Lieve Victor,
Je bent een week oud. Ook al zal het nog zo’n zes jaar duren voor jij zelf het eerste zinnetje van deze brief kan lezen, je krijgt nu al van je tante (tevens je meter of ‘talisvrouw’) een eerste brief. Brieven beleven in quarantainetijd een ware heropleving, ze worden met het puntje van de tong tussen de tanden en overlopende harten geschreven, vervolgens in woonzorgcentra en bij verre familieleden en diep gekoesterde jeugdvrienden bezorgd. Met brieven drukken we onze liefde uit, huilen we, verwerken we, geven we gebeurtenissen een plekje en mensen een naam. Jij bent Victor, mijn lieve, half-Boliviaanse neefje, Victor Castellon Meeusen. Victor de Tweede, die vernoemd werd naar zijn overgrootvader, of correcter nog: je kreeg de schuilnaam waaronder deze historische voorvader in de Tweede Wereldoorlog het Vlaamse verzet leidde.
Lieve Victor, de grenzen tussen Nederland en België zijn dicht, ik kan je niet ontmoeten, ik kan je verrimpelde vingertopjes niet indrukken, je bolle wangetjes niet aaien, ik kan niet voelen hoe hol je kleine onderrug is, niet weten hoe zacht je donkere donshaartjes ruiken. Ik kan je niet vlakbij mijn tepels houden, ik zal nooit weten of je in je eerste weken op deze aardbol zou proberen aan te happen, of mijn geur voor jouw piepkleine neusje vertrouwd genoeg zou zijn. Maar brieven schrijven kan ik gelukkig wel en doe ik met liefde, terwijl ik me voorstel hoe een postbode, met een mondkapje op en handschoenen aan, deze brief over een aantal dagen geruisloos door de splinternieuwe brievenbus in het pas geverfde huis in een nieuwbouwwijk op Linkeroever schuift.
Tijd is sowieso enorm relatief in coronatijd. Jij zit, samen met je mama en papa, in je moederland in een heel letterlijke kraamcocon, een ‘light lockdown’. Kraambezoek is niet welkom, omdat jou ontmoeten niet als reden voor essentiële verplaatsing wordt gezien. Als je hier in Nederland geboren zou zijn, zouden we je wel nog kunnen bezoeken, maar ook dan zouden we binnenshuis anderhalve meter afstand moeten houden, zowat de lengte van jouw kleine mama dus. Ze vergeeft me vast de artistieke vrijheid waarmee ik haar lengte drie centimeter naar beneden afrondde.
Victor, je bent in een heel bijzondere tijd geboren. Aan de kust bij Marseille duikelen vinvissen weer dartel om elkaar heen. Er zwemmen zwanen in de grachten van Venetië. Grote bergketens worden voor het eerst weer zichtbaar in wereldsteden die al generaties lang onder dikke smog bedolven worden. In een dierentuin in Hong Kong waar de beesten al een hele tijd geen bezoek meer krijgen, kruipen veertienjarige panda’s voor het eerst bronstig op elkaar. Water krijgt weer rust en ruimte, de lucht ademt weer. De maan en sterren worden zichtbaarder, je neefje noemde de bijna volle maan aan de hemel op de avond dat je - godinzijdank op natuurlijke wijze - geboren werd, naast ‘mooi’ ook ‘lief’. Je draagt zijn wollen rompertjes en ook al was hij bij geboorte wat voller dan jij, jullie lijken ook op elkaar. Al lijk jij een stuk meer te slapen. Blijf dat vooral doen. Je hebt een heel leuk en bijzonder neefje, maar hij hoeft echt niet voor de volle honderd procent je grote voorbeeld te worden.
