Ach Boon. Bij u hoeft het niet, aansprekingen. U verkiest de vraag boven het antwoord. Of klopt dit niet?
Boontje. De ‘gij’ boven de ‘u’. Dat roept ge mij in ’t Oilsjters toe. En toch. Ik zwaai niet zomaar met mijn benen, niet bij nen viezentist als gij. De schommel heeft wat duwtjes nodig. De mond van Roza is een wonde. Ik luisterde en herkende de personages uit het boek dat ik tien jaar geleden las.
Het NTGent speelde ‘Vergeten Straat’, onder leiding van Johan Simons. Dat had ge moeten zien. Als ge daarboven nog ogen hebt, dan moet ge dit Knackartikel alvast eens lezen. In deze brief op Huiverinkt, een brief die niets wil zijn, komt voor het eerst de middenweg, de twijfel van André. Zachtmoedig zonder golven.
In de recensie van Lauwaert worden poppenkoppen van de acteurs verschillende versies van jouw hoofd genoemd. Ik zag het mannetje van Liegebeest in die gedrochten, hoe heet hij alweer? Mijn buurman Blaise vroeg zich misschien af hoeveel zweet er onder de maskers vloeide. Wie van ons liegt het meest?
Vieze, die slechts voelt als hij niet drinkt? Hij heeft een pluchen penis in het stuk en ook al neukt hij vaak, hij blijft het zachtst. Hij neemt meer dan de anderen zijn masker af. Dat vond ik mooi. Wie niet denken kan, mag het hoofd in eigen handen houden. Lieg ik nu en zijt gij meer Gaston? Hij die op korte beentjes doordraaft en zijn hart niet voelt kantelen. Dikke Wis en Saedeleer zijn gierig, dom, de belgen van Jacques Brel. In kleine letters.
Wie is Roza? Jonge meisjes vindt gij in al uw boeken het gevaarlijkst. Enkel zij krijgen van u vlees rond hun botten. Levend vlees. Geen vet. Is Roza een zusje van dat lollytrutje? Is ze nog gevaarlijker omdat ze niet krijgt wat ze wil? Doet Lolita dat trouwens wel? Roza kust Gaston. En dan volgt de helleput. Of lieg ik nu?
Ik miste nog een vlinder uit het boek. Die over muren vliegt en doodgeknepen wordt. Het maakt niet uit door wie. Hij was er niet. Misschien zijn vlinders de enige soort die sterft in vergeten straten. De anderen blijven hangen, maar er dwarrelt niets. Het valt als blokken aarde op ons. Wat daar leeft.
Bedankt, Boon. Wat was u groot, wat schreef u klein en juist.
(hij die moppert dat ik de ploeg moet bejubelen; lees opnieuw, dat deed ik al)
donderdag 18 september 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Populaire berichten
-
Woord vooraf: Deze brief kreeg de meeste reacties ooit op Huiverinkt, maar nooit een antwoord van de geadresseerde. Uiteraard werd ik op Gee...
-
Bepakt met een tas vol poëzie verliet ik gisteren de pendelbus die me naar het festivalterrein van het uitverkochte Beyond-festival in...
-
Lieve papa, Je weet dat het voor mij niet moeilijk is om woorden te vinden. Wel om ze te schrappen. Wat vertel ik nu? Voor een...
-
Op mijn bureaublad staan twee gedichtenmappen: 'Klaar ofzo' en 'In progress'. Spijtig genoeg is de laatste map veel groter d...
5 opmerkingen:
Prachtig, deze ode aan Boontje.
Het nodigt me uit om hem opnieuw te lezen.
En opnieuw en opnieuw en opnieuw.
Klinkt interessant, en weer mooi geschreven, tot mijn schande moet ik zeggen dat ik de naam Boon (boontje ) nog niet kende, maar dankzij jou, nu wel.
ehhh...dat was ik dus hierboven: EvHoof
Heel mooie benadering van boontje. Ik heb het stuk niet gezien (wel het boek gelezen), maar krijg er nu wel zin in.
Dat 'klein schrijven' waar jij het over hebt vind ik van groot belang. Kafka deed dat ook, maar dan op een heel andere manier dan Boon.
@evhoof: snel Boon lezen !
@Martin Pulaski: snel Boon kijken !
Een reactie posten