Leg mijn naam op tafel, tussen de gangen
van het kaartenhuis dat ons beiden te klein is.
Gun me de keerzijde die dit allemaal niet waard is.
Zet me klem in de zwaartekracht van de kaarten:
de schoppen drie, het hoogste goed en twee koninginnen:
die van de nacht en van het bloedrode hart.
Ik ben een verhaal zonder einde. Steeds weer.
Maar wees gerust: ik ken de rol die ik spelen moet.
Uw portret hangt al ingelijst in deze koude kamer.
Mijn vingers kennen het stof dat zich ophoopt
tussen de offers die ik eerder verbeeldde.
Dus sla mij lam, ik zal u smalend eren.
Smeek om meer en laat me ontkomen.
zondag 23 oktober 2011
zaterdag 22 oktober 2011
Protest bis
Ik ben niet op tijd op het Beursplein geraakt om mee te stappen met de mars/wandeling/... die vandaag door Occupy Amsterdam georganiseerd wordt. En heb daar de allerbeste reden voor. Maar u heeft die reden vast niet. Laten ik daarom, ter herinnering aan alles wat nog belangrijker is dan de stomste kutreden om niet op een plein te geraken, een ingezonden bericht plaatsen. De tekst is van Ron.
Juist vandaag de dag is protesteren dapper. We staan dagelijks poedeltje naakt salvo's marketing, politieke leugens en bullshit te incasseren. Dit zijn we zo gewend dat we ons van de intoxicatie niet eens bewust zijn. We denken dat het allemaal wel meevalt of overwaait. We leiden aan apathie. Vinden het nog heerlijk comfortabel ook. We zijn ingekakte verwende apen in luilekkerland ...wij hebben nooit hoeven vechten. En we moesten ons schamen tegenover generaties voor ons die nog lansen braken voor sociale zekerheid, vakbonden, fatsoenlijk onderwijs of 'gewoon' vrede. Ondertussen winterslapen we lekker door totdat we wakker zullen worden van de kou en alle beschaving als een Atlantis zien verzuipen. Protesteren anno 2011 is dapper. Maar vooral hard nodig!
Of je meedoet of niet, zet protest alsjeblieft niet denigrerend weg alsof het puberaal idealistisch geneuzel is. Neem de wind niet uit de zeilen van schepen die nodig zijn.
En ook Dima legt uit waarom protest nodig is.
Ik wens iedereen een fijne, verontwaardigde dag toe.
Juist vandaag de dag is protesteren dapper. We staan dagelijks poedeltje naakt salvo's marketing, politieke leugens en bullshit te incasseren. Dit zijn we zo gewend dat we ons van de intoxicatie niet eens bewust zijn. We denken dat het allemaal wel meevalt of overwaait. We leiden aan apathie. Vinden het nog heerlijk comfortabel ook. We zijn ingekakte verwende apen in luilekkerland ...wij hebben nooit hoeven vechten. En we moesten ons schamen tegenover generaties voor ons die nog lansen braken voor sociale zekerheid, vakbonden, fatsoenlijk onderwijs of 'gewoon' vrede. Ondertussen winterslapen we lekker door totdat we wakker zullen worden van de kou en alle beschaving als een Atlantis zien verzuipen. Protesteren anno 2011 is dapper. Maar vooral hard nodig!
Of je meedoet of niet, zet protest alsjeblieft niet denigrerend weg alsof het puberaal idealistisch geneuzel is. Neem de wind niet uit de zeilen van schepen die nodig zijn.
En ook Dima legt uit waarom protest nodig is.
Ik wens iedereen een fijne, verontwaardigde dag toe.
donderdag 20 oktober 2011
Lijnen op een plein
We hebben ons verzameld op een reusachtig plein. Er waait een sterke wind en het is zo koud, dat onze lippen blauw geworden zijn. Misschien zou het helpen om wat dichter bij elkaar te staan. Maar dat blijft toch altijd schrikken, huid op huid en merken dat de ander het nog kouder heeft dan jij. Dus we blijven op een veilige afstand van elkaar staan.
Gelukkig is de opdracht voor vandaag heel eenvoudig: een paar lijnen op de grond tekenen. Ik neem een wit krijtje uit mijn zak om een eerste grens te trekken. Dat kan ik goed, het initiatief nemen. Maar door de kou slaag ik er niet in om het krijtje vast te houden. Het breekt in tweeën op de stenen grond.
Plots staat hij achter mij. Zijn handen, die onverklaarbaar warm zijn, omkapselen de mijne. Hij sust me: “Rustig, ik zal ervoor zorgen dat je je krijtje opnieuw vast kan houden.” Vol afgrijzen kijk ik naar mijn handen. De warmte was afkomstig van dikke stroop, die nu mijn vingers aan elkaar kleeft. Ieder protestgebaar ziet er vanaf nu potsierlijk uit. Als ik mijn duim en wijsvinger tegen elkaar zou plaatsen en heel luid “Va fan culo!” zou roepen, dan blijven mijn vingers tot in de eeuwigheid in die protestpositie staan. Er zit niets anders op dan de zoete stroop van mijn handen te likken.
Nu stapt zij naar voor. Ze heeft net als ik een krijtje meegebracht, dat even rood is als haar lippenstift. Driftig somt ze alles op. Conclusie? Ze heeft een cirkel nodig waar veel ingestouwd kan worden. In één beweging tekent ze een grote, rode cirkel op het plein. De rode lijn raakt bijna mijn tenen en komt ook heel dicht bij alle andere voeten.
Ik roep. “Nee! Wij hebben ook ruimte nodig!” Plots begint het heel hard te regenen. Heb ik die regen opgeroepen? Alleszins niet met opzet. De dikke, rode lijn vervaagt. Het lijkt wel alsof er een jager voorbij is gekomen met een bloederige haas op zijn schouder. Met de zware regenval komt er ook een bord naar beneden gewaaid dat op een meter voor mij landt. “Wij zijn 99%!” staat er op het bord. Ik knik. Zo vol zijn onze hoofden.
Misschien moeten we op zoek gaan naar dat ene procent dat overblijft. Van daaruit onderhandelen vooraleer we grenzen trekken. Of is het beter om al die strepen te vergeten en heel dicht op een hoopje te gaan staan? Kunnen we dan nog wel ademen?
De opdracht voor vandaag leek nochtans niet zo moeilijk. Een paar lijnen trekken op een plein.
En wat muziek die hier goed bijpast. Dank je, Nora.
Gelukkig is de opdracht voor vandaag heel eenvoudig: een paar lijnen op de grond tekenen. Ik neem een wit krijtje uit mijn zak om een eerste grens te trekken. Dat kan ik goed, het initiatief nemen. Maar door de kou slaag ik er niet in om het krijtje vast te houden. Het breekt in tweeën op de stenen grond.
Plots staat hij achter mij. Zijn handen, die onverklaarbaar warm zijn, omkapselen de mijne. Hij sust me: “Rustig, ik zal ervoor zorgen dat je je krijtje opnieuw vast kan houden.” Vol afgrijzen kijk ik naar mijn handen. De warmte was afkomstig van dikke stroop, die nu mijn vingers aan elkaar kleeft. Ieder protestgebaar ziet er vanaf nu potsierlijk uit. Als ik mijn duim en wijsvinger tegen elkaar zou plaatsen en heel luid “Va fan culo!” zou roepen, dan blijven mijn vingers tot in de eeuwigheid in die protestpositie staan. Er zit niets anders op dan de zoete stroop van mijn handen te likken.
Nu stapt zij naar voor. Ze heeft net als ik een krijtje meegebracht, dat even rood is als haar lippenstift. Driftig somt ze alles op. Conclusie? Ze heeft een cirkel nodig waar veel ingestouwd kan worden. In één beweging tekent ze een grote, rode cirkel op het plein. De rode lijn raakt bijna mijn tenen en komt ook heel dicht bij alle andere voeten.
Ik roep. “Nee! Wij hebben ook ruimte nodig!” Plots begint het heel hard te regenen. Heb ik die regen opgeroepen? Alleszins niet met opzet. De dikke, rode lijn vervaagt. Het lijkt wel alsof er een jager voorbij is gekomen met een bloederige haas op zijn schouder. Met de zware regenval komt er ook een bord naar beneden gewaaid dat op een meter voor mij landt. “Wij zijn 99%!” staat er op het bord. Ik knik. Zo vol zijn onze hoofden.
Misschien moeten we op zoek gaan naar dat ene procent dat overblijft. Van daaruit onderhandelen vooraleer we grenzen trekken. Of is het beter om al die strepen te vergeten en heel dicht op een hoopje te gaan staan? Kunnen we dan nog wel ademen?
De opdracht voor vandaag leek nochtans niet zo moeilijk. Een paar lijnen trekken op een plein.
En wat muziek die hier goed bijpast. Dank je, Nora.
dinsdag 18 oktober 2011
Na een nachtje slapen... aanvullingen en huisregels
Uiteraard was ik me er gisteren van bewust dat de mogelijkheid bestond dat deze - meestal erg rustige - virtuele plek overspoeld zou worden door lezers die hier normaliter nooit komen. En uiteraard was dat stiekem ook een beetje de bedoeling van deze 'piratenactie'. Ik betreur dat het publieke debat onmogelijk geworden is. Een echt inhoudelijk discussie, met voor- en tegenstanders die zich zo goed mogelijk informeren, is wat echt nodig is. Dat ik daarvoor door het slijk getrokken wordt door bepaalde mensen is een offer dat ik graag maak. Nog een paar opmerkingen voor ik zuidwaarts vertrek:
1. Occupy is een internationale beweging. Omdat de beweging geen echte leiders heeft en zo vreselijk breed is (gevormd door mensen uit allerlei politieke, geografische en sociale hoeken), is het normaal en gezond dat er nog geen echt manifest is.
2. Dit betekent echt niet dat Occupy een vaag allegaartje is. Kijk maar naar het manifest van 'De Naamloze Vennootschap' , dat helder probeert te verwoorden welke verontwaardiging gedeeld wordt door de mensen die zich aansluiten bij de Occupy-beweging. Ook op de website van Occupy Amsterdam vind je een aantal voorstellen die in de toekomst bruikbaar kunnen zijn. Als je mee wil discussiëren, moet je wel even een account aanmaken.
3. De voorlaatste alinea van mijn brief heb ik gisteravond nog aangepast. De boodschap blijft gelijk, alleen heb ik ze nu zo verwoord op een manier die eenduidiger is en minder vatbaar voor misinterpretatie.
4. Ik heb meneer Verhaars columns nooit 'kanker' genoemd, want deze metafoor is veel breder bedoeld. Dat ik hem zelf kanker toewens, zoals in sommige reacties gesuggereerd wordt, getuigt al helemaal van een gebrekkige leesvaardigheid. Dat deze kankermetafoor door Verhaar toch aangewend wordt als een reden om niet te reageren, vind ik naast zwak ook ontzettend hypocriet. Hij is een vast columnist voor een website waar vrouwen regelmatig 'hoeren' wordt genoemd en in de reacties onder de desbetreffende post, wordt regelrecht opgeroepen tot geweld tegenover zwarte mensen.
5. Mocht Peter Verhaar, toch nog willen terugkomen op zijn laffe reactie, dan ben ik daar zeer benieuwd naar.
6. Huiverinkt is GeenStijl niet. Hoewel ik verheugd ben over de discussie die ontstaat, wil ik ze zo inhoudelijk mogelijk proberen te houden. Daarom zullen alle anonieme reacties verwijderd worden. Ook reacties die geschreven zijn door mensen die de brief én daaropvolgende reacties niet of oppervlakkig gelezen hebben en daar toch allerlei zaken over beweren, worden verwijderd. Als u daar niet mee akkoord gaat, verzoek ik u dringend op andere plekken te gaan fulmineren.
Een prettige discussie verder. Ten vroegste vrijdag volgt het volgende verslag van Occupy Amsterdam. Tot dan heb ik andere dingen aan mijn hoofd. En hopelijk vind ik binnenkort opnieuw tijd voor een blogpost met een zeker poëtisch gehalte.
1. Occupy is een internationale beweging. Omdat de beweging geen echte leiders heeft en zo vreselijk breed is (gevormd door mensen uit allerlei politieke, geografische en sociale hoeken), is het normaal en gezond dat er nog geen echt manifest is.
2. Dit betekent echt niet dat Occupy een vaag allegaartje is. Kijk maar naar het manifest van 'De Naamloze Vennootschap' , dat helder probeert te verwoorden welke verontwaardiging gedeeld wordt door de mensen die zich aansluiten bij de Occupy-beweging. Ook op de website van Occupy Amsterdam vind je een aantal voorstellen die in de toekomst bruikbaar kunnen zijn. Als je mee wil discussiëren, moet je wel even een account aanmaken.
3. De voorlaatste alinea van mijn brief heb ik gisteravond nog aangepast. De boodschap blijft gelijk, alleen heb ik ze nu zo verwoord op een manier die eenduidiger is en minder vatbaar voor misinterpretatie.
4. Ik heb meneer Verhaars columns nooit 'kanker' genoemd, want deze metafoor is veel breder bedoeld. Dat ik hem zelf kanker toewens, zoals in sommige reacties gesuggereerd wordt, getuigt al helemaal van een gebrekkige leesvaardigheid. Dat deze kankermetafoor door Verhaar toch aangewend wordt als een reden om niet te reageren, vind ik naast zwak ook ontzettend hypocriet. Hij is een vast columnist voor een website waar vrouwen regelmatig 'hoeren' wordt genoemd en in de reacties onder de desbetreffende post, wordt regelrecht opgeroepen tot geweld tegenover zwarte mensen.
5. Mocht Peter Verhaar, toch nog willen terugkomen op zijn laffe reactie, dan ben ik daar zeer benieuwd naar.
6. Huiverinkt is GeenStijl niet. Hoewel ik verheugd ben over de discussie die ontstaat, wil ik ze zo inhoudelijk mogelijk proberen te houden. Daarom zullen alle anonieme reacties verwijderd worden. Ook reacties die geschreven zijn door mensen die de brief én daaropvolgende reacties niet of oppervlakkig gelezen hebben en daar toch allerlei zaken over beweren, worden verwijderd. Als u daar niet mee akkoord gaat, verzoek ik u dringend op andere plekken te gaan fulmineren.
Een prettige discussie verder. Ten vroegste vrijdag volgt het volgende verslag van Occupy Amsterdam. Tot dan heb ik andere dingen aan mijn hoofd. En hopelijk vind ik binnenkort opnieuw tijd voor een blogpost met een zeker poëtisch gehalte.
maandag 17 oktober 2011
Open brief aan Peter Verhaar (columnist van GeenStijl)
Woord vooraf: Deze brief kreeg de meeste reacties ooit op Huiverinkt, maar nooit een antwoord van de geadresseerde. Uiteraard werd ik op GeenStijl wel door de mangel gehaald. Of dat leek toch de bedoeling te zijn. Wat er vervolgens in de reacties gebeurde, was best interessant. Kijk hier.
Beste Peter,
Ziezo. Een open brief die begint met een heldere aanleiding. 'Om 1200 demonstreren ze op Damrak tegen kapitalisme;s'avonds kijken ze op hun grote flatscreens of ze in beeld zijn.' Op de startdag van Occupy Amsterdam werd deze tweet van uw hand meer dan 100 keer geretweet. Twee dagen later is dit nog altijd een zogenaamde ‘toptweet’ die bovenaan staat als je in de zoekbalk #occupyamsterdam intikt. Gezien uw populariteit was dit een makkelijke maar geslaagde kaping van een belangrijk maatschappelijk onderwerp, toegegeven.
Ik wil het niet hebben over de pijnlijke slordigheid waarmee uw tweet getikt is. Ook wil ik niet jammeren over de dubbele rol die de media spelen in de berichtgeving rond de Occupy-acties. Sterker nog, voor deze brief vind ik uw stukje ‘Inhoudsloos bazelen’ op GeenStijl minder interessant dan waarom uw tweet een toptweet wordt.
Het is de kanker van de tijd, vermoed ik. Deze kanker wordt op GeenStijl (‘tendentieus, ongefundeerd en nodeloos kwetsend’) verder gecultiveerd. Als je deze kanker probeert tegen te gaan, dan wordt er verwacht dat je meteen een duidelijke behandeling in de plaats kan stellen. Een onderzoekende houding wordt niet getolereerd en gezien als tijdsverlies. ‘Welke alternatieven bieden de bezetters van Occupy Amsterdam?’ Tweets als deze plaatst u driftig op uw persoonlijke pagina. U heeft pasklare antwoorden nodig van die linkse ratten, want van dit inhoudsloos gebazel wordt u ongeduldig. Kom op, laat ze maar komen, met hun voorstel tot wereldwijde regularisatie van het banksysteem en een alternatief voor het neoliberalisme. ‘Wij zijn benieuwd, moehaha.’
Meneer Verhaar, mag ik de bal terugkaatsen? Kan u een vinger leggen op dit wanstaltig gezwel? Kan u duidelijk uitleggen waarom u meedraait in het heersende systeem? Door uw columns op GeenStijl te plaatsen hoopt u misschien dat wij de indruk krijgen dat u nog steeds het stoute jongetje bent dat vanuit de kantlijn tegen de grote vragen staat aan te schoppen. Maar kwajongens regeren dit Neder-land en verwijten op ongefundeerde websites dat anderen maar inhoudsloos bazelen. Meneer Verhaar, het is tijd om groot te worden en naar de rijke vent in de spiegel te kijken.
Wie u zeker bent? U bent onder andere ‘oprichter Alex Beleggersbank.blog en bank-columnist op GeenStijl’. Zijn er genoeg redenen om te vrezen dat we nooit overeen zullen komen? Niet belangrijk, want ik schrijf u deze brief om te begrijpen wie u nog meer bent. U bent een deel van de kanker. Ik ook, begrijp me niet verkeerd. Maar ik sta nog open voor alternatieve behandelingen. Al is het inderdaad erg moeilijk om niet besmet te raken met dezelfde misselijkheid die zo vreselijk ‘tendentieus’ is. Moet ik mezelf in quarantaine plaatsen? Ik denk het niet.
U schrijft voor GeenStijl. MijnStijl is soms dromerig en kwetsbaar, maar wel vaker boos en verontwaardigd. Misschien is die verontwaardiging wel net wat we delen. Ik zou daarom dolgraag weten waarover u verontwaardigd bent. Dat is hetzelfde als vragen wie u nog meer bent, begrijpt u dat?
Bent u boos over de flatscreens die de deelnemers van Occupy Amsterdam volgens u thuis hebben staan? Klinkklare onzin, dat beseft u zelf ook wel. Een boekenkast, dat wel. Kom gerust eens aan de toekomstdromen in die boeken ruiken.
In uw column schrijft u verder dat het rijke Nederland geen reden heeft om te protesteren. Inderdaad, voorlopig hebben de Nederlanders het een stuk beter dan de gemiddelde Amerikaan, Griek of Portugees. Maar die welvaart is erg wankel. Voorbeelden uit mijn eigen leven? Ik wil MijnStijl hier liefst niet te persoonlijk maken, maar vooruit. Ik weet niet of ik kinderen op deze onzekere en keiharde wereld wil zetten. Veel van mijn studenten aan de Hogeschool van Amsterdam moeten op hun 25ste beginnen met het terugbetalen van een studieschuld van 50.000 euro. Eigen schuld, dikke bult, dat klopt. Maar geef toe, het is niet eenvoudig om op te staan in een samenleving die je liever slaappillen geeft dan redenen om je wakker te schudden. De massa slaapt en bovenaan de slapende massa staat GeenStijl te schreeuwen. ‘Tendentieus, ongefundeerd en nodeloos kwetsend.’ Oef. Gelukkig hebben we jullie nog om ons erop te wijzen dat ons protest ‘inhoudsloos gebazel’ is.
Kortom: een inhoudelijk gefundeerd antwoord durf ik van u niet te verwachten. Maar toch zou ik graag begrijpen hoe het komt dat u in naam van GeenStijl schrijft. Is het omdat u weet dat ook zonder kleren aan de keizer heel lang indruk kan maken op zijn onderdanen? Gelooft u echt dat de Occupy-beweging bestaat uit mensen die thuis naar flatscreens kijken? Of beweert u morgen lekker het tegenovergestelde, dat de beweging bestaat uit een groep werkloze mensen met vettige dreadlocks, die de wiet uit elkaars rugzak stelen? Of is het allemaal veel simpeler dan dat en komt het u nu eenmaal beter uit als we de verrotting door laten woekeren? Als dat uw antwoord is, zou het mooi zijn voor de maatschappelijke discussie als u dat ook kon toegeven.
Beste Peter Verhaar, is het zo moeilijk om voor één keer 'consequent, gefundeerd en respectvol' te zijn? Als dat niet lukt, probeer u dan eens echte tegenslag voor te stellen. Een kelderend bedrijf bijvoorbeeld. Of een grachtenpand dat veel te duur blijkt te zijn. Een doodziek familielid voor wie de behandeling niet gedekt wordt door de geprivatiseerde ziekteverzekering. Kan u zich nu meer voorstellen bij de verontwaardiging die de mensen die zich bij Occupy Amsterdam aansluiten? Ziet u hoe die verontwaardiging vanuit oprechte bezorgdheid ontstaat? Het lijkt me goed als u bij uzelf eens nagaat waar uw 'ongefundeerde' verontwaardiging echt is ontstaan.
En nog dit: waarom de Occupy-beweging haar tenten niet heeft opgezet in de Zuidas, waar het echte geld zit? Het mag dan vooralsnog een dorp vol dromers en linkse ratten zijn, ik ben blij dat ze er toch iets van hebben begrepen. Kom me vanavond gerust eens opzoeken in het goed bereikbare centrum van de stad op het Beursplein. U herkent me aan mijn Belgische tongval. En ik kan vooralsnog gerust het bier betalen, mocht u op mijn uitnodiging ingaan. Ik ben geen zakkenroller. Nu u.
Met nieuwsgierige & verontwaardigde groet,
Marie
Beste Peter,
Ziezo. Een open brief die begint met een heldere aanleiding. 'Om 1200 demonstreren ze op Damrak tegen kapitalisme;s'avonds kijken ze op hun grote flatscreens of ze in beeld zijn.' Op de startdag van Occupy Amsterdam werd deze tweet van uw hand meer dan 100 keer geretweet. Twee dagen later is dit nog altijd een zogenaamde ‘toptweet’ die bovenaan staat als je in de zoekbalk #occupyamsterdam intikt. Gezien uw populariteit was dit een makkelijke maar geslaagde kaping van een belangrijk maatschappelijk onderwerp, toegegeven.
Ik wil het niet hebben over de pijnlijke slordigheid waarmee uw tweet getikt is. Ook wil ik niet jammeren over de dubbele rol die de media spelen in de berichtgeving rond de Occupy-acties. Sterker nog, voor deze brief vind ik uw stukje ‘Inhoudsloos bazelen’ op GeenStijl minder interessant dan waarom uw tweet een toptweet wordt.
Het is de kanker van de tijd, vermoed ik. Deze kanker wordt op GeenStijl (‘tendentieus, ongefundeerd en nodeloos kwetsend’) verder gecultiveerd. Als je deze kanker probeert tegen te gaan, dan wordt er verwacht dat je meteen een duidelijke behandeling in de plaats kan stellen. Een onderzoekende houding wordt niet getolereerd en gezien als tijdsverlies. ‘Welke alternatieven bieden de bezetters van Occupy Amsterdam?’ Tweets als deze plaatst u driftig op uw persoonlijke pagina. U heeft pasklare antwoorden nodig van die linkse ratten, want van dit inhoudsloos gebazel wordt u ongeduldig. Kom op, laat ze maar komen, met hun voorstel tot wereldwijde regularisatie van het banksysteem en een alternatief voor het neoliberalisme. ‘Wij zijn benieuwd, moehaha.’
Meneer Verhaar, mag ik de bal terugkaatsen? Kan u een vinger leggen op dit wanstaltig gezwel? Kan u duidelijk uitleggen waarom u meedraait in het heersende systeem? Door uw columns op GeenStijl te plaatsen hoopt u misschien dat wij de indruk krijgen dat u nog steeds het stoute jongetje bent dat vanuit de kantlijn tegen de grote vragen staat aan te schoppen. Maar kwajongens regeren dit Neder-land en verwijten op ongefundeerde websites dat anderen maar inhoudsloos bazelen. Meneer Verhaar, het is tijd om groot te worden en naar de rijke vent in de spiegel te kijken.
Wie u zeker bent? U bent onder andere ‘oprichter Alex Beleggersbank.blog en bank-columnist op GeenStijl’. Zijn er genoeg redenen om te vrezen dat we nooit overeen zullen komen? Niet belangrijk, want ik schrijf u deze brief om te begrijpen wie u nog meer bent. U bent een deel van de kanker. Ik ook, begrijp me niet verkeerd. Maar ik sta nog open voor alternatieve behandelingen. Al is het inderdaad erg moeilijk om niet besmet te raken met dezelfde misselijkheid die zo vreselijk ‘tendentieus’ is. Moet ik mezelf in quarantaine plaatsen? Ik denk het niet.
U schrijft voor GeenStijl. MijnStijl is soms dromerig en kwetsbaar, maar wel vaker boos en verontwaardigd. Misschien is die verontwaardiging wel net wat we delen. Ik zou daarom dolgraag weten waarover u verontwaardigd bent. Dat is hetzelfde als vragen wie u nog meer bent, begrijpt u dat?
Bent u boos over de flatscreens die de deelnemers van Occupy Amsterdam volgens u thuis hebben staan? Klinkklare onzin, dat beseft u zelf ook wel. Een boekenkast, dat wel. Kom gerust eens aan de toekomstdromen in die boeken ruiken.
In uw column schrijft u verder dat het rijke Nederland geen reden heeft om te protesteren. Inderdaad, voorlopig hebben de Nederlanders het een stuk beter dan de gemiddelde Amerikaan, Griek of Portugees. Maar die welvaart is erg wankel. Voorbeelden uit mijn eigen leven? Ik wil MijnStijl hier liefst niet te persoonlijk maken, maar vooruit. Ik weet niet of ik kinderen op deze onzekere en keiharde wereld wil zetten. Veel van mijn studenten aan de Hogeschool van Amsterdam moeten op hun 25ste beginnen met het terugbetalen van een studieschuld van 50.000 euro. Eigen schuld, dikke bult, dat klopt. Maar geef toe, het is niet eenvoudig om op te staan in een samenleving die je liever slaappillen geeft dan redenen om je wakker te schudden. De massa slaapt en bovenaan de slapende massa staat GeenStijl te schreeuwen. ‘Tendentieus, ongefundeerd en nodeloos kwetsend.’ Oef. Gelukkig hebben we jullie nog om ons erop te wijzen dat ons protest ‘inhoudsloos gebazel’ is.
Kortom: een inhoudelijk gefundeerd antwoord durf ik van u niet te verwachten. Maar toch zou ik graag begrijpen hoe het komt dat u in naam van GeenStijl schrijft. Is het omdat u weet dat ook zonder kleren aan de keizer heel lang indruk kan maken op zijn onderdanen? Gelooft u echt dat de Occupy-beweging bestaat uit mensen die thuis naar flatscreens kijken? Of beweert u morgen lekker het tegenovergestelde, dat de beweging bestaat uit een groep werkloze mensen met vettige dreadlocks, die de wiet uit elkaars rugzak stelen? Of is het allemaal veel simpeler dan dat en komt het u nu eenmaal beter uit als we de verrotting door laten woekeren? Als dat uw antwoord is, zou het mooi zijn voor de maatschappelijke discussie als u dat ook kon toegeven.
Beste Peter Verhaar, is het zo moeilijk om voor één keer 'consequent, gefundeerd en respectvol' te zijn? Als dat niet lukt, probeer u dan eens echte tegenslag voor te stellen. Een kelderend bedrijf bijvoorbeeld. Of een grachtenpand dat veel te duur blijkt te zijn. Een doodziek familielid voor wie de behandeling niet gedekt wordt door de geprivatiseerde ziekteverzekering. Kan u zich nu meer voorstellen bij de verontwaardiging die de mensen die zich bij Occupy Amsterdam aansluiten? Ziet u hoe die verontwaardiging vanuit oprechte bezorgdheid ontstaat? Het lijkt me goed als u bij uzelf eens nagaat waar uw 'ongefundeerde' verontwaardiging echt is ontstaan.
En nog dit: waarom de Occupy-beweging haar tenten niet heeft opgezet in de Zuidas, waar het echte geld zit? Het mag dan vooralsnog een dorp vol dromers en linkse ratten zijn, ik ben blij dat ze er toch iets van hebben begrepen. Kom me vanavond gerust eens opzoeken in het goed bereikbare centrum van de stad op het Beursplein. U herkent me aan mijn Belgische tongval. En ik kan vooralsnog gerust het bier betalen, mocht u op mijn uitnodiging ingaan. Ik ben geen zakkenroller. Nu u.
Met nieuwsgierige & verontwaardigde groet,
Marie
'We zaten eventjes op dezelfde frequentie' (verslag dag 2)
foto: Kasper Vogelzang
Nieuwsgierigheid heeft ervoor gezorgd dat ik op de grond naast een man met dreadlocks ben beland. Hij heeft een verweerd gezicht, lieve ogen en een heftig verhaal. Erg duidelijk lijkt onze conversatie niet te worden. Nochtans trok hij eerder op de avond, tijdens de ‘group assembly’, mijn aandacht met een kurkdroge opmerking. Toen we de actie bespraken die morgenochtend bij de opening van de beurs zal worden gehouden.
Plots hoor ik een blond meisje met een bril een vraag stellen. Wie zijn we, wat doen we? Ik richt me op en leid haar en haar vriendinnetje naar de informatieboom. Dit is één van de vaste stekjes die de laatste 24 uur deel zijn gaan uitmaken van het vreemdsoortige dorp dat het Beursplein ondertussen is geworden. Bij de pingpongtafel staan een paar Marokkaanse jochies te praten met Spaanse toeristen. We lopen voorbij een jongen die net aan de UvA is gepromoveerd en die vanavond stevig bijdroeg aan de ‘group assembly’.
De twee meisjes bekijken grondig het foldertje van ‘Occupy Amsterdam’. Hmm, niet duidelijk één politieke strekking dus. Maar wat dan wel? Ik besluit de vraag terug te stellen. Waarom zijn zij gekomen? Het blonde meisje werkt bij de Bijenkorf. Na twee dagen wilde ze wel eens weten wie al dat vrolijke geluid maakt.
Ze gaat verder. Of ik weet dat de versterking op het plein gisteren, toen mensen door een microfoon hun protest uitten, even op dezelfde frequentie zat als de intercom van de Bijenkorf? De winkelende toeristen wisten niet wat hen overkwam. Een lach borrelt uit het diepste van mijn buik op. Enthousiast loop ik naar het mediateam, dat hopelijk morgen (maandag) om half zes echt vorm zal krijgen. Ik hoor een leuk verhaal voor een tweet, wil ik hun zeggen, maar behalve de nieuwe geluidsman (die gisteren mijn protesttekst opnam) krijg ik de aandacht niet. Alle blikken zijn fanatiek op het computerscherm gericht. Sommige mensen zijn bezig met het opzetten van een partytent. Ach, ik schrijf het zelf wel even op. Het blonde meisje krijgt mijn visitekaartje.
Wat later staat ze te praten met fotograaf Kasper. 'Vind je dat niet vreselijk?' hoor ik hem uitroepen. Het gesprek gaat over de studieschuld van het meisje, die 50.000 euro bedraagt. Daar moet ze even over nadenken. 'Ik kom later zeker nog eens langs', belooft ze. 'Want het gaat over ons allemaal, toch?' Het is nog iets te vroeg voor het idee om elke dag een kleine nieuwsuitzending van één minuut in de Bijenkorf uit te zenden. Maar misschien is het wel een leuk plan voor binnenkort. Want zelfs de winkelende mensen in het grootwarenhuis delen dezelfde frequentie. En ook met de politie zit het voorlopig wel goed.
Wie zich wil informeren over het waarom van deze beweging… hier is de tip van de dag.
zondag 16 oktober 2011
open e-mail aan schoolbestuur Landstede
Beste schoolbestuur,
Veel tijd voor deze e-mail heb ik niet. Ik moet nog wc-papier gaan kopen en dat samen met de douchegel en de plakken kaas die ik op overschot heb in een tas steken. Deze spullen geef ik straks aan de actievoerders die sinds gisteren in het kader van Occupy Amsterdam het Beursplein bezetten. 'Bezetters' is overigens een veel te groot woord voor de paar duizend mensen die inzien dat er een paar dingen erg fout gaan in deze wereld. En dat we dringend een plek nodig hebben om samen te praten over wat we hieraan kunnen doen.
Gisteren was er ook een leerling die op jullie school studeert bij de sprekers die de duizenden mensen op het Beursplein toesprak. Zijn naam heb ik niet onthouden, maar ik onthield wel wat hij vertelde. Dat het schoolbestuur met een schorsing had gedreigd nadat hij op school posters van ‘Occupy Amsterdam’ had opgehangen.
Ik werk zelf al een jaar of zes in het onderwijs. Eerst in Belgische scholen, waar een behoorlijk streng posterbeleid wordt gevoerd. Daar geldt de regel: enkel posters voor evenementen die je zelf organiseert en zeker geen posters met commerciële doeleinden. Occupy Amsterdam heeft geen leiding. Iedereen organiseert mee.
Nu ik werk op de Hogeschool van Amsterdam, kijk ik mijn ogen uit. Tijdens mijn lunchpauze kijk ik naar een scherm dat flitsende beelden van merknamen en naakte vrouwen toont. De liften en muren in het gebouw hangen vol met reclame voor Blackberry, T-mobile, Apple en andere bedrijven. Mocht ik daar een affiche van ‘Occupy Amsterdam’ zien hangen, dan zou mijn hart een sprongetje maken van opluchting. Want is dat niet waar onderwijs over zou moeten gaan? Zelf een beter, slimmer, handiger mens worden. En ervoor zorgen dat ook de wereld rondom jou betere overlevingskansen krijgt.
Met vriendelijke groet,
Marie
Veel tijd voor deze e-mail heb ik niet. Ik moet nog wc-papier gaan kopen en dat samen met de douchegel en de plakken kaas die ik op overschot heb in een tas steken. Deze spullen geef ik straks aan de actievoerders die sinds gisteren in het kader van Occupy Amsterdam het Beursplein bezetten. 'Bezetters' is overigens een veel te groot woord voor de paar duizend mensen die inzien dat er een paar dingen erg fout gaan in deze wereld. En dat we dringend een plek nodig hebben om samen te praten over wat we hieraan kunnen doen.
Gisteren was er ook een leerling die op jullie school studeert bij de sprekers die de duizenden mensen op het Beursplein toesprak. Zijn naam heb ik niet onthouden, maar ik onthield wel wat hij vertelde. Dat het schoolbestuur met een schorsing had gedreigd nadat hij op school posters van ‘Occupy Amsterdam’ had opgehangen.
Ik werk zelf al een jaar of zes in het onderwijs. Eerst in Belgische scholen, waar een behoorlijk streng posterbeleid wordt gevoerd. Daar geldt de regel: enkel posters voor evenementen die je zelf organiseert en zeker geen posters met commerciële doeleinden. Occupy Amsterdam heeft geen leiding. Iedereen organiseert mee.
Nu ik werk op de Hogeschool van Amsterdam, kijk ik mijn ogen uit. Tijdens mijn lunchpauze kijk ik naar een scherm dat flitsende beelden van merknamen en naakte vrouwen toont. De liften en muren in het gebouw hangen vol met reclame voor Blackberry, T-mobile, Apple en andere bedrijven. Mocht ik daar een affiche van ‘Occupy Amsterdam’ zien hangen, dan zou mijn hart een sprongetje maken van opluchting. Want is dat niet waar onderwijs over zou moeten gaan? Zelf een beter, slimmer, handiger mens worden. En ervoor zorgen dat ook de wereld rondom jou betere overlevingskansen krijgt.
Met vriendelijke groet,
Marie
zaterdag 15 oktober 2011
Occupy Amsterdam: verslag dag 1 aan de hand van persoonlijke hoogtepunten
#voorbereiding Ik knip een tasje met stoffen handvatten doormidden en schrijf er het volgende op: “The only good now listens to the past and cares about the future. No pasaran.’” Daarna steek ik mijn armen door de lusjes, zodat de slogan op mijn rug belandt.
#Spanjaardinkielzog Onderweg, op het Rokin, tikt een fietsende Spanjaard me op mijn sloganeske rug. Vanwaar die Spaanse uitspraak? Ik vertel hem heel kort iets over mijn grootvader en troon hem mee naar het Beursplein. Hij belooft langs te zullen komen.
#lievepolitie Naar aloude gewoonte, stoot mijn fiets opgewonden wat andere fietsen omver. Braaf zet ik ze allemaal weer recht en zie in mijn ooghoek twee agenten grinniken. Ik vraag ze om lief te zijn vandaag. Ze zeggen dat ze het tot nu toe allemaal 'best gezellig' vinden.
