woensdag 28 oktober 2009

Steunpunt GOK bis

Als je mijn brief aan Pascal Smet wat meer wilt kaderen, luisteren dan naar dit radiobericht. Het plan is echt om het Steunpunt GOK te laten verdwijnen. Dit wordt een klap (en in sommige scholen de doodsteek) voor het gelijkekansenonderwijs in Vlaanderen. Daarom richtte ik een Facebookgroep op, voor het Steunpunt GOK.

dinsdag 27 oktober 2009

Brief aan Pascal Smet

Beste Pascal Smet

Het Steunpunt GOK (Gelijke Onderwijskansen) verdwijnt binnenkort. De website meldt dat budgettaire redenen aan de basis liggen van deze beslissing. Ik sta perplex en schaam me in uw plaats, u die zichzelf socialist en homoseksueel noemt. Nu aarzelt u misschien en zegt u ‘Die twee zaken hebben niets met elkaar te maken! Het één is geaardheid, het ander een keuze.’ U hebt misschien gelijk. Maar het lijkt alsof ik niet de enige ben die verward is.

Woede is een goede drijfveer bij het schrijven van brieven. Dit is geen woede, dit is compleet onbegrip. En onbegrip verlamt. Daarnaast is dit blogbericht er eerder dan de krantenberichten, verdere uitleg is er dus nog niet. Als dit betekent dat de GOK-initiatieven in alle betrokken scholen in Vlaanderen een stille dood zullen sterven, dan hou ik mijn hart vast. Maar dat vrees ik voorlopig enkel, ik weet het niet. Dus er zijn redenen genoeg om deze brief kort en eenvoudig te houden.

De politiek die achter de schermen gevoerd wordt, interesseert me weinig. Het lijkt me ijdel te hopen dat we dit als buitenstaanders correct kunnen duiden. Toen er vreemde zaken uitlekten over de verdwijning van uw voorganger, bleef ik dus voorzichtig met commentaar. Best vreemd allemaal, dacht ik in stilte, maar is het niet gewoon iets dat nu toevallig aan het licht komt? Is wat gebeurt uitzonderlijk of is het vooral vreemd dat dit in de media komt? Zelfs de aankondiging van een loonsverlaging in het onderwijs stoorde me nog niet zo. Omdat wie in het onderwijs werkt, geen reden tot klagen heeft. Eén procent minder verdienen, niemand zal het echt voelen. Ik vind het wel vreemd dat zo’n maatregel uitgerekend in het onderwijsveld wordt doorgevoerd. Zijn er geen andere lonen die aangepakt moeten worden, meneer de socialist? Maar goed, ook deze discussie hield me niet langer dan een dag bezig. Het zal allemaal wel.

Maar vandaag kreeg ik dus plots een heel kort mailtje, van het steunpunt GOK. Veel soberder kan een overlijdensbericht niet zijn. ‘Om budgettaire redenen’? Als dat écht de reden is, dan is het wel een erg ondoordachte keuze van uwentwege. Want Vlaanderen scoort slecht op het vlak van gelijke kansen, in het onderwijs én in het werkveld. Dat dit niet goed is voor de economie, spreekt voor zich. Misschien is het GOK-beleid inderdaad een behoorlijke hap uit het budget. Maar kent u het woord ‘investering’? Waarom er nu geknipt wordt in initiatieven die logischerwijs pas na een aantal jaren in hun plooi vallen, omdat ze adem- en speelruimte nodig hebben, begrijp ik niet. Of ben ik te mild in mijn bewoordingen en worden ze de keel toegeknepen? Ik hoop echt dat ik het verkeerd begrepen heb.

Dat elke onderwijsinstelling een taal- en diversiteitsbeleid nodig heeft, dat is me al lang duidelijk. Hoe dat concreet in zijn werk gaat weet ik ook niet. Dat kan niemand zomaar weten, zelfs een minister van onderwijs niet. Maar dat deze beslissing een erg slechte beslissing is, staat als een paal boven water. Ik observeerde goed de laatste jaren. In een streng college en wat later in een zogenaamde ‘concentratieschool’. Daar zette ik mijn tanden in een quasi onbestaand taalbeleid. Ze brokkelden af, mijn tanden, omdat de school nog te weinig hielp met dragen en begrijpen, uitdragen vooral. De paar collega’s die er wel heel gedreven mee bezig waren, keken naar hun school en spraken met hun leerlingen en collega’s. Daarnaast informeerden ze zich met documenten van het Steunpunt GOK, ze gingen naar de bijscholingen in het Steunpunt organiseerde. Zo slaagden ze er stapje voor stapje in iets op te starten. Ondertussen werk ik een jaar lang mee aan het uitbouwen van het taalbeleid voor een hogeschool. Ook in deze job is het GOK-beleid een bruikbaar model, een broeihaard van goede ideeën. Volgende week ga ik opnieuw lesgeven. Vooral Nederlands, aan toekomstige leerkrachten in allerlei vakgebieden. Ik hoop echt dat ik hun niet hoef te vertellen dat waar we jarenlang naar streefden, plots niet meer zo belangrijk is.

