donderdag 28 oktober 2021

Nog een brief aan papa (in inktzwammentijd)



Dag lieve papa,

 

Ik zag vandaag een heleboel geschubde inktzwammen bij elkaar, tijdens een tweede training voor beginnende hardlopers in de duinen. Een metalige stem van de hardloopapp op mijn telefoon, die met een buideltas om mijn middel gebonden was, had me net de opdracht gegeven om een minuut rustig te wandelen. Een ouder stel stond ademlozer dan ik naar de zwammen te kijken. Een ‘cadeautje’ noemde de vrouw het schimmelende schouwspel. Ik maakte op goed geluk één foto en rende verder de bosheuvel op. 

 

Voor mij voelde het als een geschenk uit het rijk der doden, een leuke knipoog van jou. Vijf minuten eerder waren mijn gedachten immers nog gegleden over de pronte hoedjes van jonge inktzwammen, die wij samen elke herfst, tussen mijn en jouw verjaardag, bij het ziekenhuis in de buurt zochten. Cantharellen plukten we in Franse bossen, jonge eetbare zwammen vonden we bij het ziekenhuis. 


Geen idee waarom het mycelium juist bij het ziekenhuis inktzwammen schonk. De hypothese neemt al snel nogal lugubere vormen aan. Een paar jaar geleden werd ontdekt dat deze geschubde inktzwammen naast dood plantaardig materiaal ook minuscule wormpjes eten. Het is een weetje dat ik graag met je had gedeeld, al zou de kans groter zijn dat jij diegene zou zijn die het mij vertelde. In eruditie en belezenheid reik ik – althans in de kritisch taxerende ogen van mijn Innerlijke Criticus - nog steeds niet verder dan jouw navel. Mijn nieuwsgierigheid blijft gelukkig onvermoeibaar groot, dat compenseert wel wat.

 

Maar ik maak de laatste maanden te weinig tijd om te mijmeren, papa, ik voer op te veel fronten tegelijk een hopeloze strijd. Horrorverbouwingen zorgden voor financiële en juridische stress en ook de kwetsbaarheid van schrijvend freelancen in een doorgedreven neoliberaal land, waar alles vooral glad, zonder haakjes en verkoopbaar moet zijn, is me de voorbije weken pijnlijk duidelijk geworden. Durfkapitalisme in de kinderopvang - en een wanstaltig personeelsbeleid als gevolg daarvan - dwingt onze moraal ertoe om te besluiten je oudste kleinzoon, drie maanden voor hij naar de basisschool kan, alsnog naar een andere opvang te brengen.

 

De liefelijke inktzwam kan in korte tijd, door ouderdom of te brute aanranding, veranderen in heel straffe inkt. Mijn inkt zoekt en kolkt op dit moment: wil ze woede kanaliseren in onderzoeksjournalistiek? Of zal ik boven alles proberen om resoluut voor de twijfel te kiezen, voor de witruimte en de vrijheid die ze geeft, voor de poëzie? Of moet ik eerst en vooral zorgen dat ik bij weer en wind het pad trotseer, zodat ik me weer wat meer thuis voel in een lichaam dat nu te log voelt voor een ziel die het liefst wil tollen, dansen en niet in hokjes hoort?  

 

Vier jaar geleden vierde ik, flink zwanger, mijn huwelijk in de aanwezigheid van een klein en bijzonder warm, internationaal gezelschap op Lesbos. Het ja-woord aan mijn man herhaalde ik die dag in een brief aan jou. Er volgde daarna nog een brief, toen je oudste kleinzoon nog door de woonkamer tijgerde en je jongste, die vandaag als vleermuis naar een Vlaams Halloweenfeest ging, nog slechts de vage, genderloze contouren van een wensdroom had. Zo snel gaat de tijd.


Ik vind het best een ding om oud te worden, papa. Niet zozeer omdat ik renschoenen in een kindermaat aanschaf, niet zozeer omdat ik steeds meer kraaienpootjes en grijze haren krijg. De liefde hier in huis is immers nog steeds groot, ik voel me gekoesterd en geliefd om wie ik ben en gesteund in de zoektocht naar wil ik mogelijk zou durven zijn. Dat maakt ouder worden draaglijk en geeft me ook het broodnodige vertrouwen in het moederschap, dat me na veel gezondheidszorgen om ons zoontje wel vaker heel machteloos liet voelen.

 

Ouder worden is vooral moeilijk omdat het steeds vager wordt wat jij zou zeggen, wat jij zou vinden. Ik ben veertig en moest je nabijheid al bijna het hele dertigersdecennium missen. En ik mis dus ook onze ingebeelde gesprekken. Daar moet ik echt weer tijd voor maken.

 

Want er gebeurt zo ongelofelijk veel, veel meer dan wat ik beleef of vermijd, wat mij op de kast jaagt of laat dromen. Er is zoveel dat tegelijkertijd op ons afkomt: de uitzichtloze, verlammende strijd tegen corona die ons verdeelt en wederom toont hoe scheef de verhoudingen nog steeds zijn in een wereld waarin seksisme, racisme en de genadeloosheid van het grootkapitaal nog te vaak met botte messen bevochten worden, zonder een heldere spiegel in de buurt. Het vooruitzicht van bakken rampspoed, de dagelijkse berichten over onrecht, de stijgende zeespiegel, het is veel en hoog en ik kan net als jou niet goed zwemmen, papa. Ik voel me veiliger in een bos, tussen de schimmen en schimmels. Daar klinken de engste gedachten toch wat zachter. Daar kunnen ze in de aarde glijden.

 

Ik maak me zorgen, lieve papa. Omdat de bodem flink vervuild is, daar waar mijn zus met haar gezin woont. Ik wens je kleinkinderen zandbakken om in te graven, aardbeien om uit tuinen te plukken. Ik wens ze een wereld waarin leiders verantwoordelijkheid nemen. Een wereld waarin geïnvesteerd wordt in zorg, onderwijs en liefde. In de aarde, in de toekomst. In wat er toe doet.

 

Een paar weken geleden vierden we de zesennegentigste verjaardag van onze oudste vriend, Gerrit, met rode wijn uit Portugal en peuters die door de eetzaal van het bejaardentehuis dartelden. Hij vroeg me wanneer ik jou nog een keer een brief zou schrijven. Ik denk dat ik wel snap waarom hij naar een brief aan jou verlangt. Hij wil de hoop tussen de regels proeven, lezen hoe verdriet zich met liefde mengt, hoe precies die combinatie voor glans kan zorgen. 

 

Ik mis je, papa. Ik zou zo graag met je praten. Niet over vaccins of coronapassen, maar over de toekomst en wat daarin mogelijk is. Ik mis je blik, hoe die rust en alles in een weemoedig licht plaatst. Ook de zachtblauwe glans van inktzwammen op bosgrond. 

 

Papa, wil je via het mycelium hier komen spoken? Ik denk dat ik de onderaardse taal van schimmels wel kan leren. En wie weet, kan je het mycelium vragen of er schimmels bestaan die de rotzooi in de bodem van Linkeroever op kunnen ruimen. Ik heb vertrouwen in wat het leven in nieuwe vormen ons brengen kan.

 

Liefs, 


Marie

Populaire berichten