maandag 31 maart 2008

Exit ongehoord

De man die me betastte werd spoorloos in de mist gevolgd.
Zijn huid verdween, de schors bleef ongeschonden.
Ik schreef geen tekens neer. Vandaag geen buik gekust

of boek gelezen. Bloemen sluiten en rauw
hijgt een stem. Roekeloos monddood gepraat.
Luister hoe desondanks in natte tuinen

verhalen uit de bomen kruipen. Het is te laat.
Met onheilspellend lamme tong kom ik tot jou.

vrijdag 21 maart 2008

Ik mag geen sonnetten schrijven

op die helling staat begrip
bijen smullen van de rotte boom
de honing druipt nog even door
maar zonnig zal het niet worden

de sterren schoven meters op
verliezen hun wimpers en glans
oogdieren zijn gisteren opgeknoopt
het alfabet mist de laatste letter

en is boos op het gedicht
al zijn de vissen bij dageraad verdronken
brullen leeuwen op de keerzijde van de wereld
radeloos. dit leidt nergens naar

overmoed woelt blind in onze buiken
we schrijven veertien regels straf

donderdag 20 maart 2008

Hugo Claus

De dichter die vandaag zijn laatste adem blies
werd niet ingehaald door de dood.
Nergens wacht een man met zeis op hem.

De kathedraal waarin zijn begrafenis was gepland
al lang eigenhandig opgeblazen.
Hij knalde niet tegen een boom, zeeg niet op de stenen neer.

Nee, hem zouden ze daarboven of in de natte grond
niet krijgen. Niet zo. Hij haalde de dood aan
zonder aanhalingstekens of metaforen.

Met roerloze pen en mist in zijn hoofd wou hij niet leven.
Uiteraard blijven zijn woorden. Gaat dat niet altijd zo?
Als korsten op een wonde blijven we met hen iets eenzamer over.

Al verliezen we vandaag
Het bloed is nog lang niet vergoten.

woensdag 19 maart 2008

R.I.P. Hugo Claus

Na mijn voordracht in Leuven is dit de eerste dag zonder een deken van koorts voor mijn ogen. Ik stond lekker laat op met erg veel goede voornemens. Schrijven zou ik. Daarnet kwam een dichtende vriendin langs, die ik veel te lang niet gezien had. We aten mijn zelfgebakken broodpudding, propten de rode tulpen die ze meebracht in de blender en lachten met onze Grote Boze Wolven en namen ons voor om nog meer te schrijven.

Ze is nu een kwartiertje weg. Ik las vijf minuten geleden dat Claus dood is. Mag men wel schrijven op de dag dat één van onze groten sterft? Toen Herman De Coninck op de Portugese straatstenen neerzeeg beklom ik de schoolbanken om poëzie over appels voor te dragen. Nu ben ik behoorlijk woordeloos. Ik hou van 'April in Paris', ik geniet van 'Italo Calvino'. Maar ik kies toch voor een ander. Een erg bekend:

Tancredo Infrasonic

Genoeg zeg ik tegen het huis
Dat tussen nacht en morgen staat

Genoeg tegen het alfabet van zoethout
Tegen het tam en kleurig dier der klanken

Ik heb genoeg aan woorden gedacht
En dit gedicht is geen gedicht

Geen geheime kelder geen betralied gezicht
Dit is een brief aan mijn broeder dit is drijfhout
Een Bericht aan de bevolking een vriendelijk
Spreekwoord aan een soldaat gericht

'bij gebrek aan een gitaar
aan een luit en aan gevoel
aan geld en aan geluk
bij gebrek aan haat aan wondkoorts en aan spleen
bij gebrek aan liefde en aan geluk (ten tweede male)
maar met een razende zang in een lichaam niet te
[noemen
in heilige ellende
laat ons de boom bezien die zich ontvouwt
de vrouw die drachtig wordt
de droom die blauw als hoogland
als een boom zich splijt
de regen die ENZOVOORT schrijft op ons gezicht
dat dood noch levend is maar antwoordt
als een automaat die ademhaalt:

bij gebrek aan (herbeginnen)'

R.I.P. Hugo Claus

ps Ik weet het, de lay-out van het gedicht is eraan. Mijn excuses.

donderdag 13 maart 2008

Tweede poging

Ok, hier komt ie dan. Dé poging om recht te zetten wat ik enkele dagen geleden in een zwartgallige bui neerschreef. En wat me blijkbaar een behoorlijk controversiële introductie in de blogwereld gaf (jiepie).

Kijk, uiteraard heeft iedereen het recht op schrijven. Wat mij betreft is dit recht even fundamenteel als het recht op ademen, op liefhebben, op zachte katten op je schoot, op een lepel verdraagzaamheid tijdens naveldagen. Absoluut.

En het recht om je onderwerpen zelf te kiezen, staat even goed als een pen boven water. Rilke schreef een prachtig gedicht over een panter, Szymborska beschrijft het innerlijke leven van een steen, bloggers schrijven over hun tenen die pijn doen. En allemaal schrijven, krijsen, fluisteren we soms iets dat duidelijker het niets probeert te ontwijken. In onderwerpen die misschien minder banaal klinken, maar veel minder doeltreffend zijn dan het autistische gedrentel van de panter. Het verhevene en het kleine, allemaal beschreven, in geniale momenten heerlijk vervlochten met elkaar. Van mij mag het allemaal. Ik hoef ook geen discussie over wat klein of groot is. Jaja. God, wat klinkt dit nu al saai. En toch bijt ik effe door.

Zoals in de reacties ook geopperd werd, gaat het niet steeds over de inhoud. Het gaat vooral over de manier waarop, de vorm, het jasje, de peulenschil of berenhuid. Of dit voor alle kunstvormen geldt, dat vind ik stof voor een andere discussie. Maar als ik m’n hand in eigen boezem steek, moet ik toegeven dat het vormelijke voor mij toch erg belangrijk is. Ik luister als een verliefde puber naar een arrogante Jehovagetuige die voor mij de juiste snaren weet te bespelen, ik adoreer quasi een dichter die in z’n gedichten wanhopig tracht de vrouw die hij vermoordde tot leven te brengen. En zelfs al zou Michael Jackson een kinderverkrachter zijn, Billie Jean blijft een nummer met ijzersterke ritmes.

Ik dwaal af. Tot daar, voor even. Mocht je op de laatste alinea een cursus logica toepassen, dan weet ik ook wel dat het langs alle kanten rammelt. Val me daarop niet aan. Schrijf liever wat poëzie die mij doet huiveren van jaloezie. En als dat niet lukt, schrijft u voor mijn part het alfabet van A tot Z op.

Het gaat mij dus niet om wat u doet. Ik heb altijd het recht om mij afzijdig te houden. U hebt het recht om niet voorbij de tweede alinea van dit betoogje te raken en op die manier maar half te lezen wat ik bedoel. Ik ga u er niet op aanvallen. Maar elkaar wijzen op… is uw recht, mijn recht, ons recht.

Ik hoop dat ik nooit de vreselijke eigenschap zal krijgen om kritiek te geven op wat me niet aanstaat noch aangaat. Hemel nee. Laat me maar raken, geraakt worden, en al gebeurt dat maar om de zoveel maanden, de zon gaat nog even langer mee. Daar hoeft u geen fysicus voor te zijn.

Dus lieve medebloggers, schrijf er op los, uit uzelf, vibreer, negeer. Ik probeerde enkel duidelijk te maken wat voor mij belangrijk is. En dat mag alledaags zijn. Die nuance miste m’n eerste tekst zeker.

Thanks for letting me rant. En tot schrijfs, hopelijk !

ps Heb overigens echt veel moois gevonden de laatste dagen, waarvoor dank. Blijf overvloedig reageren, kwaad als het kan. De kwaaie zijn nu eenmaal vaak de onweerstaanbaarste.