Maar even terug naar de planeet die je uitkoos voor je geboorte. Vissen bevinden zich in rustiger vaarwater, de aardbol trilt, beeft en schudt minder, pottenkijkers verstoren het paargedrag van dieren dus niet meer en de absurditeit van fertiliteitstrajecten bij de door de mensheid bedreigde en gekooide diersoorten is niet de enige bizarre vervorming die onder het vergrootglas wordt gelegd. Hier vlakbij liggen de zeehonden te zonnen op het strand, de plannen om de verstorende en vervuilende F1-race in de prachtige duinen van Zandvoort te houden heeft het coronavirus gelukkig ook weggeblazen. Voetbalcompetities liggen stil, het Songfestival gaat niet door. Er worden veel meer boeken gelezen en katten worden gek van de vele vogels in de tuinen en de overdaad aan knuffels, nu hun baasjes en de kinderen niet langer naar het werk of naar school kunnen gaan.
Lieve Victor, natuurlijk gebeuren er ook enorm veel nare dingen. Maar wil ik die opsommen in de brief aan een kindje dat een week oud is? Nee, lieve schat. Jij groeide in ieder geval in de buik van een prachtige moeder en werd geboren in het oog van de storm, op een bijzonder scharnierpunt in de wereldgeschiedenis, dat in het huisje van je kraamtijd extra windstil aanvoelt. Op een maandag (net als je neefje), op zes april 2020 om 23:59, om één voor middernacht. Je versterkt daarmee de noodkreet van deze planeet, die ons vertelt dat het niet vijf, maar één voor twaalf is.
Als ik je eindelijk mag zien, zal jij al veel groter zijn en waarschijnlijk nog mooier. Ook de wereld zal veranderd zijn. Natuurlijk zijn er heel veel mensen die niet kunnen wachten tot alles weer bij het oude is. Maar het ‘oude’ kan niet meer vertrouwd voelen na deze lente. En dat zou ook zo’n zonde zijn, we kunnen beter diep herbezinnen met z’n allen en vervolgens nieuwe vormen vinden, nieuwe geluiden laten horen. Een nieuwe lente, een nieuw geluid, verandering is de enige constante… heel veel bekende citaten klinken relevanter dan ooit. Binnenkort leer je vast Rupsje Nooitgenoeg kennen. Hij at veel te veel en moest zich daarna muisstil houden in een witte cocon. Toen hij daaruit naar buitenbrak, had hij kleurrijke vleugels gekregen.
Ik kan niet wachten je te ontmoeten. Maar ik moet wachten en ik wil wachten. Want enkel groot verlies maakt ruimte voor vernieuwing, enkel vanuit enorme chaos wordt een nieuwe orde mogelijk. Die transformatie is nodig, liefje. Ik hoop dat je op mag groeien in een wereld waarin we voor de meest kwetsbare wezens zorgen, een wereld waarin we voelen hoe verbonden we met elkaar zijn en hoeveel verantwoordelijkheid we zelf kunnen dragen. Want elk hapje vlees is een keuze, elk vliegtuig dat we nemen, hadden we ook op de grond kunnen laten staan.
Maar met die keuzes hoef jij voorlopig nog niet bezig te zijn. Jij mag drinken, slapen, drinken, slapen, over een paar weken voor het eerst lachen. Dan weer drinken, slapen, drinken, slapen, even proberen je mooie hoofdje op te tillen. Dan weer drinken, slapen, drinken, slapen, tussendoor veel luiers volmaken en harten vullen. En heel veel liefde voelen. Veel meer hoef jij niet te doen.
Tot de volgende brief, mijn lieve Victor,
Je tante Marie
P.S. De foto van de bijna volle maan maakte ik tien minuten voor je geboren werd. Je ‘nonkel’ en ik zaten toen buiten in de tuin.
P.P.S. Je Boliviaanse opa maakt nu nog mooiere foto’s van Boliviaanse sterrenhemels. Uiteraard moet het voor jou mogelijk zijn om naar je vaderland te vliegen. Het is, zoals ik al schreef, vooral een kwestie waar wij - die al veel vlogen en met vraatzuchtig gedrag heel wat uit balans brachten - ons over moeten bezinnen.