Dag Didi De
Paris,
Jij hebt geen
vormen nodig, zeg je. Behalve hele ronde dan. Zonder vorm wordt het plezanter
in die ruimte, want dan glijdt het allemaal langs elkaar heen. Af en toe een
botsing, een knetterende slag op de cimbalen. Dat het maar goed vonkt, daar
waar geen vorm bestaat.
Ik roep dat ook.
Dat ik geen kader nodig heb. Maar niets benauwt me zo als het luchtledige. Dus
schrijf ik ‘dag Didi’ bovenaan (en kras die aanspreking als het nodig is weer
weg) en stort me met ogen toe in mijn gevoel. ‘De diepte in’, dat is dan de
bedoeling. Maar toegegeven, mijn nagels slijten door het wanhopige gekras aan
het oppervlak.
Toen ik vertelde
dat ik naar Zwitserland ga, kwam jij met Julie Andrews. Ik weet niet wat het
is, maar ik heb haar altijd doodeng gevonden. Omdat ze zo vormelijk is? Omdat
ze elke letter vastklonk aan een woord? Omdat ik als kind al voelde dat we in
deze heerlijke chaos geen trutjes als haar nodig hebben? Of omdat ik voelde dat
ik haar net als Tiny broodnodig had? Hun volle kuiten om tegenaan te schoppen?
Hun warme schenen om tegenaan te wenen?
Geen idee. ‘Lees
Bataille’ – zeg jij. Dat deed ik al, in mijn eerste relatie. Ik herinner me er
weinig van. Behalve dat het heerlijk was. Te houden van wat bij de ander net
buiten de vormen valt. Ik heb er nog steeds geen lessen uit getrokken. Door
steeds op zoek te gaan naar wie de grenzen overtreedt, wie wild wordt in een
pashokje, vermijd ik de diepte waar ik zo van beweer te houden. Hoe ver ik ook
ga, ik blijf zo vreselijk braaf cirkelen rond de ja/nee-vraag. Brrr.
Hoe volgens mij
de apocalyps eruit ziet? De wereld op zijn kop. Vrouwen met dichtgeknepen ogen
op een terras die tussentands fluiten naar het vleeswaar dat op zomerdagen
voorbij paradeert. ‘Een heerlijkheid’, hoor ik je al roepen. Niet waar. Je zou
je klein gaan voelen. Klein en teleurgesteld. Want je wil zelf jagen, zelf
keuren. Zelf op zoek gaan naar wat je toch geen voldoening schenkt.
Ja, ik ga naar de
Alpenwei. Ik zal er recht in de ogen kijken en elke vermomming de berg af
gooien. Dat doen ze maar op tv. Met mijn muze glashelder voor me zal ik me
afvragen wat in mezelf me steeds weer de mond snoert. En als ik dat weet, zal
ik schrijven. Jou misschien. Of al die anderen die er zijn voor de vorm.
Liefs,
Marie