Het huis naast het mijne is erg bijzonder. Op de eerste verdieping bevindt zich de Kamer voor ongelukkige Kindjes, slechts een flinterdunne muur gescheiden van mijn slaapkamer. Ik weet niet of er geesten onder de bedden wonen. Hoe het ook zij, het is de perfecte plek voor kleuters om een hele nacht door te janken. Aangezien mokerslagen op de muur waarschijnlijk de kindjes nog ongelukkiger zouden maken, luister ik ondertussen al anderhalf jaar geduldig naar het gehuil dat 's nachts door de muur dringt. Het klinkt zo dichtbij, dat ik al vaker dacht dat zo'n ongelukkig Kindje naast mij in bed ligt. Of dat ik zelf opnieuw zo'n kindje ben. De problemen van slapeloze kleuters zijn me helemaal niet vreemd.
Toen de vorige bewoners van het huis met de Kamer voor ongelukkige Kindjes naar andere oorden vertrokken, hoopte ik op stoere bewoners die alle eventuele geesten onder het bed vandaan zouden jagen. Groot was dus mijn vreugde toen bleek dat twee prille dertigers van het mannelijke geslacht het huis introkken. Enkele weken terug echter klonk er opnieuw gehuil, dat onmogelijk uit een mannelijke strot kan komen. En jawel hoor, één van die stoere ridders heeft twee kindjes, die opnieuw in de Kamer te slapen gelegd worden.
Om drie uur vannacht werd ik gewekt door een ritmisch 'papaaaaaaa'. Zo'n vijf seconden interval, steeds dezelfde intonatie en dat tot zes uur 's ochtends. Mijn biologisch klokje ging opmerkelijk trager tikken. Even overwoog ik om terug te roepen: 'Als je zo doorzeurt komt mijn papa. Hij is politieagent en jij mag zaterdag niet op mijn verjaardagsfeestje komen'. De eerste bewering is echter niet correct en de tweede wil ik liefst zo houden.
Het slechte nieuws is dat ik dus met zeer kleine oogjes naar mijn eerste werkdag trok. Op de Gentse Hogeschool ben ik immers sinds vandaag met twee collega's verantwoordelijk voor het uitbouwen van een taalbeleid. Dat ik daarbij ook deeltijds les mag geven, is helemaal super. Al gaat het over vakken die ik zelf even in het woordenboek moest opzoeken. Ook leuk is het feit dat m'n kersverse collega's echt wel leuk zijn. Elise blogt zelfs. What a coincidence.
De algemene windstilte op deze blog duidt naast een recente verslaving aan Facebook-spelletjes ook op een toevoer van voedsel voor de geest. En nieuwe ideeën, mogelijkheden, grotere projecten. Alles wat ik voorbarig uitspreek of neerschrijf, sterft doorgaans een stille dood. Dus nog eventjes snaveltjes toe.
woensdag 15 oktober 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Populaire berichten
-
Woord vooraf: Deze brief kreeg de meeste reacties ooit op Huiverinkt, maar nooit een antwoord van de geadresseerde. Uiteraard werd ik op Gee...
-
Bepakt met een tas vol poëzie verliet ik gisteren de pendelbus die me naar het festivalterrein van het uitverkochte Beyond-festival in...
-
Lieve papa, Je weet dat het voor mij niet moeilijk is om woorden te vinden. Wel om ze te schrappen. Wat vertel ik nu? Voor een...
-
Op mijn bureaublad staan twee gedichtenmappen: 'Klaar ofzo' en 'In progress'. Spijtig genoeg is de laatste map veel groter d...
5 opmerkingen:
Goed om te zien dat je nieuw, fijner werk hebt. Hopelijk blijf je nog af en toe een pennevrucht afleveren.
Je werk klinkt leuk, de situatie van de huilende kinderen echter beduidend minder
Niet teveel wakker liggen van huilende kindjes, nefast voor de werkvreugde:-)
Hup Marie-tis weekend, tijd om te schrijven/bloggen!
Misschien kan je stiekem een klein gaatje maken in de papieren muur, daar rol je dan snoepjes door, net zolang tot die twee kindjes zoo dik zijn dat ze de trap niet meer opkunnen en voortaan beneden moeten slapen...
Een reactie posten