Aan Onstuimige Spreeuw

Heel snel en heel erg vers... ik wil er niet te veel over nadenken. Aan een vriendin.


haar lach is een halve maan
die verbijsterd omkantelt
op haar wangen

als je goed luistert
kan je garnalen horen zingen
in haar lied en niets kan kloppen

als ze aan het woord is
het hart als bron van alle waangedachten
of hoe toeval niet meer is

dan zes zijden van een dobbelsteen

woensdag 12 maart 2008

Weerwoord

het mes is bij het laatste licht geslepen
naast de kerk gaat hij naar de vergeten deur
hij heeft zijn harp gespannen, zijn droom begrepen
van het meisje met weke hals en verre geur

hij zal haar niet wurgen, al spannen zijn kleren
als ze verstrooid wat noten kraakt op haar kruk
en ze met bleke blik het spreken verleren
te veel drinken op het vreemde geluk

wacht dacht zijn auto in de stille straat
de gebroken snaar wordt morgen beloofd
als het meisje van nu naar de kippen gaat
met de laatste kruimels uit zijn hoofd

hij had al eens gehoord
van Jezus enzovoort

maandag 10 maart 2008

Bedenksels

'Man met neushaar van 25 centimeter'
'Vlaamse peuters steeds later zindelijk'

Een mens komt wat tegen in de media. Jaja.

'Marie kampt met writers-block'

En dat terwijl ik twee vrije dagen als een wit laken voor me had uitgespreid, waar ik uit (wat een indringend voorzetsel!) hartelust als een peuter op mocht kliederen en stotteren. Of die peuter zindelijk is of niet, dat mag u er zelf bij bedenken.

Wat me bij de kern van dit bedenksel brengt. Ik kamde de laatste weken talloze blogs uit in de hoop een schat aan mooie schrijfsels te ontdekken. Maar helaas. Dit klinkt misschien erg arrogant - en ja, misschien spreekt nu de gefrustreede zolderkamerdichter met gematigd talent - die parels zijn moeilijk te vinden. Ik genoot van Maarten Inghels, Stijn Vranken, Michaël Bijnens, van een handvol andere blogs waarvan ik de auteur niet kan noemen maar die desalniettemin schitteren in de virtuele zon.

Verder merkte ik tot mijn lichtpoëtische ontsteltenis vooral op dat de populairste blogs vaak praten over niks. Nu ja, niks, da's veel gezegd, maar ik lieg niet als ik zeg dat de onderwerpen me minder interesseren dan mijn hoogsteigen Nature Park-spel op wc. Ze vertellen hoogstens welke thee gedronken wordt, wie de blogger tegenkomt tijdens koffiemomenten op één of ander stadsplein, hoe diezelfde blogger zijn wc-papier vouwt (en hoe vaak uiteraard). Verder stellen ze veel vragen. Zoals: welke thee drinkt u graag? Hoe gaat u met de blues om? Waarom ben ik, volgens u, populair?
De ijdele domoor - de raaf zonder kaas - braakt met heel veel graagte zinloze antwoorden terug. 13 reacties, feest !

Ai ai, ik kruip in verbitterde huid, maar toch ! Kom op !
Bij deze voor één keer een duidelijke vraag. Voelt u zich nu geërgerd of eerder vereerd en denkt u:

'Aan die categorie onsnap ik!'

Lemme know.

Black or white? Straight or gay? Oehoe, c-o-n-t-r-...

ps Of ik m'n wc-papier opvouw of -frommel leest u op Facebook. 2 b continued...

de aarde trilt

de aarde trilt. boven daken wreken

sterren zich in maanlicht. de pluim gedoopt

in korstig bloed. ik kan je nu niet troosten.

wel door gedachten waden maar je strelen

lukt voor even niet.




het laken scheurt en schimmel tiert weelderig

onder 't bed. hunkering trekt lijven krom

te trots om dichterbij te kruipen

-een knipoog maak je van de weeromstuit

niet zomaar eigen-




houden van is weliswaar een mooie verzameling

van prullaria zachte vingers natte tong

dat water je gezicht weerspiegelt weet ik

maar hier schokt mijn hart. pezen huilen spieren krommen

hier valt geen woord te halen.




gestamel kraakt en bij het draaien op de trap

spat ongesluierd licht op onze voeten

vraag niet verder. ik kan geen gaten in de hemel schrijven

maar de ruimte waarin we vannacht verdwaalden

knip ik weg.

Medo... de angst - Mariza

Populaire berichten