donderdag 8 maart 2012

zussennacht

De woorden waaruit verdriet sijpelt, heb ik even opgeknoopt. Ze bengelen boven mijn hoofd, ik hoef maar op te kijken om me ervan te vergewissen dat ze als een pendel tikken. Er valt niet op vooruit te lopen en zelfs de minst poreuze oordopjes laten nog geluid door waarvan ik in elkaar krimp.

Soms kijk ik in de zon en hou mijn ogen even open, zodat ik sterren zie. Maar dat kan niet in deze dagen. Tot aan de nok gevuld met wolken die openbarsten maar na de breuk weer onvermijdelijk dichtslibben. Ik laat het toe. Een kwartiertje en soms urenlang.

Ik lees teksten over bezinning en vergeving. Over dat er geen schuld bestaat, maar enkel onkunde. Ik ga het na. Binnenin. Soms voelt het rustig. Maar weer wil ik een hoofd op de muur in tweeën slaan. Zo boos ben ik. Op de ziekte. Op hem die niet kon blijven. Op mezelf, dat ik het zolang niet heb gezien. Dat ik weer in iets geloofde waaraan de lucht ontnomen werd toen het voeten aan de aarde kreeg. Op de woorden, die om aandacht vragen. Op de stilte, die ik vlak nadat ik haar opzoek weer bedreigend vind.

Mijn zus slaapt in mijn bed vannacht. Na meer dan zes maanden afwezigheid. Ik ken geen enkel meisje dat zo stil slaapt. Ik ken geen enkel besef dat mijn wereld zo geruststellend vertraagt.

4 opmerkingen:

tijdtussendoor zei

Het raakt me...

Soet zei

heel triest
heel mooi

troosten, ik weet niet eens waarom dit werkwoord bestaat want volgens mij is er niemand die dat echt kan, of niemand die echt getroost kan worden

Ligt het dan aan de trooster of van de persoon met verdriet?

Kinderen, die kunnen getroost worden en het maakt volgens mij niet zo heel veel uit wie hen probeert te troosten.

Dus het ligt eerder aan de persoon met verdriet.

Hoewel, kinderen kunnen ook troosteloos zijn.

Er is niets zo triest als een troosteloos persoon.

Kan jij getroost worden? Ik hoop het. Liefs

Marie zei

Soet, ik denk dat je wel kan troosten. Enkel de wil om te troosten is voldoende om te troosten.

Soet zei

Ik weet het niet. Ik kan het niet denk ik. Vaak komen mensen naar mij en dan probeer ik. Nadien glimlachen ze, doen alsof het nu beter gaat, maar getroost zijn ze niet, denk ik dan.

Populaire berichten