vrijdag 27 mei 2011

Het kansloos korstje - dertig jaar Brakke Grond


Aan de ontvangstbalie krijgen we allemaal een badge opgespeld. Een tweekleurig hartje. Zoek je lotgenoten in de massa, van elke soort zijn er vier exemplaren. D., de expat die, nadat ik hem zijn vreemd stemgedrag en hij mij mijn blogpost vergeven had zowat mijn beste vriend is geworden, drukt zijn sigaret uit. We betreden de eetzaal. Vrijwel meteen vindt D. de zielsverwanten die hem voor de gelegenheid opgedrongen worden. Twee mannen in maatpak, een Nederlander en een Brusselaar. Ze drukken hem enthousiast de hand. Ik kijk rond. Verderop staat een jongen beteuterd naar de grond te staren. Zijn gesprekspartner loopt naar buiten. Mijn oog valt op zijn hart. Blauw en geel! Enthousiast wijs ik hem op mijn badge. Nadat hij beaamd heeft dat we inderdaad dezelfde kleuren dragen, draait hij zich zonder iets te zeggen om en loopt weg. De mannen wenken amper zichtbaar. “Kom maar hier zitten,” grolt de ene. “We adopteren je wel.” Ik neem plaats.

Een halfuur later is de nieuwe voorzitster van de raad van bestuur aangeschoven. Ze blijft met een zakdoek haar neus vegen. De zakdoek wordt roder en roder. Ik gniffel. “Tja, ik heb een wondje op mijn neus,” zegt ze tussen oog en lippen door en ze blijft krampachtig over haar neus wrijven terwijl ze de politieke geschiedenis van het cultuurhuis uit de doeken doet. Ik luister een beetje, maar denk vooral aan hoe blij ik ben dat korstje niet te zijn. Zo’n kansloos bestaan. Maar tegelijkertijd besef ik dat ik weer de enige ben die zichtbaar gniffelt, met te veel wijn op. En hoe dat ervoor zorgt dat ik steeds struikel als ik ergens wil komen. Gelukkig heb ik niet uitgesproken hoe ik me heel goed in dat korstje kan verplaatsen.

Mijn Nederlandse tafelgenoot verklaart bij D66 te horen. “Links liberaal”, legt hij me geduldig uit. “Mossel noch vis” denk ik in stilte, maar ik zeg: “Alexander Pechtold komt best goed over in debatten.” Hij kijkt me enigszins verbluft aan. Tiens, een Belg die hier echt lijkt te wonen. De Brusselaar vult aan. Hij is CD&V’er. En verder is hij hier naar eigen zeggen om de ballon te doorprikken. Mocht dat nodig zijn, uiteraard. Maar bij die culturele instellingen moet je dat toch altijd goed checken, of ze wel even goed werk leveren als ze beweren. Zijn Nederlandse buurman knikt volmondig. Gelukkig is het aanbod hier heel groot in Amsterdam. En De Brakke Grond slaagt er al dertig jaar in om het beste uit Vlaanderen naar hier te brengen. Maar het brengen is één ding. Begeleiding in het verre Nederland is een andere kwestie. Ik kijk om me heen. Het is de eerste keer dat ik hier zoveel Vlamingen zie.

Later die avond kijken we naar een voorstelling over integratie en conflict. Het gaat vooral over Hongarije en Nederlands, maar voor de gelegenheid ook over België. Er wordt ons gevraagd om ons voor te stellen dat Nederland door water overspoeld wordt en dat alle Nederlanders naar Hongarije moeten verhuizen. Wat zouden de Nederlanders zeker mee moeten nemen? Wat red je uit een brandend huis? En wat zouden de Hongaren in die situatie kunnen leren van België, een land dat al zo lang twee, nee drie, of zelfs vier gemeenschappen huisvest? “Gewoon splitsen”, roept een grijze man. Misschien is hij wel één van de zestien parlementsleden die hier op hotel zijn. Zelfs het Vlaamse Belang is aanwezig - merk ik op Twitter. Om heel kritisch de gang van zaken in het Vlaamse cultuurhuis onder de loep nemen. Misschien is het tijd om nog een glas wijn te drinken met D. En met M., de Nederlandse fotografe die geen flauw benul heeft van wie ze eerder fotografeerde. Een oud-minister, een gefrustreerd Vlaams parlementslid, Geert Van Istendael, een laconieke Nederlander, een Arabierenbol of cuberdon, een droevige Belg.

1 opmerking:

Dirk Elst zei

Een mooi impressie. In ieder geval, bewaak kwaliteit van het sterke merk 'Vlaanderen';)

Dirk

Populaire berichten