· Houden van de man met wie ik krekelvinkte en die me de beren en het vuur in de hemel toonde.
· Als ik me wentel in het stof, zal het
sterrenstof zijn dat subtiel glimt en het oog op mijn hart nog zachter laat
kijken.
· Me door niemand het zwijgen laten
opleggen. Goed luisteren en ontdekken dat het stil is na de storm.
· Het glazuur van mijn schelp nog beter leren
strelen. Minder naar het spiegelscherm kijken.
· Nog meer houden van minder mensen. Van zij die onvermijdelijk of
onweerstaanbaar zijn. In die zuinigheid een ongekende overvloed tonen.
· Houden van de man die me op zijn schouders
droeg en die ik zo lang het kan overeind zal helpen.
· Mijn vrouwen van zachte zijde rond de hals
dragen en vallen. Geen sprookjesfiguren meer verzamelen.
· Respect hebben voor verhoudingen. Niet
trekken. Niet willen veranderen wie ik niet anders kan dan zijn.
· Minstens maandelijks in de natuur
wandelen. Luisteren naar de krekels en speuren naar het vuur en de beren.
· De woede het verdriet laten zijn. Niet
wachten op de slotzin maar bij elke nieuwe regel een nieuw begin verzinnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten