zondag 29 januari 2012

Stroom

Ik zou je kunnen zeggen dat het echt niet zachter hoeft. Dat het mag zijn als de stuwing. Of (eventueel van op afstand) naar een bos in lichterlaaie staren. Tot de rook uit je ogen druipt en je vingers trillen als je de tranen weg wil vegen.

Ik kan je verklappen dat deze vlinderlichte aanraking de huid enkel nog meer doet spannen. Dat als het einde er moet komen, het finale punt, dat niet met tromgeroffel gepaard mag gaan. Niet ingeluid aan beide zijden van de grens.

Ik zou kunnen hopen dat dit alles is als een bol wol. Je wordt moedeloos als je naar de warboel kijkt, maar met slimme vingers vind je uiteindelijk wel waar het verhaal begint en waar het eindigt.

Maar zo is het niet. Dit – en dat is alles – is een stroom die doorraast. Net als je denkt platgewalst te worden, vertraagt het water. ’s Nachts zingen de krekels en voel je hoe ijselijk stil het is. Het gaat vriezen deze week. Na het knooppunt komt de koude. We wetten onze schaatsen.

(Update 23:21 Of wat ook kan: fluisteren dat zacht nooit zacht genoeg is. En het durven geloven. Het is niet jouw angst die mij wakker houdt, het is mijn angst om jouw angst te voelen. Wie jij bent, maakt niet uit. Wie ik ben evenmin. We zijn samen en vallen nog te vaak uiteen terwijl we toch niet kunnen vluchten van elkaar.)

(Nog zo'n ritueel: het thema van Gedichtendag respecteren)

Geen opmerkingen:

Populaire berichten