En dat het er zo
mooi uitziet, zeggen ze. En dat ik het – misschien - nog mooier wil laten
lijken. Inderdaad, dat is klaar als helder water. Maar naast mooi mag het
vooral niets anders dan eerlijk zijn. Want daarin schuilt alles van waarde. Zoals
de berglucht die in mijn longen schuurt en naar nieuwe adem zoekt. Zoals het
verlangen dat langs de heuvels glijdt, dat zich nooit zomaar naast de ander
neer laat leggen. Zoals de wolken die in hun schuiven ruimte bieden.
De puzzel wordt
nog niet gelegd. Daar is de tafel te vol voor. Als je ons legt, begin dan met
de hoekjes. Na de scherpe randjes wordt het makkelijker. Vraag aan
kindervingers om je te helpen. Kijk naar de lijnen in je handpalm. Vraag me
wanneer ik eerder van mijn pad afweek. Strooi de kiezels onderweg. Speel
luchtgitaar. Laat verbeelding zegevieren over wat we kennen. Over waarmee we
elkaar opvullen en verdwijnen.
Dat ik het mooier
wil laten zijn. Misschien is dat klaar als water. Maar misschien is dat wat
liefde is. En zijn er geen beelden voor hoe jij het vlees zorgvuldig in kleine
stukjes sneed. Wat die aanblik met me deed. Van jou die sneed voor hem die nooit moest zoeken naar manieren om me te verteren.