Ik wou je in een gedicht steken –zo af en toe mag dat- maar bleef al hangen bij het werkwoord. Want steken klinkt zo agressief. Voor rollen ben je echter niet passief genoeg. Je brede schouders blijven bovendien tussen de kantlijnen steken en je buik eist meer dan de marge. Onder de paar blonde haren borrelt er wat. Opvouwen misschien? Kan ook niet, want je moet nog geschreven worden. Dat ik daar niet eerder aan dacht.
Moet ik je in papaverblaadjes plakken of wrijf ik je flanken in met ananassap? Stop ik je een ijsje in je hand, fris op de tong van een monter kind? Je ogen kan ik laten branden, niet als een donker dier, maar als een zonnestraal door een vergrootglas. Niemand staart zo sterk als jij. Maar het puntje dat stilaan op het blad onstaat kan ik dan weer niet snappen. Het leek zo klein en nietig, maar het ontvlamt zonder dat ik het volgen kan. En dat al bijna drie jaar. Ik weet het, hoe het als altijd bijna is, en daardoor helemaal.
Ach, mijn bezige bij, mijn streng wonder, mijn kleine Hollander. Doe het met dit sporadisch stotteren. Je legt mij nooit het zwijgen op, daar dien je niet voor. De stilte daalt vanzelf op mij neer en legt een warm laagje in mijn hart, het hart waarmee ik van je houden mag.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Populaire berichten
-
Woord vooraf: Deze brief kreeg de meeste reacties ooit op Huiverinkt, maar nooit een antwoord van de geadresseerde. Uiteraard werd ik op Gee...
-
Bepakt met een tas vol poëzie verliet ik gisteren de pendelbus die me naar het festivalterrein van het uitverkochte Beyond-festival in...
-
Lieve papa, Je weet dat het voor mij niet moeilijk is om woorden te vinden. Wel om ze te schrappen. Wat vertel ik nu? Voor een...
-
Op mijn bureaublad staan twee gedichtenmappen: 'Klaar ofzo' en 'In progress'. Spijtig genoeg is de laatste map veel groter d...
1 opmerking:
Ik vind dat toch mooi beschreven :-)
Een reactie posten