Als je stemmen in
je hoofd hoort, vraag dan of ze het goed met je menen voor je naar hen luistert.
Als je theater niet begrijpt, buig dan voorover tot de vragen in je buik gonzen
en maak van hen een lichaam, van dat lichaam een ervaring. Schud je heupen. Richt
je daarbij tot elkaar en gooi Bach krijsend op de brandstapel. De Verlichting staat
in de fik en of dat hoopvol of hopeloos is, daarover valt vast bij een droge, witte
wijn te discussiëren. Zolang we de dieren bij de koffietafel weten te weren… of
euh… wacht eens even? In ieder geval: het wordt ooit beter en tussendoor
blijven we sterven en kweken. We rollen door vuilnis, trekken een streep over
elkaars billen, scheuren onze kleren aan en uit en lappen in de minst
beschaafde hoeken onze laars aan regels en geboden. Zoals een dove Bach kan
zingen, kan een blinde elke Apocalyps overleven. En toneel blijven spelen.
maandag 20 oktober 2014
zondag 5 oktober 2014
Nog een brief aan papa (bijna twintig maanden later*)
Lieve, lieve
papa,
Tja, ‘t blijkt toch
nodig te zijn hé, nog een brief. Want zolang ik hem niet schrijf, blijven mijn
ogen afdwalen van de stapel essays naar je doodsprentje. Zolang ik niet
schrijf, lijkt die bemoedigende, zachte glimlach meer op een grijns. Lijk je me
te zeggen wat ik weet, dat het gesuis in mijn oren niet over zal gaan, dat de
tranen zullen blijven komen, dat de onuitgesproken woorden zullen blijven stokken en dingen
vanbinnen openhalen omdat ik ze blokkeer. Tijd voor een brief dus.
Maar wat kan ik
je zeggen? Behalve dat er dingen gebeuren die ik online niet kan vertellen? En
dat die dingen zo diep gaan, dat ze niet alleen van mij lijken te zijn? Dat ik
me zo kwetsbaar voel, dat ik onder een ijzige sterrenhemel mijn blindheid wil
vergeten en misschien ook dat hart van mij? Maar dat ik tegelijkertijd in die
gevoeligheid de waarheid wil verkondigen en daar op het randje van waanzin
zeker over ben. Vooral, steeds beter beseffen: er zit niets anders op dan alles
doorleven. Eindeloos herhalen desnoods, tot je achterhoofd zingt dat het nu
echt de laatste keer was. Met je knieën door het slijk, met haperende vingers, met
je hoofd in de wolken. En tussendoor boeken lezen en weer huilen omdat je
zinnen leest als: “Mijn hele ik lag samengebald en sidderend vlak onder mijn huid.” Of: “De dood leunde met zijn magere lichaam op de vernielingen die zijn gedicht had aangericht en veegde zijn mes schoon aan mijn zout.”
(En ondertussen
vliegen er weer steeds meer motten door dit huis. Ik heb gelukkig een leermeesteres
die me zegt op tijd de lakens te verversen. En een idool.)
Natuurlijk kent
iedereen het universele, hoogstpersoonlijke. Daar hoeft niemand dood voor te
gaan. Doodziek zijn is genoeg. Of een baby voor het eerst in je armen houden, kwetsbaarder dan het spinnenweb op mijn balkon. Of op een dag vijftig keer
in de spiegel kijken. Je nog benarder voelen dan de vlieg die in het web
verstrikt raakte. Iedereen kent het.
Ik wilde een
brief aan de rusteloosheid schrijven. Wat een onzin. Het gaat niet om de
rusteloosheid, het zou gelogen zijn als ik hoop dat we ons minder rusteloos
gaan voelen. In het oog van de storm vind je die rust sowieso. Ik hoop op niks,
behalve op dat doorleven dus. En dat er iets is wat herkend wordt. Dat precies
dát erkend wordt. En vervolgens hoop biedt.
Ik mis je, papa.
Ik denk dat dát en niet je gewicht in Bounty-repen, voor mij de Wim Meeusen-prijs is, die de afgelopen maand voor de tweede maal in Bari uitgereikt
werd aan een beloftevolle econoom. Je zo verschrikkelijk missen. Simultaan met
anderen, wat het naast draaglijker nog doorleefder maakt.
KUS! Eén die
vonkt, vlamt en warm houdt.
Marie x
*en drie dagen
voor ik de Jezus-leeftijd bereik. Proest!
donderdag 2 oktober 2014
(aantekeningen bij) de vulkaan: anima animus magma lava
Atlasgebergte (scenery-wallpapers.com) |
Een vulkaan kent geen sluitingsuren en leidt men niet in twee alinea’s om de tuin. Een vulkaan is een landschap, een vulkaan is haar krater en al wat haar krater omvat. Een vulkaan van ijzer en vuur valt niet te blussen en kleurt de blauwste luchten rood. Een vulkaan verdraagt geen aantekeningen of gekrabbel in kantlijnen. Altijd draagt zij het onverwachte in haar mars. Een vulkaan ontbrandt en doet er het zwijgen toe. Een vulkaan doet ertoe.
In haar wordt rottende aarde klaargestoomd om kolkend nieuwe werelddelen te vormen. Als aardplaten schuiven, verstilt geraas tot smeulende as en wordt de vleeshandel gebeiteld in steen. Aanvaard, liefst vandaag nog: een vulkaan kent geen ras of huidskleur en overspoelt ook wie niet in haar kracht geloofde. Een man. Een vrouw. Ze smelten in haar samen, zij draagt hen en geeft hun dezelfde naam.
Abonneren op:
Posts (Atom)
Populaire berichten
-
Woord vooraf: Deze brief kreeg de meeste reacties ooit op Huiverinkt, maar nooit een antwoord van de geadresseerde. Uiteraard werd ik op Gee...
-
Bepakt met een tas vol poëzie verliet ik gisteren de pendelbus die me naar het festivalterrein van het uitverkochte Beyond-festival in...
-
Lieve papa, Je weet dat het voor mij niet moeilijk is om woorden te vinden. Wel om ze te schrappen. Wat vertel ik nu? Voor een...
-
Op mijn bureaublad staan twee gedichtenmappen: 'Klaar ofzo' en 'In progress'. Spijtig genoeg is de laatste map veel groter d...