Ik ben moe en
moet opschrijven waarom ik vannacht de slaap niet kon vatten. Het waren niet de
herinneringen aan een concert in 2011 die de paarse prins gisteren in de
Amsterdamse Ziggo Dome bovenhaalde, funky herinneringen die onlosmakelijk verbonden
zijn met het doodvonnis van mijn ‘inmiddels overleden’ vader. Deze sluipende
onrust wordt door een andere flashback veroorzaakt. We hoeven niet eens terug
te gaan naar de verkiezingsuitslag in 1933, al vragen de beelden van het Gentse NV-A feestje na de verkiezingsoverwinning gisterenavond daar wel om: ‘cyaankali
voor Front des Francophones’, de uitgestoken rechterarm en monter opgeknipte
kapseltjes met zijstreep.
Een zelfbeleefde
herinnering voelt relevanter. Die van Zwarte Zondag in 1991. Niet alleen de
verongelijkte angst die de N-VA met het Vlaams Blok en andere rechtse ideologieën
deelt is hierin belangrijk, al leest wat in ‘Charta 91’ werd geschreven nog
steeds erg actueel: “Intussen rukt rechts verder op. Het Vlaams Blok zit nu overal.
Ook al in de media. Het bespeelt de angst voor, de vage klachten over en de
agressieve verwerping van de/het Andere. Ook de VLD tapt uit een dergelijk
vaatje. Zij gebruikt de mythe van de heroïsche strijd van de ´burger´ tegen de
´drukkingsgroepen´ met de bedoeling de welvaartsstaat verder te ondermijnen.
Met de idee van individuele zelfbeschikking praat zij de meedogenloze
concurrentie van de vrije markt goed. In deze strijd om de ´survival of the
fattest´ worden steeds meer mensen uitgesloten.”
Vooral hoe
progressief Vlaanderen zich toen voelde en hoe het reageerde in 1991, doet mij
terugblikken. Misschien was ik te jong en het nest waarin ik opgroeide te links
voor een realistisch beeld van de tegengeluiden die na de verkiezingsuitslag
van het Vlaams Blok in Antwerpen in heel Vlaanderen te horen waren. Maar toch. Ik
herinner me meer dan de Hand in Hand-betogingen. Ik herinner me échte
verontwaardiging. Die eigenlijk nooit verdwenen is, maar wel op dagelijkse
basis gesust, onderdrukt en geridiculiseerd wordt, terwijl de angst waar rechts op teert veel
wijdverbreider gemediatiseerd en gecultiveerd wordt. De verontwaardiging groeit
gelukkig ook. We moeten er stilaan écht wat mee. Online, maar vooral on
life. Want online protest wakkert aan, maar als het liefde en daadkracht wil
zijn en ‘empowerment’ wil worden, dan is fysiek contact nodig. Voor een warm
tegen- of voorgeluid is stromend bloed nodig én oogcontact.
De destructieve
en xenofobe politiek van de N-VA vraagt uiteraard niet om een cordon sanitaire.
Niet alleen omdat deze op lange termijn weinig zin heeft gehad; de wolf vermomt
zich in schaapskleren en steekt mekkerend nog steeds dezelfde rechterpoot op. Voor
een cordon sanitaire is het N-VA veel te salonfähig, een stem op die partij
veel te ‘bon ton’. Toch konden velen van mijn Vlaamse Facebookvrienden vannacht
niet goed slapen, of werden ze wakker in een Vlaanderen dat nog minder als
thuis voelde. Ik las verhuisplannen en zelfs één baldadig moordplan op Bart De
Wever. Ik las ook terechte hoera-geluiden omdat Groen! zoveel stemmen gewonnen
heeft en op federaal niveau ook flinker links terrein wint.
En ook dit: “Mijn
hart klopt links dus kan ik niet tevreden zijn met de uitslag. Desalniettemin,
proficiat. Ik heb gevloekt gisteren, maar dat ga ik vandaag niet doen op
jullie. Polarisatie genoeg.” Of de hand reiken werkt? Ik twijfel. De N-VA-stemmers die
willen discussiëren over de theorieën van Theodore Dalrymple, het grote
ideologische idool van Bart De Wever, zijn misschien nog potentiële
gesprekspartners. Maar heeft het plat-populistische campagnefilmpje ‘De Beestige Biezenmoord’ niet voor meer kiezers gezorgd? Als je werkelijk iets wil
doen online, maak dan massaal duidelijk dat de N-VA niet zo salonfähig is. Dat
kan zonder te polariseren. Als je vannacht niet kan slapen, deel dan de beelden
van dat N-VA-feestje of de gelijkenissen met de ideologie van Theodore Dalrymple op je Facebookwall. En niet de flauwe cartoons waarin Bart De Wever
met Hitlersnor wordt afgebeeld. Deel de realiteit, de gelijkenis, maar niet de
overdrijving.
Wat verder in
diezelfde hand-uitreikende status lees ik “Amor omnia vincit”. Ik geloof het
graag. Maar die liefde moet daadkrachtig zijn en niet van wollige schapenvacht
geweven. Die liefde moet echt zijn en op straat komen. Die liefde mag niet
salonfähig zijn, maar moet zich misschien wel in twee lange rijen en hand in
hand aan de taalgrens opstellen en in de ogen kijken. Om maar ergens te beginnen.
Nog een citaat uit
‘Charta 91’ : “Wij menen dat het tij van de verrechtsing alleen kan gekeerd
worden door een hergroepering van progressieve mensen rond een project van
solidariteit, openheid en creativiteit. Alhoewel vele elementen van een
dergelijk project al aanwezig zijn op verschillende plaatsen en in
verschillende vormen, ontbreekt nog de samenhang. Zoiets kan niet overhaast tot
stand komen. Toch is de toestand te onrustwekkend opdat we nog langer zouden
aarzelen.”
Ik word op
Facebook uitgenodigd voor een 'Critical Mass Bike Ride' in Antwerpen op 30 mei.
Het vormt eigenlijk een nog betere reden om uit Amsterdam naar het thuisfront
terug te keren dan het Prince-concert in het Sportpaleis.