Gisterenavond woonde ik uiteindelijk de voorstelling van de bundel 'ik hier jij daar' bij, een samenwerking van de Nederlandse Anne Vegter en de Syrisch-Palestijnse dichter Ghayath Almadhoun. Ik ken geen enkele dichter die zo tastbaar en poëtisch, zo fijngevoelig en nietsontziend over geweld en trauma schrijft als Almadhoun. Het gedicht dat ik na afloop neerpende, publiceer ik voorlopig niet. Wat hij me tijdens het signeren vertelde, is immers aan hem om in woorden te gieten en zo met de wereld te delen.
Mijn gastland Nederland is de commotie rond Dodenherdenking een dag later al weer aan het wegdrinken op Bevrijdingsdag. Dit jaar lijkt het ritme van deze tweedaagse nog ongepaster dan anders. Ik bleef thuis en pak de eerste verhuisdozen in. Vier robuuste stoelen worden straks door een 'statushouder' opgehaald.
Sinds een aantal dagen duiken de overleden broer en zus van mijn Joodse grootmoeder in mijn gedichten op, ik noem ze 'okselkinderen', naar hun favoriete schuilplaats. Ze ontbraken in de droom die ik vannacht had. De taferelen zijn hen helaas niet vreemd.
068
Een lege stad tot
de hoogste nok gevuld met angst
en opgejaagd wild
dat over elkaar tuimelt.
Mijn zus en ik op
de vlucht. We hoorden stemmen
op vervallen
muren terugkaatsen en
door verlaten
gebouwen galmen:
'Ik krijg geld
terug van de belastingen',
'Op Canal
Digitaal alleen de spannendste thrillers'
'Stap de deur
niet uit in een ongestreken kledingstuk'
en andere echo's
die gek van onrust maakten,
cellofaan om het
verleden spanden;
klanken zonder prijskaartje,
vacuüm vervreemd.
Plots voor ons:
een muur die nog rechtstond, een schakelaar.
In de andere
stand hoorden we de botten kraken,
de bloedvergieten,
het brandende haar knisperen.
We knipperden en
knipperden maar er was geen weg
die voor ons uit
liep,
ook stilte
kapot ge
schoten
'ik hier jij daar' verscheen bij Uitgeverij Jurgen Maas, Amsterdam 2017
Uiteraard ten zeerste aanbevolen.