Hallelujah, lieve Marie,
Daar zit je dan,
in een bolletje gerold op je bed, met ergens in dat bolletje een laptop op je
knieën. Je hebt zo’n legendarische kater dat het je zelfs niet lukt om te
ontbijten of te douchen. Laat staan die stapel betogen op je tafel na te kijken. Het enige wat lukt, is volledig doorvoelen wat je
vannacht met mojito’s en we-weten-niet-wat-nog-allemaal hebt proberen
wegspoelen. Je voelt het vooral in je maag. En je hoofd wil schrijven. Ook je
hart doet pijn, maar die pijn is veel subtieler en veel schrijnender.
Je hebt nog niet
veel nuttigs gedaan vandaag. Behalve dat ene gesprek met die waardevolle
vriendin dan. Die je zei dat het wel erg veel over jou ging, allemaal. Ze heeft
gelijk. Je aandachtspanne voor anderen is zeer beperkt, omdat je maar als een
rollercoaster door het leven blijft gaan en daarbij zoveel moet van jezelf. Al
je duivels tegelijk aangaan. Vechten tegen intimidatie. Opnieuw durven houden
van. Voorbereid voor de klas staan en elke dag beter worden. Huilen om je dode
vader en geloven dat hij er tegelijkertijd nog een beetje is. De wereld redden.
Schrijven om de wereld te redden. Leesbijeenkomsten organiseren om de wereld te
redden. Elke oude liefde een mooie plek geven en aan die lenteschoonmaak geen
boosheid, maar levenslessen overhouden. Je moet vrienden maken, vrienden
steunen, vrienden spiegelen, vrienden die geen vrienden blijken te zijn loslaten.
Uit een onvergeeflijke kater leren en nooit meer zo dronken worden….
Werkelijk waar.
Je raast maar door al die dingen die je moet van jezelf en je blijft ze eindeloos
benoemen. Het liefst som je ze op als je met anderen praat. ‘Kijk eens, hoeveel
ik van mezelf moet en wat ik allemaal zo goed doe.’ Maar tegen jezelf zeg je niet vaak dat je het
allemaal best goed doet. Laat staan in een brief. Dit dreigde alweer bijna een
brief aan een sprookjesfiguur te worden. Of zelfs aan Kapitein Eenoog in z’n land
van blinden. Een brief aan jezelf? Ho maar. Daar moest Huiverinkt zes jaar op
wachten. Veel te griezelig. Nochtans weet je het. Dat je kwetsbaarheid je
grootste geschenk is. Je grootste spiegel ook. Voor jezelf, voor anderen. Maar
om nog zuiverder hierin te zijn, mag je minder moeten en meer mogen. Om jezelf
te zijn, mag je vooral nog veel meer voelen.
Ik weet dat het
zwaar is om alles te voelen. Gisteren kwam het kantelpunt in de storm. Die ene striemende
hagelbui waarin je belandde, die je dwong om van je fiets te stappen en je
volledig doorweekt thuis liet komen, maakte zoveel in je los dat je het niet
wilde voelen. Je wilde janken, maar dat lukte niet omdat je het stiekem toch
niet wilde. Toen wilde je drinken om te kunnen janken. Toen wilde je drinken om
niet te janken. Je wist, in dat slimme hart van je, dat er nog een heftige
avond zou volgen. Alleen op dat ene sprookjesfiguur had je niet gerekend, laat
staan op zijn armen om je heen. Je wist dat het zou blijven stormen, maar had
geen idee van de heftigheid daarvan. Je had de klok horen luiden, maar wist
niet waar de kwepel hing.
Nu zit je hier.
Het dondert in je maag. Niks van wat moet, kan nu. Een brief aan jezelf
mag. Probeer het maar te voelen. Als de misselijkheid
is weggezakt, herken je mij vast nog beter. Ik ben meer dan je pijn. Mijn naam
is Marie en ik hou van je.
Liefs,
Marie
P.S. Zet maar
even in je p.s. de waarheid: dat je dit soort legendarische katers gelukkig
maar eens in de vijf jaar hebt. Dat mag en moet ook wel gezegd worden in deze openbare
kwetsbaarheid.
P(eter).S. Die taalfout in 'aandachtsspanne' houden we erin.
P(eter).S. Die taalfout in 'aandachtsspanne' houden we erin.
2 opmerkingen:
Herkenbaar.... Bedankt voor je woorden.
Een dikke knuf voor jou. Ik zie erg graag wat je doet!
Een reactie posten