zondag 23 juli 2017

Gedicht 147 van de Dagelijkse Gedichten (de Bizonbaai)
















147


De menselijke ingreep zorgt voor schilderachtige landschappen:
daar waar het zand werd gewonnen, het grind werd opgegraven
voor de bouw van nieuwbouwwijken, beukte het water door de dijk
en ontstonden wielen, plassen met wilde bloemen eromheen
daartussen Konikpaarden en Gallowayrunderen,
van subtiel beige tot diepwarm bruin.

Het lukt niet om vijventwintig meter afstand te houden van de grazers.
Integendeel, ik ontbloot mijn buik op de Bizonbaai
terwijl de beesten toekijken, we trekken gekke bekken
en omarmen het stukje natuur dat als een mooie voorbode
van de woeste bergen in het zuiden al onze zintuigen omarmt
en de verhalen in ons bovenhaalt.

dinsdag 18 juli 2017

Gedicht 120 van de Dagelijkse Gedichten (de eerste echo)

Vrienden, familie en zelfs vage Facebookkennissen zijn ondertussen op de hoogte van het heuglijke nieuws: Frank en ik zijn verloofd en verwachten een kindje. Het huwelijk vindt in oktober op Lesbos plaats en in januari 2018 verwelkomen we onze baby. Ondertussen schrijf ik nog steeds dagelijks een gedicht, vandaag alweer het honderdtweeënveertigste. Maar nu het nieuws van de daken geschreeuwd mag worden, kan ook de diepe vreugde van de laatste maanden gedeeld worden. Daarom een terugblik naar de dag van de eerste echo... gedicht 120.

Gedicht 120 

Liefje, toen ik je hartje razendsnel het mijne zag veroveren
werd ik stil en kon ik alleen maar naar je kijken.
Je vader zei achteraf dat hij geen contact met me kon maken,
maar ik voelde hem naast me, ook al bekeken we jou op andere schermen.
Ik zag hem in jou stromen, zoals ik jou al in zijn ogen zag
toen ik voor het eerst naakt voor hem stond
en wij elkaars naam nog niet wisten.

Namen zijn mooi meegenomen
maar niet nodig om te houden van.
Daar weet jij alles van,
en herinner je ons aan.

Kleintje, je leek wel bovenal een hart, een ritme,
een gulden snede in beginnend vlees en pompend bloed gegoten,
een hart met daaromheen een groot hoofd met een zichtbare kaaklijn en neus,
en ook twee beentjes en twee armpjes,
een van elk opgetrokken, het andere schopte, sloeg je pijlsnel voor je uit.
Misschien moet ik de illusie opgeven
dat er een zenmeester in mij groeit.

Je bent vandaag tweeënhalve centimeter, waarschijnlijk steek je morgen
de draak met de lengte van vandaag.
Nu ik dit schrijf, voel ik tranen prikken, vanochtend lachte mijn hart

en haalde ik diep adem, terwijl we je verwelkomden, opnieuw en opnieuw.

Populaire berichten