Ik krijg nog iedere dag de vraag wat ik juist doe, hier in Amsterdam. Behalve heel vaak man en kat knuffelen, snuisteren in boekenwinkeltjes en een evenwicht zoeken in het eren en verloochenen van eigen taal en gebruiken, werk ik aan de opleiding Interactieve Media aan de Hogeschool van Amsterdam. Daar geef ik Nederlandse les (jaja, dat gaat behoorlijk goed en neenee, de studenten zijn niet stouter dan in België) en ben ik manusje-van-alles. Geen klusjesvrouw, daarvoor heb ik wel tien baldadige linkerhanden te veel. Wel loer ik mee over schouders, kijk met plezier de cursussen van collega’s op taalfouten na en stiekem leer ik op korte tijd de opleiding vanuit veel perspectieven beter kennen. Uitdagend, soms frustrerend, vaak leuk en af en toe verontrustend.
Deze week mogen de propedeusestudenten (ik weiger het woord uit te spreken met de hier gewone duif-tweeklank) een week lang aan ideeontwikkeling doen. Het thema is “the smarter city” en de omkadering waarbinnen ze ideeën ontwikkelen is “the internet of things”. Als die termen u weinig zeggen, is de kans groot dat u geen i-phone heeft, slechts sporadisch uw social media-kanalen checkt en niet meteen een definitie van een ‘smartphone’ kan geven. In dit geval is het verstandig om even deze tekst van een eerstejaarsstudent te lezen, want hij legt heel helder uit waar het om draait (internet is niet langer enkel computer-gerelateerd) en legt meteen ook de vinger op de wonde. En ook de hippe internetgeeks die zich af en toe zorgen maken over de mogelijkheden en gevaren van een wereldwijd netwerk, lezen Donny’s tekst best even. Om opgelucht te concluderen dat een deel van het jonge geweld zijn bovenkamer weet te gebruiken bij het dromen van al die dolle dromen.
Vandaag vroeg een collega me om een aantal tussentijdse presentaties te bekijken, waarin de studenten hun toekomstplannen met internettoepassingen uiteenzetten. Hoewel ik gevraagd was om de vervelende criticaster te zijn, vond ik het toch moeilijk om die glanzende ogen tegen te spreken. Hoe maak je een bewustzijn wakker zonder bazig en ouderwets te zijn? Hoe maak je een nieuwe generatie duidelijk dat het niet volstaat om te praten in termen van ‘supervet’ en ‘technisch mogelijk’? Ik kreeg zin om over Aldous Huxley te vertellen en het boek ‘1984’, Davidsterren en Michel Foucault. Te vragen wat ze van de film Minority Report vonden. Ik wilde een strenge monoloog opsteken over hoe schitterende uitvindingen de wereld niet enkel transparanter maken, maar ook gevaarlijker. Over hoe onze toekomstdromen in hetzelfde bedje slapen als de toekomstdromen en toch te weinig met elkaar durven praten. In mijn hoofd bedreigde het monster van Frankenstein zijn eigen uitvinder en ik voelde de neiging om te zeggen dat hun gebrekkige spelling - in tegenstelling tot wat ze denken – heus niet het probleem is waardoor ik ’s nachts soms niet kan slapen.
Maar ik slikte 99 procent van wat ik wou zeggen in, bedacht me dat ook ik vrij kwistig ben in het delen van persoonlijke informatie en werd meegesleept door het enthousiasme waarmee de studenten over hun ideeën vertelden. Enthousiasme is zo’n vreselijk mooi iets. Met krop in de keel kan ik enkel hopen dat dit enthousiasme een stevige, constructieve relatie aangaat met bewustwording en verantwoordelijkheid.
En of je nu Nederlands geeft aan het departement Lerarenopleiding in Gent of aan de opleiding Interactieve Media in Amsterdam, mijn bekommernissen blijven dezelfde. Zo snel raakt een oude vos zijn streken niet kwijt.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Populaire berichten
-
Woord vooraf: Deze brief kreeg de meeste reacties ooit op Huiverinkt, maar nooit een antwoord van de geadresseerde. Uiteraard werd ik op Gee...
-
Bepakt met een tas vol poëzie verliet ik gisteren de pendelbus die me naar het festivalterrein van het uitverkochte Beyond-festival in...
-
Lieve papa, Je weet dat het voor mij niet moeilijk is om woorden te vinden. Wel om ze te schrappen. Wat vertel ik nu? Voor een...
-
Op mijn bureaublad staan twee gedichtenmappen: 'Klaar ofzo' en 'In progress'. Spijtig genoeg is de laatste map veel groter d...
6 opmerkingen:
Wat een mooie observatie en ik denk dat iedereen, die zich net als jij, aan gene zijde van het krijtje bevindt, je mening deelt. Maar is het niet zo dat wij dan ook de 'glinsterende ogen' nog harder willen laten glinsteren naarmate de opleiding voortschrijdt? Door ze te laten werken aan een open en nagenoeg onoplosbaar probleem, hoop ik dat ze een glimp van inzicht krijgen in wat ze zelf willen en wat daar de consequenties van zijn.
En wat ze zelf willen, moeten ze zelf ontdekken. Een grotere intellectuele bagage maakt vanzelf dat de problemen anders benaderd worden. Niet door je daarmee te verschuilen achter vet coole technobabble. Maar doordat je daarmee de zekerheid ontwikkelt om niets aan te nemen en overal domme vragen over durft te stellen. Want dat is de enige manier om je staande te houden als je je in een gebied begeeft waarin geen enkele zekerheid is.
Een leven lang studeren om uiteindelijk de verwondering te veroveren en de duidelijkheid te eisen, die je ooit bezat toen je 4 jaar oud was. Dat is wat mij betreft het hoogste dat je kunt bereiken. En daarvan hoop ik met deze opdracht een tipje van de sluier op te lichten.
And there's no app for that!
/bart haensel
Gelukkig is de vos nog niet zo oud, en zelf nog enthousiast genoeg! En je hebt gelijk om niet met het vingertje te wijzen en jouw wijsheid over hen uit te storten. Geef hen nog tien jaar en dan zullen ze al veel meer van Foucault en 1984 begrepen hebben:-). Keep up the good work!
Vrouwe Meeusen,
Het eerste waar ik over viel, was:
'Wel loer ik mee over schouders, kijk met plezier de cursussen van collega’s op taalfouten na...'
Cursussen van collega's nakijken op taalfouten?!? Als ik het goed heb begrepen, zijn dat ook lesgevers (of hoe heten die dingen daar?) Kunnen zij niet correct schrijven dan?
Ik heb ook het filmpje bekeken - ik overweeg het te stelen om het op mijn blog te plaatsen - en ik vroeg mij af hoe het zit met al die kaarten die wij in onze brieventas meetorsen: identiteitskaarten, bankkaarten e.d. Stel u voor dat de overheid beslist dat ik om een of andere reden moet 'gekloot' worden, omdat ik een misdrijfje heb gepleegd, zeg maar. Dan zouden diezelfde overheid in een niet zo verre toekomst die kaarten kunnen blokkeren. Gedaan met geld afhalen, gedaan met op reis gaan naar het buitenland, gedaan met alle kortingen die ik tegoed heb, ik kan mijn computer niet meer opstarten, de wasmachine wil niet meer draaien en... nu, om een lang verhaal kort te maken: het licht gaat uit.
Nu weet ik wel dat het in het filmpje over iets anders ging, namelijk over 'the internet of THINGS', het internet van de dingen, dus. Stel u voor dat ook DE DINGEN zich met mijn leven gaan bemoeien. De koelkast vindt dat ik de laatste tijd statistisch te veel drink en besluit in staking te gaan... Grapjes zijn hier niet op hun plaats, want dat is echt niet om te lachen.
Bange groeten,
De Drs.
*loert even achterom of de koelkast het nog wel doet*
En nu snap ik ook plots waar u eigenlijk mee bezig bent, daar in Amsterdam, want die zin 'loert even achterom of de koelkast het nog wel doet', moet dat niet zijn 'loert even achterom OM TE ZIEN of de koelkast het nog wel doet'?
Je blijft tobben, maar je moet toch iets doen om de dag door te komen, niet?
De Drs. ;-)
'Dan zouden diezelfde overheid...'
Ja, dat ook, ja! Dat ook!
@Drs... Tja, uw bekommernissen zijn dus deels de mijne. Dat we binnen onafzienbare tijd in een futuristische film zullen leven lijkt onafwendbaar, ik kan enkel hopen dat deze film nog enigszins leefbaar wordt.
En tja, taalfouten... het klinkt zwaarder dan het is. Want inderdaad, elke tekst kan altijd beter en iedereen maakt fouten, al is de ene fout een pak irritanter *als de andere ;-)
Een reactie posten