Wanneer iedereen op zijn eiland ploetert, hebben we nood aan een vuurtoren. Ik kan niet geloven dat de mist te dik is geworden. Graag hoor ik uw uitleg. En met mij velen anderen, durf ik hopen.

Verontruste groet
Marie

maandag 26 oktober 2009

BlackBerry's en schriftjes

Ik stamp met mijn hakken door het gangpad, vraag hijgend ‘The international train to Brussels, right?’, wissel de vier tassen tot ze symmetrisch mijn schouders belasten… Net gehaald. De passagiers, van het type dat de trein inklimt voor de rest is uitgestapt, vertonen egocentrisch gedrag om u tegen te zeggen. Zestig procent van de stoelen is bezet door mensen. De overige veertig procent van de zitjes wordt ingenomen door zakken en koffers van allerlei formaten. Een paar Spaanse dames rommelen in de roze beautycases die potsierlijk veel plek in nemen. Ik werp hun de vurigste blik toe die ik nog in me heb, maar ze klateren lekker verder. ‘Que ciudad!’

Jan roept ‘We hebben nog zeven minuten om de bus te halen.’ Ik protesteer, tevergeefs, want hoewel elke vezel van mijn lijf en brein tegenspartelt, weet ik ook wel dat er geen andere optie is. Om uit dit boerengat weg te geraken, moet je beschikken over een strakke timing. Niet enkel de busverbindingen zijn schaars, de treinen zijn dat ook. Dus ik prop mijn slaapzak in mijn rugzak, loop verwoed door drie kamers zonder ergens echt mijn blik op te richten, vind mijn lenzenspul en brul dat al het andere kwijt is. Maar ach wat, de inzichten van vannacht zijn zeldzaam. Wat maakt het uit als ik nu wat spullen vergeet? Ik sleep het matje uitgerold achter me aan en duw het de bus in.

Een twintigtal meter verderop zit een man. Vast nog een Italiaan of Spanjaard die geen enkel oog had voor het conservatisme dat stiekem oprukt in de Nederlandse hoofdstad. Ik tik hem op de schouder en vraag hem om zijn koffer bovenaan te leggen. Met rode ogen kijkt hij me verward aan. Die Nederlandse hash, dat is duidelijk toch wel wat anders dan de rubberplakjes die ze in zijn stad verkopen. Hij staat op en kan net vermijden dat de koffer op zijn hoofd valt als hij hem probeert weg te leggen. Ik glimlach en ga naast hem zitten. Tien seconden later klinkt er een rochelend gesnurk door de trein. Nee, zuiderse types zijn toch niet altijd waar men ze voor aanziet. Zijn gezwollen vingers vind ik echt een beetje vies. Ik draai me om en lees verder in het prachtige boek dat uitgelezen dreigt te raken.

Drie treinen na elkaar, het is niet niks na zo’n vreemde nacht. Verwoed probeer ik tijdens elke korte rit een paar impressies neer te schrijven. Mijn agenda haal ik meteen ook even boven. Eens kijken wat de volgende werkweek biedt en hoe dit in contrast staat met wat ik vannacht allemaal gezien heb. In mijn ooghoek verschijnt een herkenbaar blauw bordje. Jan trekt me bij m’n arm. ‘Marie, snel, hier moeten we overstappen!’ Het besef dringt vijf minuten later door, op de laatste trein die we op het nippertje haalden. Verdomme, mijn agenda vergeten. En mijn schriftje, het meest nachtelijke van de zeven schriftjes die ik bezit. Hoe moet het verder, nu ik mijn meest intieme ding liet liggen naast het ordelijkste boekje dat ik heb? Ik herinner me pijnlijk een poging tot erotische geschriften en probeer krampachtig de data van de volgende vier vergaderingen op te halen. Auw, dit alles ligt open en bloot in de trein van Mechelen naar Gent.

In Schiphol wordt de vadsige dertiger gewekt door zijn achterbuurman. ‘Vai, vai, Federico!’ Ze struikelen de trein uit en worden meteen vervangen door een rasechte Hollandse familie. Vader, moeder, een tienerzoon en een joch dat graag tiener wil zijn. Allen luidruchtig en gezellig, het plaatje past perfect. Plots slaakt het kind een kreet. ‘Paps, kijk, een mobieltje!’ Vader kijkt schichtig rond zich heen en mompelt quasi onverstaanbaar, ‘Het is goed jongen, steek dat ding maar snel in je tas.’ Ik spring op, richt mijn blik op de glanzende BlackBerry. Herinneringen van een maand geleden steken de kop op. Ik zeg dat de telefoon van mijn Italiaanse achterbuurman was. Dat hij met zijn kompaan duidelijk nogal van het Amsterdamse nachtleven had genoten. De Nederlanders glimmen, trots op hun grote stad. De moeder begint meteen plannen te maken, ze zegt dat het geen moeite is, dit in Roosendaal even bij de politie binnen te brengen. De telefoon gaat over. Ik neem op, haal m’n beste Italiaans boven, vraag om een sms’je te sturen met het juiste adres. Ik lach om de familie die collectief verkeerdelijk de tweede lettergreep van Bergamo beklemtoont. En ik ben gerustgesteld. Die telefoon komt wel thuis. Vaders slechte intenties zijn bedolven onder moeders vleugels en het enthousiasme van de beide jongens. Best spannend, een pakje naar Italië sturen.

Op maandag een bericht op Facebook. Zou het kunnen dat ik dé Marie Meeusen ben, die naast haar agenda ook een schriftje is vergeten op de trein van Gent naar Mechelen?’ Ik grinnik om de richting die blijkbaar omgewisseld is, voel me opgelucht maar toch ook een beetje gegeneerd. De agenda valt later die week door de deur. En dat schriftje, daar gaat hij heus niet in lezen. Daar geloof ik geen bal van, maar ik geloof het graag. Hij antwoordt dat nieuwsgierigheid zo vrouwelijk is, dat hij zich echt niet tot dat niveau wil verlagen. Hij moet binnenkort toch in Gent zijn, dan komt hij het wel even langsbrengen. Het weekend na mijn verjaardag wordt er onaangekondigd aangebeld. Ik doe open, laat hem binnen. Duw een Kluger Hans in zijn handen, bedank hem honderdmaal. Stuur hem wat later een berichtje: dit wordt een blogpost, veel beter dan de vreemde rommel in het boekje dat hij toch nooit las. ’s Avonds valt er een cd’tje en een briefje uit het boekje. Hij bedankt mij. Vreemde wereld toch. Dus ik deed wat ik beloofde en schrijf dit waargebeurde verhaaltje. Op de achtergrond zingt een blinde aboriginal. Thanks Wim.

En wat heb ik een spijt dat ik de kans niet had om naar pikante Italiaanse sms’jes op zoek te gaan. Dan is dat maar lekker vrouwelijk.

woensdag 21 oktober 2009

Thaise bruiden en zelfmoordenaars

Zoemt een trein of maakt hij kabaal? Ik spits mijn oren en stel zonder het te beseffen alweer een andere onbenullige vraag. Adem diep in en uit. Boeken die zo hartverscheurend mooi zijn als het boek dat op mijn schoot rust, lees je echt niet in één adem uit. Daar moeten onzinnige gedachten tussen komen. Hartverscheurend zijn ze, en zeldzaam. Hartverscheurend: een heftig woord dat toch rust uitstraalt nu ik het in gedachten recycleer. Mijn ogen dwalen af. Zo meteen lees ik nog wel even verder. Of ik praat met mijn buurman. De PowerPoint waar hij naarstig aan verder werkt toont vertrouwde thema’s die ik nog niet meteen kan plaatsen. Het zit me mee. Misschien doen we er deze keer echt maar drie uur over.

Ik sla het boek dicht, hou mijn vinger zorgvuldig tussen de bladzijden. Voorbij mijn werkende buurman zie ik een koppel zitten. De man heeft een dikke buik en zijn hoofd hangt naar voren. Zijn benen steken ostentatief uit het gangpad. Die krijgt vast nekpijn als hij wakker wordt. Op zijn schouder rust een zwarte waaier van haar. Het ziet er stug uit. Haar gezicht kan ik niet zien, dat is naar de opkomende sterren gericht.

Ik zucht en werp nogmaals een blik op het koppel. Ik zie in gedachten zijn knoken met haar ribben spelen, zijn vingers met haar borsten, zijn handen met dat stevige haar. Een bladzijde slaat om. ‘Kalme chaos’, wat een prachtige naam voor een boek. Het is in ieder geval heerlijk: eindelijk eens geen vertraging en een vrouw die op een man slaapt. En dat allemaal te mogen observeren.

Plots hoor ik een vloek. In het Vlaams. Godverdomme. De man maakt bruuske bewegingen, rukt zijn schouder van onder de slapende vrouw. Ze valt op zijn schoot, schrikt op, kijkt hem vragend aan. ‘What’s the matter?’ Hij fluistert met schorre stem: ‘Did you put your clock?’ Ik krimp in elkaar als ik zijn slechte Engels hoor en het verwijtende timbre van zijn stem. Ze knijpt haar ogen samen tot nog fijnere spleetjes. Nu verheft hij zijn stem: ‘You put your alarm on? We can’t fall asleep like that, one of us has to stay awake.’ Hij roept bijna. Ik kijk onwennig naar mijn buurman. We lachen allebei, een beetje gegeneerd.

Plots klinkt een stem. ‘Door een aanrijding met een persoon heeft deze trein vertraging.’ Wat een vreselijk eufemisme voor een zoveelste zelfmoord.

(Over het gedrang in de stationsgangen zal ik zwijgen. Na het lezen van een hartverscheurend boek komen deze staaltjes groepspsychologie behoorlijk dreigend over.)

Ik heb het overleefd.

maandag 12 oktober 2009

Kluger Hans 3


Het begint erg vervelend te klinken, maar het is de waarheid: ik heb het te druk om te schrijven. Nochtans buitelen er af en toe ideetjes door mijn hoofd, maar ik vind de tijd niet om ze uit te werken. Dus blijft het wachten op de kortsluiting die ik ondertussen door en door ken. Dat moment waarop ik naar adem hap en schrijf, al de rest aan mijn laars lap. Dan klapt de klep open en glijdt er iets door de virtuele postbus, bijvoorbeeld...

- een verhaal over mijn schrijfboekje dat à la Amélie Poulain op de trein werd teruggevonden door een lieve treinreiziger
- een anekdote over het meisje dat tijdens een introductiesessie op de universiteit vroeg of ook creatief schrijven een plek krijgt in ons taalproject
- een verontwaardigde blik in de spiegel, want ik schrok zelf van mijn fel antwoord, dat toch saai klinkt hoewel het waar was
- dat ware dingen saai zijn: zoals 28 worden en daar moeite mee hebben, hoe leuk de avond met vrienden ook was...

(en aan alle vijftigers die nu gaan zeuren 'maar meid, je hebt nog een heel leven...': I know, maar dat helpt niet tegen deze tristesse)

(of nog iets anders)

Maar voorlopig niets daarvan: ik maak lekker vrolijk nog eens reclame voor Kluger Hans. Het derde nummer is sinds kort uit. Meer over de inhoud op de site en wie niet van de uiterst literaire inhoud houdt, houdt vast van de wederom geslaagde lay-out van ttwwoo...

dinsdag 6 oktober 2009

Uitslag poll 6: poëzie en politiek?

Liever niet. Dat heeft niets met elkaar te maken: 4 stemmen (11%)
Uiteraard. Niemand hoeft z'n mond te houden: 24 stemmen (70%)
Dat mag, maar liefst op gefundeerde wijze: 11 stemmen (32%)
Again... I couldn't care less!: 2 stemmen (5%)

Aantal stemmen: 34

Nadat de poll reeds een week afgesloten is, wordt het misschien tijd om de uitslag bekend te maken. Wat was dit een wonderlijke poll! De computer komt op 34 stemmen uit, terwijl ik er 41 tel. En de vier antwoorden waren goed voor 118 procent in het totaal. Betrouwbaar kunnen we de resultaten dus moeilijk noemen. Zoals de politiek? Zoals de poëzie?

Maar toch, één ding is duidelijk: jullie hebben bijna allemaal een mening over poëzie en politiek. Een kleine minderheid blijft er stoïcijns onverschillig onder. De meeste lezers vinden dat politiek uiteraard aan bod mag komen in poëzie. Zij worden gevolgd door een hoop semiotici, die vinden dat het kan, maar slechts op gefundeerde wijze. Slechts een paar enkelingen hopen dat politiek ver weg blijft van de poëzie. Maar goed, genoeg hierover. Poll 6 was een poll die ontstond uit mijn verontwaardiging bij de verkiezingen in juni en nu is hij morsdood, afgekoeld en al lang onder de zoden.

Op naar de volgende vraag! En niet zeuren dat jouw ideale antwoord er niet bij staat: het beste antwoord kiezen zal je!

Populaire berichten