donderdag 12 april 2018

Dagelijks Gedicht 404: Liliths poot op Ades voet

Op 29 januari verwelkomde ik na een bevalling van 26 uur uiteindelijk met een keizersnede onze prachtige zoon, Ade. Het Dagelijkse Gedicht dat ik er ere van zijn komst een paar weken later schreef, heb ik eerder vandaag geruisloos op dit blog gezet en kan je lezen in de vorige post.

Sinds eind januari kreeg ik niet alleen een zoontje. Ook overleed mijn schoonmoeder en keerden we met Ade na twee dagen alweer terug van onze eerste vakantiebestemming, het eiland van de oudste vrouwentempels, Malta. Bij terugkeer kreeg ik de buikgriep, alle andere gezinsleden volgden. Gisteren begroeven we na een aanrijding Jimmy, het speelse zwerfkatje dat mijn huidige man en toen nog kersverse liefde meenam uit Lesbos toen hij daar vrijwilligerswerk deed in een vluchtelingenkamp. Vannacht veranderde een aanslepende verkoudheid in een oorontsteking.

Het zijn turbulente tijden. En mijn eigen sores stellen niets voor als je kijkt welke mondiale conflicten steeds meer uit de hand lopen. Toch kan ik de laatste maanden niet meer dan elke dag proberen om tien minuten schrijftijd te vinden, voor een Dagelijks Gedicht. Ik kan niet anders dan daarin zoveel mogelijk te focussen op de kleine, mooie momenten die elke dag wel biedt. Gisteren schreef ik uiteraard een gedicht voor Jimmy. En vorige week werd ik betoverd door Lilith die tijdens de borstvoeding haar poot op Ades voetjes legde. Daar gaat gedicht 404 over.






404

ze merkt de kleine lijntjes die de onderkant van je grootste teentjes doorkruisen niet op,
ze heeft je teentjes nooit met het puntje van haar tong geteld, ze kan niet gissen of je voeten
even breed zullen worden als die van je vader, of dat ze met het opgroeien de slankheid
van je moeders voeten zullen erven, die zo smal zijn dat ze uit elk muiltje schuiven

- en toch vond ze haar prins

behoedzaam komt ze naast je liggen als je drinkt, vandaag begroet ze je niet met kopjes,
ze strekt haar zachte voorpoot met ingetrokken nagels uit en legt die over jouw voetje neer,
het voetje dat het blauw-wit gestreepte sokje verloor, het gelukkige rechtervoetje
dat nooit eerder op zo’n poezelige manier warm werd gehouden



Dagelijkse Gedicht 337: 29 januari, de geboorte van Ade


Ade, liefje, wat heb ik gedroomd van hoe je in water en een draaikolk van liefde,
uit mijn vagina glijdt, hoe ik betoverd in je ogen kijk, jij in de mijne en hoe jij
vervolgens op mijn buik gelegd wordt, mijn geur herkent en nadat je even huilt
kruipend op zoek gaat naar mijn tepel – ik droomde wat de natuur bedoeld heeft.

Ik heb ons ook verbeeld als twee spinnende poezen, jij een welp die op de savanne
uit mijn dierlijk moederlijf glipt en tussen mijn warme poten zacht schoongelikt wordt.
Het meest tastbare dat uit dit visioen geboren werd, is je mooie geboortekaart
en vooral je naam, lieve koninklijke Ade, kroon op onze liefde.

Je koos echter voor de keizerlijke intrede, nadat je hartslag samen met je hoofd
alle kanten op ging en je de synthetische weeënopwekkers maar niks vond.
Ik doorstond voor jou het gesnauw van de anesthesist, overwon mijn angst
voor verdoving en liet mijn buik dwars opensnijden om jou te kunnen ontmoeten.

Je weegt bij geboorte drieduizendzeshonderd gram, je meet wel twee centimeter meer
dan ze in het ziekenhuis denken: geen vijftig maar tweeënvijftig centimeter,
je scoort één negen en twee tienen op je eerste testen, je wordt bij me weggehaald
terwijl ze me dichtnaaien, ik zie nog net hoe je niet huilt als je rustig in je vaders armen ligt.

Het rillen van mijn verdoofde, vermoeide lijf houdt op als jij aan mijn tepels wordt gelegd
en ik eindelijk het lied van de oude geliefden uit mijn geboorteland voor je zing.
Ik heb een filmpje nodig om dit moment weer terug te halen, maar nu weet ik het weer,
vanuit het wolkige bewustzijn weet ik dat het klopt en dat jij, mijn zoon, beresterk bent.

Ook weet ik dat ik van je hou, dat je wonderlijk mooi bent en dat het vanaf nu
mijn voornaamste taak is: je te zogen en van je te houden, steeds meer,
met een onvoorwaardelijkheid die zich mag wortelen in jouw hart en het mijne,
want die kloppen, lieve zoon, dat klopt.

Al snel komen je zussen langs die soms half en vaker heel zullen voelen,
je trotse extra tante Liesbeth, je volle tante, bomma en extra oma.
Ik voel mijn benen niet en blijf maar rillen, enkel jij, mijn liefje, kan mij
huid op huid tot bedaren brengen, als je dichtbij me ligt, worden we rustig.


-->

Populaire berichten