#prachtigallegaartje Ik zie baby’s, bloemen, oude mannen, verontwaardigde zestienjarigen, veel kleur en verrassend weinig dronkenlappen. Mijn hart maakt een sprongetje. Vijf van mijn 625 Facebookvrienden komen langs en wisselen elkaar af. Het moet ergens beginnen, denk ik (lichtelijk teleurgesteld).
#geduld Een halfuur lang wacht ik geduldig op de microfoon. Ik luister naar Roel van Duijn (Provo). Een jongeman vertelt aan de menigte dat ze hem op school dreigen te schorsen omdat hij posters heeft opgehangen. We beloven een mail te sturen naar het schoolbestuur - info@landstede.nl.
#protest Ik neem de microfoon en leg de slogan op mijn rug uit. Daarna lees ik ‘Protest’ voor. Ik zeg dat deze dag wel wat seks kan gebruiken en zeker geen censuur. Handengeklap. Naast mij loeit een sirene.
#tranenindeogen Een oude man knijpt na afloop mijn schouders fijn. Ze kunnen wel wat dragen, beloof ik hem met dichtgeknepen keel. Ik krijg een visitekaartje, deel er zelf de kaartjes uit die mijn liefste vorige week voor me maakte. En ben nu al benieuwd wat er zoal in de brievenbus zal vallen.
#kringgesprek Een paar vrijwilligers leggen uit hoe we zonder micro’s en met gebaren een gesprek zullen houden. De discussie die volgt is chaotisch, maar hoopgevend. Er komen vrouwen, anarchisten en marxisten aan het woord. Maar vooral veel mensen die het allemaal kotsbeu zijn. En iets nieuws willen proberen.
#Brussel Mijn neef sms’t. “3000 Brussel. Hoeveel in Amsterdam?” (Achteraf blijkt dat er in Brussel zeker 6000 mensen aanwezig waren)
#afspraak Morgen, 16 oktober in de Melkweg. En ook in de Stadsschouwburg. En elke zaterdag vanaf nu op het Beursplein. We gaan actiegroepen maken. Nadenken over werk, onderwijs, geld, verspreiding, media. En vooral: praten over hoe het anders kan.
#oudegeitenhart Twee jongemannen spreken me aan. Ze studeren film en maken een sfeerverslag. De geluidskwaliteit van mijn optreden was slecht. We trekken elkaar naar een tussenverdieping in de Bijenkorf. Daar lees ik geduldig nog eens de tekst voor. Deze keer is het geluid een stuk beter, luister maar. Mijn oudegeitenhart maakt een sprongetje.
#theinsidejob Na een korte afwezigheid keer ik terug naar het Beursplein. Daar is de duisternis gevallen. Op een groot scherm wordt “Inside job” getoond. Over de malaise in de financiële wereld. Ik kijk verbouwereerd. Matt Damon verrast me in goede zin en Obama stelt teleur. En al de rest is te grof voor woorden. Eén man in het publiek lalt onzin die een kern van waarheid betreft. Op de trappen zie ik nog steeds veel zeventigplussers zitten.
#paprikachips Er gaat een zak chips rond. Mijn linkerbuurman houdt de zak net iets te lang vast en wordt op de vingers getikt. Mijn rechterbuurman wil vooral gelukkig zijn, maar toch vond hij het belangrijk om te komen. En vlak voor mij zie ik plots Joost Baars, die net tot de raad van beheer van het mooiste literaire tijdschrift ter wereld is toegetreden.
#smerigedixies In mijn enthousiasme ga ik zonder te kijken op de bril zitten. Een kletsnat gat en geen redding nabij.
#tenten Onderweg naar mijn fiets spreek ik 3 moedige kampeerders aan. (Er waren er veel meer). Ik beloof morgen wc-papier voor hen mee te brengen. Neemt u ook een rol mee?
Occupy Amsterdam: waarom?
Het holst van de nacht. Niet echt, dit zou het begin kunnen zijn van een wilde nacht, maar naar Amsterdamse normen is dit het holst. Negentig procent van de feestjes in de binnenstad wordt immers om één uur ‘s nachts afgesloten. Ik probeerde er twee dagen geleden over te discussiëren in een klaslokaal. Toen zei ik er snel bij dat ik een beetje aan het provoceren was. Over de avondklok heb ik met geen woord gerept. Het zou nogal zwaar zijn om dit nachtbeleid te vergelijken met een strenge avondklok uit vroegere tijden. Hopelijk denken ze daar zelf over na. Dat dit een stad is geworden waar ontzettend veel te doen valt, maar waar de discussie achteraf vaak kort en mager blijft. Omdat de kroegen sluiten. Omdat vergunningen onverbiddelijk gekoppeld zijn aan strikte burgerlijke gehoorzaamheid. Ook mijn dertigste verjaardag in een ‘creatieve vrijplaats’ werd bruusk afgesloten door een paar in het zwart geklede securitybinken. Ik was niet onder de indruk van hun machtsvertoon, maar de muziek stopte onverbiddelijk. Ruimte om het feest te rekken was er niet.
Als ze op die creatieve vrijplek een microfoon hadden geregeld, zoals beloofd was, dan had ik verteld wat al een tijdje van mijn hart moet. Hoe ik tien jaar geleden, op een betoging van ‘andersglobalisten’ in het centrum van Gent in discussie raakte met een man in maatpak die door het centrum flaneerde. “Over tien jaar praten we nog eens!” riep hij me zelfzeker toe. Dan zou ik kinderen hebben, veel geld verdienen en al helemaal niet de ambitie meer hebben om de wereld te verbeteren. Net als hij. Want that’s the way things go in this life.
“Nee!” riep ik luid en tien jaar later hoef ik hier niet op terug te komen. Ik wil weliswaar graag kinderen, maar vraag me elke dag weer af of ik ze wel op deze wereld wil zetten. Mijn studenten schrikken ervan, dat ik dat zo stellig in vraag durf te stellen. Maar ik meen het. Zoals ik het ook meen wanneer ik zeg dat iedereen die niets beters te doen heeft, morgen naar het centrum van de dichtstbijzijnde hoofdstad moet afzakken. Ik neem zelf wat teksten mee naar het Beursplein, waar Occupy Amsterdam van start zal gaan.
En nee, ik heb geen glasheldere alternatieven. Maar ik heb wel een idee over hoe beter zou kunnen gaan. En inderdaad, ik plaats me niet buiten het systeem waartegen ik reageer. En ja, de kans is groot dat dit initiatief gekaapt wordt door anachronistische marxisten en een bende nihilisten en dat zij samen met een paar politieagenten de kans schoon zullen zien om primitieve lusten bot te vieren. Maar toch, lieve mensen, blijft het een betere optie dan al die ‘ja, maar’-argumenten op te sommen en thuis te blijven.
Tot morgen? No pasaran. Laten we de geschiedenis niet vergeten. Ik wil in ieder geval vechten voor een toekomst waarmee mijn grootouders blij zouden zijn.
En nog een passend liedje gekozen door Huiverdj Nora.
Als ze op die creatieve vrijplek een microfoon hadden geregeld, zoals beloofd was, dan had ik verteld wat al een tijdje van mijn hart moet. Hoe ik tien jaar geleden, op een betoging van ‘andersglobalisten’ in het centrum van Gent in discussie raakte met een man in maatpak die door het centrum flaneerde. “Over tien jaar praten we nog eens!” riep hij me zelfzeker toe. Dan zou ik kinderen hebben, veel geld verdienen en al helemaal niet de ambitie meer hebben om de wereld te verbeteren. Net als hij. Want that’s the way things go in this life.
“Nee!” riep ik luid en tien jaar later hoef ik hier niet op terug te komen. Ik wil weliswaar graag kinderen, maar vraag me elke dag weer af of ik ze wel op deze wereld wil zetten. Mijn studenten schrikken ervan, dat ik dat zo stellig in vraag durf te stellen. Maar ik meen het. Zoals ik het ook meen wanneer ik zeg dat iedereen die niets beters te doen heeft, morgen naar het centrum van de dichtstbijzijnde hoofdstad moet afzakken. Ik neem zelf wat teksten mee naar het Beursplein, waar Occupy Amsterdam van start zal gaan.
En nee, ik heb geen glasheldere alternatieven. Maar ik heb wel een idee over hoe beter zou kunnen gaan. En inderdaad, ik plaats me niet buiten het systeem waartegen ik reageer. En ja, de kans is groot dat dit initiatief gekaapt wordt door anachronistische marxisten en een bende nihilisten en dat zij samen met een paar politieagenten de kans schoon zullen zien om primitieve lusten bot te vieren. Maar toch, lieve mensen, blijft het een betere optie dan al die ‘ja, maar’-argumenten op te sommen en thuis te blijven.
Tot morgen? No pasaran. Laten we de geschiedenis niet vergeten. Ik wil in ieder geval vechten voor een toekomst waarmee mijn grootouders blij zouden zijn.
En nog een passend liedje gekozen door Huiverdj Nora.
dinsdag 4 oktober 2011
Met dank aan...
troost uit onverwachte hoek. En wat 'onverwacht' is, daar hebben we het later wel eens over.
De platte aarde die niet draaien wil
Soms denk ik dat de aarde plat is. Want ze kantelt op dit moment gevaarlijk. In het veilige midden is er even geen plek meer, dus ik kan niet anders dan dichtbij het randje staan.
Als dit inderdaad het geval is, dan moeten de mensen die in het midden staan even wat meer ruimte bieden aan de afvalligen. Knuffel me desnoods. En neem in die omarming ook de mensen die ik graag zie mee. Als je toch de onweerstaanbare behoefte zou voelen om mij of mijn naasten pijn te doen, hou er dan rekening mee dat ik ondertussen al een flinke tijd gewichten aan het tillen ben. Mijn armspieren zijn niet te onderschatten. Ik kan stevig omhelzen, maar als het nodig is geef ik je een duwtje. En dan moet je me niet roepen, als je daar ergens gewichtloos aan het bloeden en huilen bent.
Maar misschien is de aarde helemaal niet plat en ligt het probleem ergens anders. Als ze toch rond is, is ze vast gestopt met draaien. Ik bengel –samen met een grote hoop anderen- ergens onderaan. Wat we moeten doen als dit de oorzaak van het probleem is? De wereld draaiende houden. Zorgen dat iedereen een portie begrip en medeleven krijgt. Ruimte bieden. En af en toe een feestje houden. Een kampvuur maken. Ook dat kan helpen om die wereld draaiende te houden.
Kortom: hoe gevaarlijk deze situatie ook is, de oplossing ligt opvallend dichtbij.
Als dit inderdaad het geval is, dan moeten de mensen die in het midden staan even wat meer ruimte bieden aan de afvalligen. Knuffel me desnoods. En neem in die omarming ook de mensen die ik graag zie mee. Als je toch de onweerstaanbare behoefte zou voelen om mij of mijn naasten pijn te doen, hou er dan rekening mee dat ik ondertussen al een flinke tijd gewichten aan het tillen ben. Mijn armspieren zijn niet te onderschatten. Ik kan stevig omhelzen, maar als het nodig is geef ik je een duwtje. En dan moet je me niet roepen, als je daar ergens gewichtloos aan het bloeden en huilen bent.
Maar misschien is de aarde helemaal niet plat en ligt het probleem ergens anders. Als ze toch rond is, is ze vast gestopt met draaien. Ik bengel –samen met een grote hoop anderen- ergens onderaan. Wat we moeten doen als dit de oorzaak van het probleem is? De wereld draaiende houden. Zorgen dat iedereen een portie begrip en medeleven krijgt. Ruimte bieden. En af en toe een feestje houden. Een kampvuur maken. Ook dat kan helpen om die wereld draaiende te houden.
Kortom: hoe gevaarlijk deze situatie ook is, de oplossing ligt opvallend dichtbij.
Abonneren op:
Posts (Atom)
Populaire berichten
-
Woord vooraf: Deze brief kreeg de meeste reacties ooit op Huiverinkt, maar nooit een antwoord van de geadresseerde. Uiteraard werd ik op Gee...
-
Bepakt met een tas vol poëzie verliet ik gisteren de pendelbus die me naar het festivalterrein van het uitverkochte Beyond-festival in...
-
Lieve papa, Je weet dat het voor mij niet moeilijk is om woorden te vinden. Wel om ze te schrappen. Wat vertel ik nu? Voor een...
-
Op mijn bureaublad staan twee gedichtenmappen: 'Klaar ofzo' en 'In progress'. Spijtig genoeg is de laatste map veel groter d...