Beste Elio Di Rupo,
Ik schrijf u een brief om verschillende redenen. Ten eerste om u te vertellen dat u een sprankel trots in mij hebt opgewekt. Niet omdat u de eerste openlijke homoseksuele premier van Europa bent. En ook niet omdat u als één van de zeven kinderen van een arme, Italiaanse mijnwerker de ‘Belgian dream’ verwezenlijkt. Dat is knap, toegeven, maar die droom bestaat niet. Hij ontstaat hoogstens in uw handen.
Normaal gezien interesseren de privélevens van politici me weinig. Niet verwonderlijk, als wat je van die levens te zien krijgt vaak gereduceerd wordt tot een glimp van onbelangrijke platvloersheid. Het bezoekje aan een ‘gesellig’ dancefeest bijvoorbeeld, een betoog over de waarde van de Strangers of de beste samoeraisaus in de plaatselijke frituur. Ieder zijn zonden, maar sommige dingen moeten misschien niet gezegd worden.
Daarnet bekeek ik een interview, waarin u toch wat golven van uw persoonlijke woelwater laat zien. U vertelt hoe uw moeder, toen ze op jonge leeftijd weduwe werd, veertien jaar geen vlees heeft gegeten om haar kinderen zoveel mogelijk te geven. Hoe ze jarenlang in het zwart rouwde en daarna koos voor een donkerblauwe schakering. Om op feestdagen toch een beetje specialer dan anders te eten, sneed ze gesuikerde sandwiches doormidden en legde daar een laagje vanillesaus tussen. Wanneer de vermoeidheid toeslaat, grijpt u nog steeds naar vanillepudding.
Ik ben al weken moe. Ik ben zo moe, dat ik niet meer kan schrijven. Maar vanavond, toen ik u hoorde vertellen over die vanillesaus, borrelde er een brief op in mijn Belgenbuik... Misschien heb ik een zwak voor pezige Italianen. U doet mij een beetje denken aan een andere leuke Italiaan, Sandro Veronesi. Hij is ook een trotse, wat theatrale, maar bovenal eloquente en innemende man. En hij heeft oog voor het kleine. Een strikje staat hem vast ook. Zou het zo simpel zijn?
Nee, het gaat nog verder. U nam één avond mijn vermoeidheid weg, u liet mijn ledematen lachen en maakte mijn spieren rustig. Ik drink al maanden liters ‘slaapzacht’-thee, met een berenfamilie op de verpakking, maar het mag niet baten. Uw lichte tred hielp wel. Uw tegenstander maakt graag van een mug een olifant. Laat hem. Lees poëzie, tover dan uw mooiste Vlaams boven en bied hem een dik pak friet met samoeraisaus aan. Laat hem sudderen in zijn eigen vet.
Elio. Ik schrijf u omdat ik hoop dat u dit leest. Dat u begrijpt dat er Vlamingen zijn die wel in u geloven. En bovenal: dat u er zelf in gelooft. Probeer het – de hele rotzooi wat eerlijker en fijner maken. En ja, het regeerakkoord moet ik nog lezen. Het is niet ondenkbaar dat de berenthee het niet zal winnen van de verontwaardiging. Maar toch. Trap niet in mijn val. Wees niet te vaak boos, zoek de krachtige verontwaardiging en buig dat alles om tot hoop. Maak van die olifant weer een vlinder. En sla genoeg vanillesaus in.
Liefs,
Marie
donderdag 8 december 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Populaire berichten
-
Woord vooraf: Deze brief kreeg de meeste reacties ooit op Huiverinkt, maar nooit een antwoord van de geadresseerde. Uiteraard werd ik op Gee...
-
Bepakt met een tas vol poëzie verliet ik gisteren de pendelbus die me naar het festivalterrein van het uitverkochte Beyond-festival in...
-
Lieve papa, Je weet dat het voor mij niet moeilijk is om woorden te vinden. Wel om ze te schrappen. Wat vertel ik nu? Voor een...
-
Op mijn bureaublad staan twee gedichtenmappen: 'Klaar ofzo' en 'In progress'. Spijtig genoeg is de laatste map veel groter d...
3 opmerkingen:
Stuur je hem deze brief ook echt op?
Dat probeer ik. Ik ga zo snel mogelijk op zoek naar zijn e-mailadres. Eerst slapen.
Een prachtige brief.
Stuur hem maar echt op.
Elio kan wel wat aanmoedigingen van Vlaamse Belgen gebruiken.
Een reactie posten