Dag lieve papa,
Meteen deze gedachte,
voordat ze mij ontsnapt: drieëntwintig maanden na je dood besef ik weer eens wat
rouw zo moeilijk maakt. Volgens mij heb ik dit al eerder gezegd, in andere
beelden, andere onhandige cirkelbewegingen. Rouw heeft geen definitie. Rouw
vertakt zich in onnoemelijk veel knoopjes die moeilijk te traceren zijn. Er
valt geen zachte vinger op te leggen. Dat maakt ze zo ontroostbaar.
Dat maakt dit rouwproces
ook zo anders dan het liefdesverdriet dat ik goed kende. Bij liefdesverdriet
kon ik mezelf nog baldadig op de schouders slaan, af en toe wijzen op de
projecties die ik maakte. De ander missen is ‘iets in jezelf missen’, je kent
de redenering wel. Nu mis ik de helft van de mensen die me op de wereld zetten.
Dat is toch meteen een stuk complexer. Nu vrees ik dat je dood zowel een vage,
halve bestaansreden is die ik mis én een alibi voor al deze bespiegelingen vol
zelfmedelijden. Ja, papa, je bent mijn mededogen én het gebrek daaraan. Wat een
spagaat. Sjieken bal. Wist niet dat je zo lenig was.
Ik mis jou, maar
dan meteen veel meer dan de leegte die je achterliet. Ik vind het gemis terug
in veel te veel woorden, stilte, politieke verontwaardiging, in lanterfanterij, verbetenheid, in angst om
tegen een rug te kruipen én in angst om me van die rug los te maken. Ik mis je
en vraag me vervolgens af of het niet eerder januarikou en het weinige licht
zijn, die me zo droevig maken. Dit gemis is flou en schijnt dwars door alles
heen. Net als de lichtsnelheid geen constante, nog minder een onderwerp voor de
wetenschap, maar niet te ontlopen.
Soit. Ik stuurde
daarnet een oproep in het virtuele universum. Eens kijken of er iemand bergen
in de aanbieding heeft, om op 25 februari – exact twee jaar later - af te
wachten of het verdriet dan noemenswaardig groter is. Misschien niet, net als
vorig jaar. Maar ik durf ondertussen werkelijk nergens meer vanuit te gaan.
Twijfel als grootste wijsheid – laat ik morgen de brief aan Rupert Sheldrake
maar voorlezen op het pelgrimsdiner met het thema ‘Niemand gaat verloren’. Eenzaamheid als grootste en moeilijkste
vriend. Het lijkt net onze berg. Oh ja,
ik heb een bronzen panter gekocht. Zonder te weten of ik hem mooi vond. De
barst in het voetstuk deed me beseffen dat hij de mijne moest zijn. Mijn enige
panter. Rrr.
En sorry, ik was
in de war. Daarom heb ik geen brieven meer aan jou geschreven sinds ik ergens,
op een zielig hoekje internet, een bakvis werd genoemd die sentimentele
briefjes schrijft die altijd beginnen met ‘lieve papa’. Ik besef in deze koude
weken weer goed waarom me dat zo kwaad maakt. Niet enkel omdat het
symptomatisch is voor de plek die we rouw niet geven. Meer omdat ik door deze
brieven verdacht word van navelstaarderij, terwijl ik net een hand wil
uitreiken. Ik wil zeggen:
‘Kijk, ook dit is een manier om je eenzaam en onbegrepen te voelen. Die
eenzaamheid delen we met elkaar en maakt ons dus minder alleen.’ Want echt. Hij
die me een bakvis noemde. Laat hem zijn vader tillen, omdraaien, laat hem zijn
vader niet langer kunnen verstaan, laat hem de maagsondes ruiken, de kak en de pis,
laat hem voelen hoe eenzaam dat was. Laat hem nagaan hoeveel mensen nadien nog vragen
hoe je dat beleefd hebt, hoe het was, hoe het nu is. Eens kijken wie daarna de
bakvis is en wie kloten aan haar lijf heeft.
Natuurlijk moet
ik dit niet opschrijven, papa. Ik moet ze geen letter waardig gunnen. Dat weet
ik wel. Maar zoals ik al schreef: rouw kent veel knoopjes. Ook boze. Maar kom.
Laten we hopen op tranen, samen met de sneeuw.
Liefs,
Marie
3 opmerkingen:
Knuffel! Je bent geen 'bakvis' maar een levend, voelend wezen, en dat maakt je mooi en waardevol.
lieve Marie,
op het pelgrimsdiner vond ik het eerst jammer dat je besloten had tot de meer "politieke" teksten: iemand hoeft maar een band met een vader te benoemen en ik ben alert. Maar toen je begon te lezen, vond ik het al niet meer jammer. Je vermogen tot liefhebben was ook in die teksten voelbaar en vlambaar te ontvangen. En nu heb ik ook nog je blog gevonden en vind ik ook de brieven aan je vader. I am the luckyest bastard om beiden te hebben gekregen. Dank voor je heldere woorden en voor de tijd die ik via jouw brieven weer aan de liefde voor mìjn vader heb besteed. Want na 9 jaar begint de stem-die-vindt-dat-er-nu-best-goed-mee-te-leven-is-dat-hij-er-niet-meer-is de liefde af en toe erg in te pakken. Goddank is er altijd weer iets om het uit te pakken. O! En ook nog bedankt voor de muziek van Eline Vroonland, die ik ook bij je vond! Hartstikke groeten, Joke Portegies
Lieve Mare: Dank je. Je hebt gelijk.
Lieve Joke: Dank je. Reacties als deze doen mijn hart meteen gloeien. Het maakt scherp waarom ik schrijf: lezers bereiken en zo de wereld op mijn manier een ietsepietsie alerter, liefdevoller en zeker ook anders maken. Jouw reactie sterkt me hierin. Ik hoop dat je begrijpt waarom ik een deel van je publieke reactie geciteerd heb op de Facebookpagina 'Huiverinkt'. Liefs,
Marie
Een reactie posten