigenlijk niet meer ophield. Hoe ze plots ook schrijven wil en hoe gloeiend trots me dat maakt. Ik wil schrijven over hoe we naar de bergflank knielden, toen de bliksem vlakbij insloeg en alles tegelijk knetterde, donderde en veranderde. Over hoe ik haar voordien in een klamme tent tegen me aan gedrukt had en we samen naar het onweer hadden geluisterd en ik haar hulpeloos gesust had, door te zeggen dat ik het ook vaak niet weet, wat angst is en wat intuïtie. (De tekstverwerker accepteert intuïtie niet – net zoals omgekeerd in tekst niet alles te verwerken valt). Ik wil schrijven over hoe we na afloop elektrisch geladen waren en uiteraard niet slapen konden, maar wel bleven praten over alles wat kippenvel geeft. De huid van de ander, het huis dat niet bestaat, de afstand tot de huid die er niet is, het huis waarvan de muren ondanks alles op je afkomen. We waren veilig ver van die ene bergtop, maar op de top van onze vriendschap en op het keerpunt van vergezichten die we nog niet kunnen overzien.

Daarover wil ik schrijven. Maar in deze zomer, waarin ik amper alleen ben geweest met de stilte, kan ik nog niet meer dan op kousenvoeten het lege blad weer verkennen. Mijn keel doet zeer van de pen die in haar stokt. En is er nog zoveel meer om te beschrijven. Ik weet hoe sterk de beelden zijn. Enkeldiep in hagel staan. Een bergpad dat een rivier wordt. Een groep die een beetje als de mijne voelde, maar ’s nachts in mijn dromen schaamde ik me voor elke plek die ik innam, voor elk hart dat ik beroerde. De vader die als gids opdook in de operamuziek achteraf. Een druipende Spanjaard die trillend toegaf dat hij dit nog nooit had meegemaakt. Hij die in de buik van de bergen opgroeide, hij die al anderhalve maand lang naar hun lessen zocht.

Dit is een zomer van voeten en handen. Van kleverige dansvloeren, cowboyhoeden, roze mutsen en afritsbroeken. Van veel verhalen en daar toch de woorden niet voor vinden. Dit is een zomer van vrienden, veel vrouwen en een handvol – vaak verwarde - mannen. Een zomer van intieme tegenspraak en buitengewone harmonie. Een zomer van schelpen en watervallen. Van vuur en golven. Van veel. Van weinig. Van een keel die stokt en om zachte handen vraagt. Van dat wat mijn hart in mijn keel doet branden.

Dit is een zomer van onweer. Een zomer die me dankbaar maakt.


Populaire berichten