Liefste Kurdt*,
Bizar hoe dat
kan. Ik heb me de hele week verongelijkt gevoeld, boos, verkrampt, waanzinnig
ongelukkig. Ik heb zowat alles gevoeld wat een hart doormidden snijdt, maar nooit verdriet. Echt. Tot daarnet. Een oude schoolvriendin, die ook naar papa’s begrafenis
kwam en met haar komst mijn hart verwarmde, herinnerde me er op Facebook aan
dat gij negentien jaar geleden ne kogel door uwe kop schoot. Enfin, dat
vermoeden ze, op basis van de staat van uw lijk toen ze u op 8 april vonden. Ge zijt nogal vereenzaamd gestorven.
Soit, ik besloot
‘Dumb’ online te plaatsen en plots moest ik keihard bleiten. Met uithalen, vloekend in het Antwáárps, er was echt niets standaard aan. Ik schreef hoe
papa u altijd Kurt Koppijn noemde. En dat ik niet geloof dat er een hemel is.
En als die er wel is, vermoed ik dat jullie er om zeer verschillende redenen
niet beland zijn en dat gij nu in een meer van vuur woont. Papa vernoemde u naar pijn, maar eigenlijk denk ik dat hij u
stiekem wel leuk vond. Leuker dan Prince in ieder geval. Hoe dan ook, mijn
gedachten dwaalden af, naar zwarte stretchbroeken en zwarte nagellak, naar
houthakkershemden die mijn kleine borsten verdoezelden, naar tuinhuisjes
die we met combats in elkaar stampten zonder goed te begrijpen waarom. Maar
vooral naar de lachrimpels in uw kaken, die parallel liepen met die van mijn vader en waar ik altijd week van word. Naar de songteksten die hij voor mij printte. Een dikke stapel papier, bedrukt met gepixelde inkt en met gaatjes aan de randen. En plots was dát daar, waar het allemaal
om draait: verdriet.
Waarom vond ik u
toentertijd zo bijzonder? Het is een feit dat weinig blonde kerels zo lekker
zijn als gij. En echt vettig haar, dat is helemaal zeldzaam sexy. Chapeau (ik wil niet aan het hoedje rieken). Maar het was
meer dan dat blonde haar, die blik waarmee gij op het eind van die Unplugged-opname uw blauwe ogen opslaat.
Het is meer dan de tanden waarmee gij zo nerveus knarsetandde, de pen die flink
zotte en opgejutte teksten schreef die bij wijlen geniaal herkenbaar zijn.
Meer dan de vinger die gij mager op de wonde legde en die verklaart waarom mijn collega Smells like Teen
Spirit opnam in de hoorcolleges van Cultuur en Media. It’s a fucked up
world. I can't help it - I love it anyway,
En zoals het in de
kern verdriet is, gaat het nu ook meer om mij dan om u. Omdat gij raakt aan wat
mij het meest van al verdriet doet. Voor de duidelijkheid: van vaders moet men houden, men kan ondanks alles niet anders. Gelukkig was dat in mijn geval soms wel complex, maar nooit echt
moeilijk. Maar houden van mannen als gij, dat is een ander paar mouwen. Want
aan de ene kant vervloek ik jullie machteloze bestaan. Maar wat vind ik mezelf beangstigend bitter, dat ik dat durf te schrijven. It all comes down to love.
The finest day that I've ever had, was when I learned to cry on command.
Ja, lieve Kurt.
Ge hebt afgezien in die koude industriestad, met die rare vrouwen, de wereld
die u niet begreep, dat kind dat er plots was en de drugs die gij nodig had.
Maar waarmee gij het meest hebt afgezien, dat waart gij zelf en uw onvermogen
om met uzelf door één deur te lopen… En waarvan ik, naast het verlies van
mijn vader, nu ook afzie, is mijn drang om jullie op een vreemde
manier te herkennen, vereren en verachten tegelijk.
Jullie zijn ook
zo verdomd schoon. Die halve gekken met vuur in hun ogen en de meest ware onzin
in pacht. In mijn vreemdste dromen doe ik niets anders dan de tranen van uw
wangen likken en met een hand door uw haren te gaan omdat ik u wil kalmeren en
zeggen dat het goed komt. Maar dat doet het nooit. Of zeer zelden.
I love myself and
I don’t want to die,
Nen dikke kus anyway and a slap on that tiny ass of yours,
Marie x
* Die-hard fans schrijven dt-fouten. Ik doe niet mee aan die-hard. Of zeer zelden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten