Toen ik vanochtend de wifi op mijn telefoon aanzette, stroomde dezelfde foto meteen een paar keer binnen. Mijn naam was blijkbaar één van de drie namen die onder het kopje ‘Rethink HvA’ vermeld werden in Folia, het blad van de Hogeschool en de Universiteit van Amsterdam. Pieter – ook Belg - en Gerlof, beiden collega’s in de medezeggenschapsraden, omringden me. Welbespraakte vlegels met een hart voor onderwijs en een brede blik op de wereld, het gezelschap was dus niet het probleem van de gedeelde stempel. Al is het natuurlijk een gemiste kans dat Rethink HvA niet geïntroduceerd werd als een diverse club medewerkers én studenten, die zowel offline als online een open, inhoudelijke dialoog houden over het hbo-onderwijs (en -bestuur) van de toekomst. Dat het forum op één weekend door een student uit de grond gestampt werd, is veelzeggender dan drie namen van medewerkers bij elkaar. Maar de ‘revolutie’ moet blijkbaar namen krijgen, nog voor ze tijd krijgt haar draagvlak en taal te vinden, of zelfs haar bestaansrecht breed kan polsen. De 'branding' gebeurt voor de ‘temperaturecheck’.
Ik voelde weerstand
bij de stempel omdat ik meteen mijn naam door de ogen van mijn eigen bazen zag.
Daar was Marie weer, de opstandige rebel, outcast en verzetsmadam die haar
gevechten niet goed weet te kiezen. Eén derde van de papieren outing van
‘Rethink Hva’. De visie? Ach… de rol is
duidelijk, het kamp: dat van de tegenstander. Zucht. Sta mij, voor ik verder
ga, één tegenwerping toe. Meer dan rebel ben ik dwars(verband)denker en samenwerker. En daarna één
generalisatie: Nederland houdt nog meer dan mijn vaderland van vorm, kaders, duidelijke
rolverdelingen. Dit doorgeslagen Verlichtingsdenken merk je overal en zorgt voor
apolitieke kroeggesprekken, voor een voorzichtig publiek debat waarin het gros
van de meningsverschillen beleefd wordt gemedieerd. Ook de openbare ruimte, de
fysieke uiting van het poldermodel, is tot in het hygiënische en uiterst
voorzichtig geneutraliseerd. Je neemt in deze ruimte best niet te veel rollen aan, want
dat maakt het stempelen zo complex. Herinvoering van intuïtie en ander
onbenoembaars, het voelt soms als roepen in een kurkdroge woestijn, maar het is
nodig. Is het gek dat ik mijn hartje al meermaals ophaalde aan het Maagdenhuis
en daar aan de lippen hing van denkers als Joris Luyendijk? Is het gek dat ik
nu pas de wervelende hoofdstad uit mijn jeugddromen herken? Dat ik de brandende noodzaak voel
om onderwijs samen te zien als iets wat ver voorbij rationele kaders gebeurt?
Weg met strakke
rolverdelingen. Ook bij onderwijs geldt: vernieuwing vind je voorbij het hokjesdenken. Bovendien
eist deze kantelende wereld dat je veel rollen aan kán nemen. Sterker: ik
geloof dat hoger onderwijs moet voorbereiden op multidisciplinaire samenwerking
in een – in grote mate onvoorspelbaar – beroepenveld, dat je daarover moet
nadenken als je onderwijs vormgeeft. Dat deze flexibele houding niet per se
betekent dat je te veel petten draagt. Ik geloof dat (mede)zeggenschap in het
onderwijs een nieuwe adem krijgt door initiatieven als De Nieuwe Universiteit
en Rethink HvA, dat deze allianties elkaar niet ondermijnen, maar ondersteunen.
Dat deze ‘blending world’ bovendien niet enkel uitnodigt tot ‘blended
learning’, maar ook tot open vizier, kruisbestuivingen, hybride identiteiten en
diverse communicatiekanalen.
Ik vervul met enthousiasme
mijn taak als lid van de domeinraad. In die raad ben ik inderdaad vaak de
brutale Belg. Maar natuurlijk prikken ook mijn ogen van ontroering als ik in de
Duitse natuur aan het kampvuur gesprekken voer met studenten. Ik geloof in de mogelijkheden van MOOC’s, maar ook in socratische gesprekken, in de eeuwenoude kracht
van verhalen. In visie, in het beste van twee of meerdere werelden. Ik geef nu elf
jaar les en noem die lessen het meest geslaagd als ze niet enkel mijn studenten,
maar ook mij uit de comfortzone halen. Af en toe val ik bijna in slaap van mijn
eigen lessen: wanneer ik nog eens hetzelfde verhaal herkauw. Om deze
langdradigheid te beperken, kruip ik morgen in de huid van interviewer en
vraag ik collega Daniel van Middelkoop honderduit over zijn visie op
rendementsdenken in het HBO. Vraag de aanwezigen nadien wat je met open
gesprekken over onderwijs kan doen, terwijl in een ander deel van de stad dezelfde
vraag op een andere manier wordt ingestoken. Misschien klinkt het antwoord wel
even veelzijdig als wanneer je een kind vraagt wat het met paperclips kan doen.
Veelzijdig en verfrissend dus.
Vorige week
belandde ik in een brainstorm met jonge medewerkers van de UvA en HvA. Ook Huib
de Jong, eindbaas bij de HvA, nam deel. Hij sprak in een
kring over grensoverschrijdende samenwerking. De stoelen waarop we zaten waren
even hoog. Een andere bestuurder boog zich over een flipovervel toen we bij een
pizzapunt, los van formele rollen die we gewoontegetrouw aannemen (hij die van
bestuurder, ik die van brutale Belg) nadachten over creativiteit in het onderwijs. Onze
ogen fonkelden. Natuurlijk betekent deze alinea niet dat ik het altijd met bestuurders eens ben. Maar ik probeer de zachte blik te houden, een hoofd te hebben dat ook
het onmogelijke voor mogelijk houdt. Ik weet: bevlogenheid vind je niet in
logo’s, maar in visie. Niet in mantra’s, maar in de idealen waarmee deze
mantra’s gezongen worden. Verbinding vind je in de mens, niet in de cijfers. De
mens vind je voorbij de rol die het meest vertrouwd is.
Rethink HvA?
Zeven stellingen tot nu toe. Vertrekpunten voor een brede discussie. Misschien
vindt een of andere rebel wel dat het er acht moeten zijn. Of zes. Misschien is
die rebel wel een bestuurder. Of een minister de rebel. Afspraak aan het
kampvuur? Dit verhaal is niet af. Het is meer dan mijn verhaal. Of dat van
Rethink HvA.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten