Dag lieve papa,
Deze woorden
tik ik in een Limburgs klankbad, de troubadour tokkelt op zijn gitaar, Frank zingt
mee in zijn taaltje van acht kilometer verderop en steekt ondertussen kaarsjes aan. Ik
schrijf je deze brief slechts een uur voor de vijftien gasten aankomen, want ik moest echt
even wat nieuwe woorden schrijven. Moedeloosheid bekroop me daarnet, toen ik
digitaal door mijn oeuvre van de laatste tien jaar bladerde, een samengeraapte
verzameling teksten waarvan het merendeel in vergeten mapjes belandde en een
fractie steeds opnieuw voorgelezen wordt. Weinig hoort nog echt bij mij, bij
wie ik nu ben, papa.
En als ik dit zo
opschrijf, besef ik dat ik voor het eerst sinds je dood vier jaar geleden echt
aan een nieuw hoofdstuk ben begonnen. Terwijl miljoenen mensen ter wereld zich
verenigen in de Women's Marches, kijk ik dankbaar om me heen, naar de tastbare gebaren
van liefde die in mijn leven kwamen van zodra ik écht besefte dat feminisme bij
de eigen haard begint. Ik begon met het trekken van grenzen naar anderen die me
vanuit onvermogen niet zien of respecteren, grenzen die al jarenlang in
krijtlijnen om mee heen stonden, maar nog nooit eerder rechtlijnig voor zichzelf
spraken. En van zodra ik dat deed, werd ik ten dans gevraagd door de meest
daadkrachtige, liefdevolle feminist die ik ooit ontmoette. Zijn twee ranke
puberdochters kwamen als extra verwarmend zonlicht met hem mee. Ik kan niet
anders dan zelf stralen, hier wordt duistere zwaarte als vanzelf aan de
winteravond gegeven.
Ik verhuis
binnenkort naar dit Haarlemse huis, papa, van zodra er een extra verdieping is gebouwd, en dat dat zo snel gebeurt, voelt
helemaal niet gek. Het voelt nu al als thuis, dit huis, al vergis ik me nog van
keukenlade en heeft mijn verwarde hoofd nog niet alle lichtschakelaars en
stopcontacten in kaart, mijn hart heeft zich hier al bij de eerste kennismaking
genesteld onder een dekentje, met een kruik en warme kop thee binnen handbereik.
Nee, de moedeloosheid die ik daarnet voelde toen ik naar geschikte teksten voor
vanavond zocht, is niet de emotie die bij 21 januari 2017 past.
Ik volg liever
de rode lijnen in de oude woorden, van geloof, hoop en liefde, woorden die me
traag maar gestaag leidden naar zelfrespect, en dan verder, naar de wederzijdse
liefde die deze avond vormgaf. Ze gaan nog veel verder, die lijnen, tot aan
grillige rotskusten op Griekse eilanden, waar aangespoelde kleuters en
ondergesneeuwde iglotentjes deel uitmaken van een bewust disfunctioneel afschrikbeleid.
Concreet gaat één lijn naar Lesbos, waar ik over twee weken heen ga, met mijn
lief, een handvol fantastische vrienden en collega's en elf studenten. We
zullen er samen complexere vraagstukken aanpakken terwijl we het letterlijk
broodnodige vrijwilligerswerk doen, omdat officiële instanties het menselijk
leed als afweermechanisme voor nieuwe vluchtelingen inzetten en hun eigen
nalatigheid vervolgens uitleggen met termen als 'politieke neutraliteit'. 'Wir
haben es nicht gewusst.' Zelfs als ik Duits kon, wil ik dit nooit zeggen als ik
terugblik op wat ik zelf deed toen deze enorme humanitaire crisis speelde. Ook het onvermogen bij het grote leed dat zo lang de bovenhand had en vaak door mijn woorden sijpelde, mag stilaan naar zo'n mapje dat het verleden documenteert.
Het
zwerfkattinnetje dat Frank uit Lesbos meenam en vervolgens op androgyne wijze omdoopte
tot Jimmy, zit terwijl ik schrijf in de badkamer te janken, opgesloten met wat eten en een
kattenbak. Ze mag mijn kousen niet kapot maken en laat zich trager civiliseren
dan de wilde liefde die sinds drie maanden in mijn leven is. Of ik zal het
juister zeggen: de liefde is nog steeds wild, maar laat zich beter dan de kat in
vertrouwde lepels leggen. Toen ik vannacht voor de derde nacht op rij een
nachtmerrie kreeg, waarin ook deze liefde een leugen leek, was er niet veel
nodig om wakker te worden. Ik opende mijn ogen even en zocht zijn warme schoot.
Als ik zeg dat ik me bij hem thuis voel, papa, dan bedoel ik ook echt 'thuis'.
De wijze, oude vrouw die in mij schuilt, neemt het kind, de dochter, bij de
hand. Samen voelen ze zich veilig, samen maken ze via dromen duidelijk welke
wonden ik nog moet verzorgen.
Wat is het de
voorbij jaren koud geweest, papa. Wat heb ik gehuild, pijn gehad. Ik ben boos
geweest, triest, woedend, radeloos. Ik ben over grenzen gegaan, steeds weer, en
nog een keer, maar nu voel ik me sterk, zelfs in momenten van uitputting voel
ik me sterker dan ooit. Zelfs tegen beter weten in, zelfs met een president aan
de macht die over vrouwen zegt 'grab them by the pussy'. Zelfs met een minister
voor ontwikkelingssamenwerking die bij vrieskou belooft om honderdduizend euro
extra naar de Griekse eilanden te sturen, een bedrag waarvan we met z'n
achttienen een vijfde hopen te verzamelen.
Nee, de zelfs
is een zeker. Zeker met dit alles, moet er liefde zijn. Kan je het zien, papa?
Hoe deze schreeuw om liefde door miljoenen wordt gevoeld? Hoe het ook klopt,
dat ik zo geknokt heb en dwars door alles heen ben blijven geloven dat deze
liefde mogelijk was? Omdat het niet mijn liefde is, niet de zijne. Het is
'zelfs' niet onze liefde, maar wel 'zeker' liefde die nog veel groter is.
Live 4 Love,
papa, Live & Die 4 Love
Live 4 LoveLesvos, y'all
Marie