Ik heb het u gezegd. Dat het net de onzegbare dingen zijn
die blijven haken. De vertakkingen die tot in de tenen tintelen, de armen die
de berg omarmen, de schreeuw in het bos die we herkennen en die van binnenuit
lijkt te komen. Het lichaam in het bed, dat niet het onze is, maar wel bevreemdend
vertrouwd, warm en koud aanvoelt. De krop in de strot, de hand op het hart. Het
is al van u en u van mij. Nooit eerder zo vrij. Er resten ons nog twee dagen
zonder tijd.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Populaire berichten
-
Woord vooraf: Deze brief kreeg de meeste reacties ooit op Huiverinkt, maar nooit een antwoord van de geadresseerde. Uiteraard werd ik op Gee...
-
Bepakt met een tas vol poëzie verliet ik gisteren de pendelbus die me naar het festivalterrein van het uitverkochte Beyond-festival in...
-
Lieve papa, Je weet dat het voor mij niet moeilijk is om woorden te vinden. Wel om ze te schrappen. Wat vertel ik nu? Voor een...
-
Op mijn bureaublad staan twee gedichtenmappen: 'Klaar ofzo' en 'In progress'. Spijtig genoeg is de laatste map veel groter d...
1 opmerking:
die twee dagen zijn ook weer voorbij. zonder apocalyptische wereldbrand.
Dan maar winterslaap...
Een reactie posten