maandag 15 april 2013

Brief aan Peter Mangel()Schots


Dag Peter,

Bij de AKO-boekhandel in Amsterdam Centraal was ik, ondanks mijn reeds indekkende sms’je, drie minuten eerder dan voorzien. Jij was net op tijd. Daarmee doorbraken we een slechte gewoonte die we delen: vaak een klein beetje te laat komen. Is het de wereld die drie minuten te veel van onze aandacht vraagt? De wind die zo hard waait dat hij zichzelf wegblaast, een verlaten graafmachine met de schoep als uitgestoken vuist van een man die op tafel slaapt, die ene regel die onze wrevel wekt zonder dat we weten wat we willen doorbreken?

Je pas is verend, je lacht veel en makkelijk. Drie biertjes later keek je nog ondeugender dan voorheen. Dat ik ook veel lach, heb je vast onthouden. Maar ook merkte je op hoe ik naast soms oliedom veel te streng ben voor mezelf. Ik heb je niet gevraagd waaruit je dat afleidde. Het was tout court erg fijn dat niets hoefde en alles kon en dat in zoveel talen en accenten. We hebben wat afgereisd in die paar uur. Van een winderig dakterras met twee Scandinavische schrijvers naar een namiddag van Read my World over Egyptische literatuur en heroïsche documentaires, van een museumdak dat gesloten bleek naar een boom waar ook bier gebrouwen wordt. En tussendoor droomden we over een Portugees huis met open ramen en dubbele vloeren, bladerden we in het Chileense boek dat je uit je tas toverde, probeerden we al die verschillende tongen uit.

Coq au vin of zeebaars… Als ze anders op tafel zouden zijn gezet, hadden we ze even gemakkelijk verdeeld, dat weet ik zeker. Net zo vlot en beheerst als de drank vloeide. Maar wat ben ik blij dat ik tijdig bedacht kreeg dat Hollandse ‘spitskool’ wel erg lijkt op onze ‘savooiekool’. Iets voorgeschoteld krijgen wat je niet weggewerkt krijgt? Ik wens het je niet toe.  We hebben onze harten vol aan onze vaders missen, bij wijlen machteloos verzoenend door het leven dweilen en tegelijk opstandig zijn. Door onze aders stroomt bloed dat we onmogelijk van richting kunnen veranderen. Tegen de klok, dus linksom. Daarbij kunnen we maar beter aanvaarden dat we ouder worden.

Peter, jij bent deelgenoot van mijn geheim. Je gelooft dat ik geen geheimen heb en dat ik wat milder mag zijn. Kortom: dat ik moet leren koesteren wie ik ben en wie ik kan worden. Bij jou ben ik met al die anderen in veilige handen. Daar dank ik je voor.

Graag tot nog een keer en liefs,
Marie x

P.S. Toon jij de achterkant van wat we elkaar schonken? Ik pak je even samenzweerderig vast.

Deze date werd aangevuurd door Date Ex Machina, een initiatief van literair tijdschrift Deus Ex Machina.

1 opmerking:

Peter Mangel Schots zei

Dag Marie,

Verwondering. Als er één menselijke eigenschap is die we moeten vrijwaren in het vluchtige tumult van deze tijd, dan is het de verwondering. En terwijl wij elkaar die namiddag nog heel wat zouden geven om die eigenschap op te slijpen, verbaasde ik me een eerste keer over zoiets banaals als de trein. De trage trein die mij over de grens naar het noorden voerde, kwam zowaar binnen de overstapmarge in Roosendaal aan, zodat ik ook op tijd mijn afspraak met jou in Amsterdam zou halen. Verwondering.

Ik zag je staan nog voor ik het afspraakpunt AKO had opgemerkt. Omdat je breed lachend, maar vooral omdat je geheel afgezonderd stilstond te midden van de menigte die naar binnen en naar buiten draafde. Frêle vrouw in het oog van de storm – dat valt op. Toen al had ik kunnen raden hoe natuurlijk je in die toestand glijdt van afzondering in de massa. Die ene die het drukke feestje achteloos om zich heen laat woelen, dat zou jij kunnen zijn.

Waar ik vertrok was de halve bevolking in de weer met barbecuetangen en de eerste sangria, maar wij werden zeven hoog door wind en regendruppels van het dakterras van de bibliotheek geveegd. Eerst wist je nog wel handig een foto van ons te versieren bij een troepje toeristen. Monter tonen we daarop onze uitgewisselde boeken. Eigenlijk had je een ander willen geven, zei je, maar je durfde het risico niet aan, bang dat ik het al zou hebben. Later bleek dat jij weldegelijk risico’s durft te nemen, maar bij het begin van een eerste ontmoeting is het niet zo gek om wat op safe te spelen – zelfs de zijkant van een enkel blad kan al verwonden.

Wat je me eigenlijk had willen schenken, was Kalme Chaos. Nu ik je schrijf, Marie, en met wat ik ondertussen weet, moet ik glimlachen bij die titel, want na de lezingen van Read My World, de haperende Skypeverbindingen met Egypte en de naakte documentaires met foute soundtrack, en na vruchteloos een ander dak gezocht te hebben en uiteindelijk op een terras dicht bij het water te zijn neergestreken, leek geen titel méér van toepassing dan Kalme Chaos. De wind ging liggen over het IJ en in diepgaande gesprekken over vaders en moeders, over tafel en bed, goten we olie op elkaars golven. We deelden het tumult in ons hoofd en in ons leven zoals we haan en baars deelden, en we temperden voor enkele uren elkaars chaos. Na de laatste foto’s had jij nog een werkverslag en ik de laatste trein.

Zoals vaak vallen je de juiste woorden en de scherpste gedachten niet tijdens het genot van het gesprek in, maar pas achteraf. Over vriendschap bijvoorbeeld, over vluchtige vriendschappen op Facebook en vrienden maken in het echte leven, met echte ogen om in te kijken. Op dat ogenblik werd mijn verwondering nog eens geprikkeld, want op de banken achter mij wist een jong reizend koppeltje, dat de aansluitende trein dreigde mis te lopen, de treinbegeleider zover te krijgen dat hij naar het station belde om de andere trein even te laten wachten. Ondertussen hadden ze ook al drie mensen bereid gevonden hen een lift te geven. Hoe gemakkelijk leek het voor hen om contacten te leggen, allicht ook om nieuwe vrienden te maken. En ik bedacht dat terwijl we ouder worden het aanknopen van vriendschappen wat stroever gaat, zoals de kleeflaag van een post-it stilaan kracht verliest. Maar ik troostte me met de hoopvolle gedachte, Marie, dat wij vaak lang op dezelfde pagina hebben gekleefd en we dus best nog veel vermogen hebben om – jouw woorden – een sprong in het duister te maken.

Op de plek waar jij het voorbije jaar zo vaak met een tas vol zorgende handen naartoe was gereisd, stapte ik uit met jouw geheim onder de ribben. Taxichauffeurs met opgerolde hemdsmouwen stonden naast hun blinkende voertuigen te wachten en gaven de indruk dat ik in een zuiderse stad terechtgekomen was, ver weg van Amsterdam. Je sms trok me terug in de dag: neen, we moesten de details maar geen weken laten rusten, die brief mocht snel.

Ik ben slecht in eindigen, Marie, dat had je wel gemerkt. Daarom een kort tot weerziens, en liefs.

x
Peter

Populaire berichten