Dag lieve papa,
‘Help de zee! Heb je al je eigen boodschappentas mee?’ Deze sticker plakt op één van de laatste verkeerslichten die ik onderweg naar de praktijkruimte tegenkom. Vandaag, negen jaar na je overlijden, trok de boodschap voor het eerst écht mijn aandacht. Ik glimlachte even, een moedeloze opwaartse beweging van de mondspieren. Dit is meer een dag van harde hagel dan van het waterzonnetje dat ijs laat smelten. Gisterenochtend is Rusland met grof geweld een oorlog in Oekraïne gestart. Omdat geen enkel woord wil rijmen op ‘oorlog’, zou de sticker die bij deze oorlog hoort misschien zo klinken: ‘Stop het oorlogsgeweld. Heb je al je centen voor inductiekookplaten geteld?’
Oorlog maakt machteloos. Het stelt meninkjes op scherp, we kissebissen over de juiste woorden en informatiebronnen, maar kunnen in de kern helemaal niks. We kunnen demonstreren voor vrede, profielfoto’s in de kleuren van de aangevallen vlag omlijsten, heftige documentaires kijken of juist onze ogen sluiten en kiezen voor een extra luchtige film voor het slapengaan. Misschien zijn er nog mensen die nadenken over de quasi ongebruikte slaapkamers in huis. Misschien zijn er anderen die zich schamen over een achtste Russisch bloed en die zich vervolgens schamen voor deze reductionistische gedachte. Misschien groeit de groep mensen die beseft dat wat de natuur nodig heeft, ook echt hetzelfde is wat de mensheid ten goede komt: een duurzame energietransitie. Ik hoop het.
We moeten zo snel mogelijk van het gas af, papa. Niet meer boren in Noorwegen of Groningen, geen giftige deals sluiten met een al even moordlustig Amerika en afhankelijk worden van hun ‘fracked gas’. Fucking gas. Fucking wereld. Fucking klotedood.
Je weet dat ik cijfers maar moeilijk vind, maar dat ze toch wat houvast bieden. Ik rouw al tellend, ondertussen negen jaar. De oorlog in Syrië begon in 2011, een paar maanden voor de neuroloog vertelde dat ALS je dood zou betekenen. En tja, de oorlog in Afghanistan: wanneer is die al begonnen? De Russen zaten er al toen jij nog broeken met olifantenpijpen droeg. En nee, die eindeloze oorlog is ook zeker niet voorbij.
Mijn zoontje was jouw eerste kleinzoon (er zijn er nu twee), zijn vader mijn grootste liefde sinds jouw dood (er is er, terugblikkend, maar één in mijn leven, maar dat is makkelijk praten achteraf en dus een vorm van geschiedvervalsing). Sinds je dood kwamen er drie nieuwe katten in ons huis – eentje ligt al onder de groene zoden in de achtertuin. Sinds jouw dood is dit de eerste oorlog die potentieel ongelofelijk veel groter kan worden en nog een stuk dichterbij kan komen. Sowieso wordt het de meest voelbare oorlog. En nee, Rutte, niet enkel in de portemonnee. Voelbaar in bestaanszekerheid maar ook in zingeving. Want in de eerste plaats en bovenal groeit de groeiende onvrede met deze wereld en haar vernietigende systemen. Het lijkt bijna oorlog in mijn hoofd. Zo hard knettert het, loodzwaar zinkt mijn hart.
Er is na negen jaar zoveel dat ik niet meer met je kan delen. Onze nieuwe meningsverschillen vechten we uit in mijn gedachten, hoogstens gemakzuchtig weergegeven op dit kille scherm. Maar gelukkig gebeuren er ook steeds vaker dingen waarvan ik denk: ‘wat fijn dat papa hiervan gespaard blijft’. De oprichting van Forum van Democratie, toen al actief tegenstander tijdens het Oekraïnereferendum (2015), de vluchtelingenstromen op de Middellandse Zee, de oranje bergen van slechte drenkelingsvestjes, de liefdesverklaring van John Cleese aan Bart De Wever (2019). Ja, er zijn gelukkig ook heel veel gebeurtenissen die je gemist hebt.
Vorige week trok je oudste kleinzoon aan de snorharen van Moon, onze jongste en meest speelse kat. Ik berispte hem en zei dat snorharen belangrijk zijn voor katten om hun evenwicht te bewaren. Twee dagen pulkte hij aan zijn prachtige, eindeloze wimpers. Toen ik hem wederom op de vingers tikte, antwoordde hij: ‘Ja, mama, ik weet het, ik heb mijn wimpers nodig om rechtop te blijven en niet om te vallen.’ Lange wimpers en snorharen, manieren om niet om te vallen, momenten om de ogen te sluiten en even weg te dromen. Ik wens ze de mensheid toe en vooral zij die nu in schuilkelders en metrostations nagelbijtend voor hun leven vrezen.
Ik geef je in gedachten een wimperkus. Je weet wel, een vederlichte streling van mijn wimpers tegen jouw magere, bebaarde en in de zomer olijfbruine wangen.
Ik mis je en hou van je.
Liefs, Marie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten