woensdag 30 januari 2013

Voodoo voor Gantman op de vooravond van Gedichtendag


Wat morgen komt, klinkt als messen
in de oren. Er steekt een snijdende wind op.
Hij legt zijn oor te luister en vreest.

(want de dichters die hij vacuüm wenste
houden hem roffelend uit zijn slaap)

Hij was bereid, dacht hij, om desnoods
door te bijten, met de tanden van een wolf.
Er kruipt een rilling langs zijn lijf.

(het zijn de dichters die hem in zijn nekvel bijten
en de afdruk verdomd trefzeker beschrijven)

Misschien zullen ze het aan hem ruiken.
Zelfs zonder haken is er een geurtje aan.
Als hij brood koopt, trillen zijn handen. 

(en de dichters zullen ’s nachts met handvaste pen
verder zijn keel toeknijpen)

Zelfs zijn poging in de maat te lopen
klinkt hol. Nochtans had hij braaf
trouw aan de moedertaal gezworen.

(Hoor – ze zingen… er ontsnappen
vogels uit hun buik) 

zaterdag 26 januari 2013

Voor de rusteloosheid die ik verdragen kan


Kijk – daar is een deurklink. Open maar. Het is:
een kwartslag pols, dimensie verder, een vinger op de ader.
Waar het om gaat. Een kus voor het slapengaan en
een duwtje om gekheid te overbruggen.

(Laten we lachen en praten. Tot alles een plaats krijgt
en toch niet meer klopt.)

En voor we het weten hebben we eindeloos veel leven
dat voor ons kroelt en borrelt en ons hopeloos verward lachen laat.
Er zijn planeten. Dat weten we generaties lang. En generaties.
Dat weten die planeten maar al te goed.

Ik haal je uit verhalen weg. Die grens blijft onbetreden.
Want uiteindelijk weet jij dat niet alles woorden is. Ritme.
En wat jij moet doen simpelweg leven is. 

vrijdag 25 januari 2013

Nog even





nog even voor er weer ruimte tussen wolken komt
en wind tussen de spaken en de eerste dag zonder jas
nog even voor het groen wordt zonder dat daar trucjes
voor nodig zijn

de lente kent de kneepjes wel
speels uitgedeeld
of zonder opsmuk weids uitgespreid
en vol van belofte zijn

Betelgeuze















(Voor B., nee G.)

Geen toverdrank met nasmaak ben jij,
noch belofte die bovendrijft tussen de netels.
Met jou hebben kabouters niets gemeen.

Je bent een ster. En wat voor één.

Genoemd door Alladin of een ander kruidig lijf.
De een beweert dat je in een handpalm valt af te lezen,
de ander dat je je in oksels verschuilt.

Jouw doorsnede toont zich in kwesties van tijd,
boogseconden, wat dan weer verband houdt
met de hoeken van de hemel.

Al is er vast een dichter, die nadat hij uit het stof
ontstond en het opstaan noemde,
en voordat hij maankrachtig ten onder ging

(door omhoog te willen vallen)

meer dan die hoeken in twijfel trok
en zelfs niet in supernova’s geloofde. 

maandag 21 januari 2013

Vijf jaar Huiverinkt


Vandaag wordt Huiverinkt vijf jaar. De vaste relatie met de inkt die door mijn bloed stroomt, is daarmee officieel langer dan de langste relatie met een sprookjesfiguur. Ik heb me in mijn vorige blogpost voorgenomen om geen sprookjesfiguren meer aan de collectie toe te voegen. Mijn sprookjeskat en ik hebben het al druk genoeg met alle wonderlijke en diepdroevige avonturen die we samen beleven. We zijn moe, de bosnimf en ik. Soms lopen we de muren op van al wat in ons hoofd draait en kantelt. We landen op harten, zodat de lucht eruit ontsnapt. Veel harten blijken immers luchtkastelen te zijn.

Wat kunnen we nog zeggen, op deze Blue Monday en tevens toepasselijk spiegelende dag? Dat we trots zijn, maar soms ook een beetje uitgepraat. Dat er het afgelopen jaar naast talisvrouwen ook een aantal wezens voorbij kwamen die ons zacht streelden, muziek speelden en het licht weer aandraaiden. Daar zijn we dankbaar voor. Maar minstens even talrijk waren de bedriegers, de verstoppers, de blinden en cyclopen die zich koning waanden. Hun verhalen waren zo omfloerst en zo aan elkaar gelijk, dat ik de moeite niet meer nam om ze neer te pennen. Dat was misschien wel anders in dit vijfde jaar Huiverinkt. Wat je verzwijgt, aan wie je spiegelend stilte geeft, verdwijnt ooit hopelijk vanzelf. Daarna wordt verontwaardiging misschien in ontroering omgezet.

Het komende jaar blijft het hier vooral stil. Laat je niet vangen door die geruisloosheid. De regen klettert genadeloos door. Ik zal af en toe wat druppels vangen, kom gerust af en toe schuilen. Ik warm de soep vast voor je op. Maar zwijg alsjeblieft als je niet weet wat zeggen. Ook van het luisteren naar de wind kunnen we wat leren. Ik zal je helpen vinden waar dit ooit begon. Samen zullen we andere klanken zoeken, andere schalen waarin we het kunnen rangschikken.

O ja, weten jullie na vijf jaar al dat ik muziek verstop achter de linkjes? En dat ik structureel deze verjaardag vier? 

woensdag 9 januari 2013

Tien goede voornemens en wat sterrengedachten


·      Houden van de man met wie ik krekelvinkte en die me de beren en het vuur in de hemel toonde.

·      Als ik me wentel in het stof, zal het sterrenstof zijn dat subtiel glimt en het oog op mijn hart nog zachter laat kijken.

·      Me door niemand het zwijgen laten opleggen. Goed luisteren en ontdekken dat het stil is na de storm.

·      Het glazuur van mijn schelp nog beter leren strelen. Minder naar het spiegelscherm kijken.

·      Nog meer houden van minder mensen.  Van zij die onvermijdelijk of onweerstaanbaar zijn. In die zuinigheid een ongekende overvloed tonen.

·      Houden van de man die me op zijn schouders droeg en die ik zo lang het kan overeind zal helpen.

·      Mijn vrouwen van zachte zijde rond de hals dragen en vallen. Geen sprookjesfiguren meer verzamelen.

·      Respect hebben voor verhoudingen. Niet trekken. Niet willen veranderen wie ik niet anders kan dan zijn.

·      Minstens maandelijks in de natuur wandelen. Luisteren naar de krekels en speuren naar het vuur en de beren.

·      De woede het verdriet laten zijn. Niet wachten op de slotzin maar bij elke nieuwe regel een nieuw begin verzinnen.

zondag 6 januari 2013

Zondagmiddagadvies


Als je ogen leeg zijn, lief, vul ze dan met vogels. Stop in je hoofd de schelpen die je zelf koos. In dit hart vol gaten is geen plek voor de ander. Die ander ontsnapt en maakt in zijn vlucht de gaten groter dan ze zijn.

Klim de berg op. Door je haar waait de zee. Op je hart rust een veer. De zachtheid brengt je overal. Laat bladeren opfladderen, draai met je vingers tot je de lijnen kent en uit het ongeduld muzieknoten klinken. Loop verder. Luister. Sta stil. Kijk omhoog en voel de hemel kraken. De zon schijnt nog een uur.

Populaire berichten