Ik had vandaag achter Twitterschermen een gesprekje met een student. Hij vroeg om een cijfer, ik vertelde dat ik wat hij op zijn blog had geschreven over de beoordeling behoorlijk ongegrond vond. Een paar minuten later stuurden we de beste wensen naar elkaar. Toen kreeg ik dit bericht: ‘Daarnaast wil ik wel nog even kwijt dat ik het jammer vind dat je docent bent geworden en geen fulltime schrijfster of columniste. En dat is een compliment.’
In de uren die volgden op zijn bericht heb ik een lange brief geschreven. Ik heb zo’n drie uur nodig gehad om die brief te schrijven. Het resultaat is weinig poëtisch, omdat poëzie soms in de weg zit als je dingen duidelijk wil maken. De hele middag bleef de opmerking van de student in mijn maag zitten. Heeft hij gelijk? Kan ik dit als een compliment zien of voel ik me vooral betrapt? Waarom voel ik me betrapt?
Plots schrok ik. In mijn ooghoek verloor één orchidee een wit blaadje, dat zielloos op de vensterbank ging liggen. Er trilde iets in mijn hart. Ik vloekte en onderdrukte de neiging om de stomme plant kaal te plukken. Waarom? Deze bloem staat symbool voor alles wat nu niet aanvaard wordt, omdat het kwetsbaar is en geen ruimte kan krijgen. Niet van anderen, ook niet van mezelf. Sterker nog: de kwetsbaarheid wordt vervloekt als een lastig obstakel.
Want wat heb je aan een gevoelige bloem? Hoe je ook draait of keert – een mens blijft in de kern alleen. Sommigen schrijven die wijsheid op een tegeltje en hangen het op in de wc. Anderen weigeren zich hierbij neer te leggen en kiezen voor het onderwijs. Nooit veel geld, altijd een beetje idealisme. En in hun vrije tijd schrijven die enkelingen wat woorden op om de wereld te verbeteren, op grote en op kleine schaal. Gratis en voor niks een stukje ziel te koop. Er valt echt niets mee vrij te kopen.
Onderwijs en poëzie. Voor het eerst in zeven jaar tijd vind ik het surrogaten die me afleiden van waar ik dringend door moet. Nee, u hoort geen alarmbel. Ik weet zelf wel dat dit gevoel overwaait. Maar soms is het vreselijk vermoeiend om te merken dat je zelfs met je talenten geen verbinding met anderen kan leggen. Kortom: onder druk vind ik in geen van beide ‘disciplines’ rust. En dat ik in die periodes niet enkel slechter les geef, maar ook geen tijd maak om te schrijven, geeft me het gevoel dat ik een zwakke bedrieger ben. Terwijl ik tegelijkertijd ook niet geloof dat iets van beide langdurig soelaas kan bieden.
Akkoord, er zijn mannen die op basis van wat ik schrijf met me zouden willen trouwen - zonder dat ze me ooit ontmoet hebben. Dat weet ik, omdat ik af en toe mailtjes in mijn mailbox krijg. ‘Dat ik ze raak’, zeggen ze dan. En af en toe schrijf ik een brief die de illusie wekt dat woede op dezelfde manier gedeeld wordt. Of dat ontroering zo oprecht is, dat de wereld even een paar millimeter in de juiste richting opschuift. Doordat we samen duwen. Omdat we samen trekken.
En ja, soms geef je lessen waarin er tijd is om te praten en er op niks bespaard moet worden. En dan kom je jaren later een ex-leerling tegen, die je zegt dat hij of zij er nog vaak aan denkt. Aan dat ene gesprek of dat andere gedicht dat we lazen toen er buiten een storm woedde – weet je nog - of aan die vervelende opmerking die ik naar aanleiding van dat ene conflict maakte. En hoe dat iets gewijzigd heeft, een paar seconden in de klok van het leven.
Maar hoe kortstondig is dit alles. Een paar dagen geleden stond ik om half negen ’s ochtends tevergeefs aan een fietsslot te rammelen terwijl er boven een klas op me wachtte. Het was het tweede slot dat deze week besloot potdicht te roesten en dat zinloos wrikken vatte het allemaal zo mooi samen. Ik kreeg zin om op de spaken te trappen, ze tussen mijn tanden te slijpen, door de regen naar de andere kant van de stad te hollen en één van die spaken in een zeker mannenhart te steken.
Ik kreeg zin om in te storten, te huilen op de natte grond en niet op te houden tot mijn vader me op mijn schouder zou tikken. En me zou brengen naar een plek waar het muisstil is. Waar ik geen enkele taalregel hoef uit te leggen en geen woorden meer hoef te schrijven. Waar voor één moment alles zeker is.
Hier vind je de soundtrack van dit bericht.
vrijdag 23 december 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Populaire berichten
-
Woord vooraf: Deze brief kreeg de meeste reacties ooit op Huiverinkt, maar nooit een antwoord van de geadresseerde. Uiteraard werd ik op Gee...
-
Bepakt met een tas vol poëzie verliet ik gisteren de pendelbus die me naar het festivalterrein van het uitverkochte Beyond-festival in...
-
Lieve papa, Je weet dat het voor mij niet moeilijk is om woorden te vinden. Wel om ze te schrappen. Wat vertel ik nu? Voor een...
-
Op mijn bureaublad staan twee gedichtenmappen: 'Klaar ofzo' en 'In progress'. Spijtig genoeg is de laatste map veel groter d...
3 opmerkingen:
Al eens 'Nachttrein naar Lissabon' gelezen van Pascal Mercier?
Dat ben ik nu aan het lezen. Ben erin begonnen nadat dit tekstje af was.
Men kan het grondig eens of oneens met je zijn, 'wakker' ben je in elk geval.
Een reactie posten