zondag 25 september 2011

In het oog van de storm

“Huh, schrijf jij dan nog? Ik dacht dat je sinds juli niets meer op Huiverinkt zette.” Ik merk de laatste weken dat ik met mijn onheilspellende bericht van het begin (of einde) van deze zomer wat lezers heb weggejaagd. Wie overblijft is de jonge garde, die een blog moet bijhouden voor een vak dat ik geef. Het leek me wel zo fair om dan ook maar mijn blogurl met hen te delen. Daarnaast zijn er de nieuwsgierige oudjes en zij die niet geloofden dat ik niet langer zou schrijven. Gelijk hebben ze. Ook al stond de wereld even stil, ik begrijp maar al te goed dat hij ondertussen doorjaagt. Dit plekje is een broodnodig punt om af en toe tot rust te komen. Voor mij. En in mijn wildste dromen hoop ik ook voor de lezer.

Veel wil ik vandaag niet zeggen. Ik kom tijd tekort en slaap te weinig. Maar heb net toch het gesprek met Roel Verniers beluisterd dat op de radio werd heruitgezonden naar aanleiding van zijn dood. Ik ontdekte een paar maanden geleden de prachtig columns die hij schreef over kanker en hoe hij met de ziekte en zijn nakende dood omging. Mensen drukken me wel drie keer per dag op het hart dat ik niet te veel in de droevige dingen mag duiken. Maar voor mij werkt het helend. In het windstille oog van de storm vind ik begrip. En kan ik hopen dat ik dit begrip weer in troost voor anderen kan veranderen.

Graag zou ik wat meer onder vrienden zijn. Ik vrees soms dat mijn virtuele alomtegenwoordigheid op sociale media de indruk schept dat ik geen gaatje meer heb voor een moment met zijn tweeën. Het tegendeel is waar. Daarom ook kijk ik zo hard uit naar het feest voor mijn dertigste verjaardag, want daar zal ik vijftig keer met zijn tweeën proberen te zijn. Veel mensen ken ik van in het oog van één of andere storm. Of van een memorabel onweer dat de wereld even anders kleurde, of een briesje dat langs onze wangen streek. Eerlijk gezegd zal het me die dag ook niet kunnen schelen of er deeltjes zijn die sneller reizen dan het licht.

Dat het leven snel gaat. Dat wou ik even zeggen. Sta daar gerust af en toe bij stil.

zondag 11 september 2011

Ik heb een brief gekregen!

Drie zomers geleden schreef ik een stukje. Over meisjes - of eigenlijk één specifiek meisje - in mijn bed. Deze tekst doet het nog altijd goed op de podia. En telkens als ik hem lees voor een publiek, voel ik me een beetje betrapt. Omdat de tekst naast grappig ook zoveel meer is. Hj gaat over ontluikende vriendschap en hoe dat soms overweldigend kan zijn. Dat was in ieder geval de bedoeling.

Drie jaar later schrijft dat meisje mij een publieke brief. En daarom heb ik op zondagavond plots een krop in mijn keel. Ik vind de brief zo mooi, dat ik hem met jullie wil delen. Kijk maar. En misschien voelt zij zich nu ook een beetje betrapt. Net als ik. Maar weet je, dat maakt niet uit. Er zijn veel manieren om je betrapt te voelen. Sommige daarvan zijn best 'schoon'.

donderdag 1 september 2011

Reflecteren

‘Reflecteren’. Ze spreekt het woord uit. Niemand in het klaslokaal reageert. Hier en daar wordt een zucht geslaakt. Ze maakt zich geen illusies. Stiekem kokhalst er vast een enkeling bij het horen van het woord. Ze zou hem of haar wel naar haar vorige school willen sturen. Waar ‘reflecteren’ volgens vaste patronen gebeurt. In groep. Of in zoveel alinea’s en met de juiste tussentitels. Maar waar zij nu over praat, is geen dwangbuis. Dat hoeft het althans niet te zijn. Ook met een spiegel kan ze deze ‘reflectie’ moeilijk vergelijken. Haar spiegel vertoont barstjes. Wie ze ‘s ochtends in de spiegel zit, herkent ze nog niet helemaal. ‘Reflecteren’ betekent ook weerkaatsen. Van geluid. Opnieuw Echo: de eeuwige stem tussen de rotsen.

Nee, liever de weerkaatsing van licht. Licht dat soms zo fel schijnt, dat het haar even verblindt en laat lachen. Want dat moet gezegd worden. De eerste lesweek is loodzwaar, maar verlicht haar ziel toch merkbaar. Na een les merkt ze op dat ze écht twee volle uren niet gedacht heeft aan de schaduw die er sinds een paar maanden is. Het is geen boom die deze schaduw biedt. En ze heeft nog geen enkel plekje gevonden om te rusten.

Iets bemoedigends? Dit is veel ernstiger dan liefdesverdriet. En daarom krijgt ze minder advies, hierbij verbleekt elke goedbedoelde betweterigheid. Maar soms wordt die stilte wel erg luid. Hoopt ze dat er onverwachts aangebeld wordt. Of dat haar studenten haar een opdracht geven. Om te reflecteren. Over het verband tussen een albatros en een sinaasappel desnoods. Of iets anders, liefst iets wat lichtjaren verwijderd is van de schaduw.

Populaire berichten