vrijdag 11 april 2014

Voor een lenige pen en draaiende ringen

Het dreigt al twee uur te regenen. Of misschien wel langer. Ik legde in mijn slaap een uitgestrekte brug over de uren en vergat mijn droom. De hemel is grijs, de hemel is een bodem vol zaad van verandering. De kat heft haar kop, strekt haar nek en legt de snuit weer in haar vacht. We wachten af. 

Toen ik hem vroeg of hij een nieuwe relatie met de dood wilde beschrijven, draaide hij nerveus aan zijn trouwring. Het ging niet over de dood, antwoordde hij, maar over al die andere leugens die we niet doorzien. Het ging niet over de waarheid, dacht ik, maar toch was het schoon. Ik beet op mijn lip en mijn tanden kleurden rood. Achter mij vier rijen van gestifte lippen. Achter mij vier rijen literair geschoolde konten. De mannen knikten driftig ‘ja’ bij Faulkner en de tegenwoordige tijd. Dat kenden ze.

Ik krijg berichten van mijn vrouwen. Ik zoem straks op jouw oren in, tikken ze, als zij mijn buik gelezen heeft. We luisteren naar elkaars kraakbeen en jagen de vlinders aan, temmen de kraaien. We wachten op de regen die belooft te komen. De kat strekt haar nek en staart naar het luikje.

Geen opmerkingen:

Populaire berichten