Zoemt een trein of maakt hij kabaal? Ik spits mijn oren en stel zonder het te beseffen alweer een andere onbenullige vraag. Adem diep in en uit. Boeken die zo hartverscheurend mooi zijn als het boek dat op mijn schoot rust, lees je echt niet in één adem uit. Daar moeten onzinnige gedachten tussen komen. Hartverscheurend zijn ze, en zeldzaam. Hartverscheurend: een heftig woord dat toch rust uitstraalt nu ik het in gedachten recycleer. Mijn ogen dwalen af. Zo meteen lees ik nog wel even verder. Of ik praat met mijn buurman. De PowerPoint waar hij naarstig aan verder werkt toont vertrouwde thema’s die ik nog niet meteen kan plaatsen. Het zit me mee. Misschien doen we er deze keer echt maar drie uur over.
Ik sla het boek dicht, hou mijn vinger zorgvuldig tussen de bladzijden. Voorbij mijn werkende buurman zie ik een koppel zitten. De man heeft een dikke buik en zijn hoofd hangt naar voren. Zijn benen steken ostentatief uit het gangpad. Die krijgt vast nekpijn als hij wakker wordt. Op zijn schouder rust een zwarte waaier van haar. Het ziet er stug uit. Haar gezicht kan ik niet zien, dat is naar de opkomende sterren gericht.
Ik zucht en werp nogmaals een blik op het koppel. Ik zie in gedachten zijn knoken met haar ribben spelen, zijn vingers met haar borsten, zijn handen met dat stevige haar. Een bladzijde slaat om. ‘Kalme chaos’, wat een prachtige naam voor een boek. Het is in ieder geval heerlijk: eindelijk eens geen vertraging en een vrouw die op een man slaapt. En dat allemaal te mogen observeren.
Plots hoor ik een vloek. In het Vlaams. Godverdomme. De man maakt bruuske bewegingen, rukt zijn schouder van onder de slapende vrouw. Ze valt op zijn schoot, schrikt op, kijkt hem vragend aan. ‘What’s the matter?’ Hij fluistert met schorre stem: ‘Did you put your clock?’ Ik krimp in elkaar als ik zijn slechte Engels hoor en het verwijtende timbre van zijn stem. Ze knijpt haar ogen samen tot nog fijnere spleetjes. Nu verheft hij zijn stem: ‘You put your alarm on? We can’t fall asleep like that, one of us has to stay awake.’ Hij roept bijna. Ik kijk onwennig naar mijn buurman. We lachen allebei, een beetje gegeneerd.
Plots klinkt een stem. ‘Door een aanrijding met een persoon heeft deze trein vertraging.’ Wat een vreselijk eufemisme voor een zoveelste zelfmoord.
(Over het gedrang in de stationsgangen zal ik zwijgen. Na het lezen van een hartverscheurend boek komen deze staaltjes groepspsychologie behoorlijk dreigend over.)
Ik heb het overleefd.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Populaire berichten
-
Woord vooraf: Deze brief kreeg de meeste reacties ooit op Huiverinkt, maar nooit een antwoord van de geadresseerde. Uiteraard werd ik op Gee...
-
Bepakt met een tas vol poëzie verliet ik gisteren de pendelbus die me naar het festivalterrein van het uitverkochte Beyond-festival in...
-
Lieve papa, Je weet dat het voor mij niet moeilijk is om woorden te vinden. Wel om ze te schrappen. Wat vertel ik nu? Voor een...
-
Op mijn bureaublad staan twee gedichtenmappen: 'Klaar ofzo' en 'In progress'. Spijtig genoeg is de laatste map veel groter d...
5 opmerkingen:
Kort en mooie tekst Marie.
'Kalme chaos' is een schitterend boek inderdaad. En de titel geeft ook zo'n beetje de sfeer weer in een trein die stilstaat ten gevolge 'een persoonsongeval'.
Zelfmoorden voor de trein zijn heel triest...zowel voor nabestaanden als d emachinist...brrrr... wel heel mooi omschreven log.
Het was gelukkig niet 'mijn trein' die 'een persoon had aangereden'. Maar toch, het blijf een heel cynische manier om zelfmoord te plegen... Zoals ik het ook cynisch vind als je kwaad wordt omdat je vrouw op je borst slaapt...
Fantastische tekst, Marie. Kafka, als hij een goede dag heeft. (Als ik het zo tenminste mag lezen.)
Een reactie posten