Lieve, liefste Ade,
Hoe kan de eerste alinea van een brief ter ere van je eerste
verjaardag klinken? Het ritme kan toch niet kloppen zonder de beginzinnen te
besteden aan de prachtige weerborstel op je kruin? Wat ik ook aan je wil
vertellen (en dat is véél!), mijn gedachten glijden steeds af naar de stromende
draaikolk die een groot deel van je hoofdhaar een paar cijfers verder de klok
opdraait voor de zwaartekracht er vat op krijgt. Met de klok mee, een kruintje
van de toekomst, met zwierig en licht krullend haar dat we goud noemen.
Die aanblik van je kruin is al een jaar mijn epicentrum, de eerste
maanden stonden er nog donshaartjes op. Toen zat er op je achterhoofd een kale
plek, maf genoeg, want je lag nooit graag op je rug en toen je op je drie
maanden kon rollen, lieten we je al op je buik slapen. Dat die kruin het absolute
centrum van mijn wereld is, mag stilaan veranderen, maar tegelijkertijd hoef ik
dat niet te forceren en help jij ook om dit levenslange proces van loslaten op
een natuurlijk tempo te laten gebeuren. Het levert nu je sinds kort twee dagen
per week naar de kinderopvang gaat tranen op, vooral bij jou en soms bij mij,
maar voorlopig geen trauma’s of gekke krampachtige spagaten.
Als ik de draaiende beweging van je haren volg, dan dwalen
mijn gedachten de laatste weken steeds vaker af naar wat er verder in de wereld
gebeurt, naast dat jij er al een jaar bent en dat ik je dolverliefde moeder mag
zijn. Dat gebeurt vanzelf. Ik heb nu vooral een goed geheugen voor de klimaatslogans
die de Belgische spijbelende jeugd al een paar donderdagen op rij in de
Brusselse straten scandeert en daar grinnik ik stil om, terwijl jij in slaap
valt. Ik lees weer vaker de kranten, volg het journaal niet langer enkel vanuit
mijn ooghoeken terwijl ik je voed, maar de woede om politieke gebeurtenissen
lijkt al een jaar lang beduidend flink getemd door hormonen en moederliefde en dat
is een vreemde gewaarwording voor iemand met zo’n grote honger naar nieuws. De
laatste tijd voel ik de ergernis en strijdlust samen met jouw exploratiedrang
groeien. Jij stapt bijna en ik ga weer aan het werk.
Jouw gevoel voor humor groeit ook: je schaterlacht als je
vader je kousenbroek op zijn hoofd zet tijdens het verschonen van je luier, als ik je
smakeloze speltwafel aan de kat aanbied die er snuivend haar snuit voor ophaalt
of als ik een mandarijnschil op haar rug leg waarmee ze enkele meters
rondwandelt voor die van haar vacht tuimelt. Ook schaterlachte je laatst toen
we samen televisie keken en Hakim van Sesamstraat nieuwe deuren toverde omdat de
sleutel in zijn hand niet op die ene deur paste, hoeveel hij ook morrelde en
trok. Dat is overigens een gouden levensles: als een sleutel niet past op een
deur, ga dan niet vruchteloos op zoek naar de juiste sleutel en probeer de deur al evenmin open te beuken. Maar verzin nieuwe deuren, andere wegen. Als het niet klopt,
dan klopt het niet. Als je je ergens niet welkom voelt, dan is het
hoogstwaarschijnlijk ook niet jouw thuis.
Deze brief voelt nog een beetje onwennig. Ik ben bedreven in
brieven aan de doden, en dan vooral die aan je opa, mijn papa, één van de drie
grootouders die je helaas enkel via verhalen zal leren kennen. Brieven aan
overledenen mogen immers ongegeneerd over jezelf gaan, want doden zijn bovenal
denkbeeldige spiegels, verguld met lijsten van talloze herinneringen. Maar
woorden aan zo’n springlevend leven, zulke nieuwsgierige oogjes die me
ongedwongen aankijken en bevragen, die zijn nieuw voor mij. Toch heb ik je al
eerder een brief geschreven, toen ik vorige winter nog hoopte dat je thuis in
het warme water van een bad geboren zou worden. Maar de
hypnobirthing-afspeellijst die ik samenstelde nadat we laat in de zwangerschap
nog verhuisden naar dit oude, sfeervolle huis dichtbij de duinen, die lijst die
dertig lange uren duurt, bleek een goede voorspeller van de uitputtingsslag die
jouw geboorte werd. Je bleef zwemmen, zag het absoluut niet zitten om met dat
prachtige kruintje van jou klem te zitten in mijn bekken en doordat je niet
indaalde en je hartje ook niet van kunstmatige weeënopwekkers hield, kwam je uiteindelijk
na honderden vergeefse weeën en twee lange nachten met een keizerlijke intrede ter
wereld, op 29 januari 2018, om half vijf in de ochtend.
Je beweeglijkheid was al voelbaar toen je in mijn buik zat
en dat je een krachtig kindje bent, wist ik ook al toen je nog in het vele
vruchtwater zwom en mij zeer regelmatig een flinke stamp gaf. Die explosieve
energie en je grote drang naar bewegingsvrijheid zijn tekenend voor je eerste
levensjaar. Je bent enorm nieuwsgierig en slapen vind je, zeker overdag, een
zinloos tijdverdrijf waartegen je je met elke vezel in je lijfje verzet. Naar
een slaapritme zijn we onophoudelijk op zoek en als we denken er één gevonden te
hebben, laat je mijn tepel los vlak voor de slaap je vangt en begin je een
opgewonden monoloog met alweer nieuwe klanken. De laatste weken roep ik weer
vaker je vader om hulp en je voelt je al van in het begin zo geborgen bij hem,
dat je ook na een jaar steeds weer lijkt te vergeten dat er uit zijn tepels
geen melk komt.
Gelukkig deel je niet alleen het geboorteuur met je moeder, maar
lijk je ook nu al een nachtraaf, je vindt het ook fijner om ’s avonds
wat langer op te blijven. De dagen dat je ervoor kiest om voor half acht weer
aan de dag te beginnen, zijn gelukkig zeldzaam, maar dit opschrijven werkt
misschien als een vloek. In de week van je eerste verjaardag was je vaak
opvallend vroeg wakker. Last van de doorkomende vijfde tand of gewoon goesting
in het leven? Ik weet het niet, maar als je iets meer en makkelijker zou
slapen, liefje, dan zou het leven nog zoveel leuker zijn. Want als Ade slaapt, dan wordt hij beter, als
lieve Ade slaapt, voelt hij zich goed. Ja, als Ade slaapt, dan groeien bloemen,
dan zingen sterren, dan ontstaan er vreugdevuren over de hele planeet. Dit en
duizenden variaties zing ik je al maanden in een verzonnen melodietje toe. Soms
helpt het en geef je je over aan de slaap, maar meestal strek je nog een keert
je nekje, alsof je wil kijken of er op het bed inderdaad bloemen groeien
terwijl je slaapt.
Ik was een eerste versie van deze brief begonnen tijdens het
late slaapje in je vaders armen op je verjaardag. We schonden die dag met plezier de regel dat
je een baby beter niet na half vijf laat slapen, omdat hij dan ’s avonds de
slaap niet vat. Op je verjaardag was het juist heel leuk dat je langer opbleef,
want je halfzussen en hun mama kwamen langs om je eerste verjaardag te vieren. We
zongen voor je en jij luisterde ademloos, met dezelfde intensiteit als waarmee
je kijkt naar je zusje die de sterren uit de hemel danst en onlangs tijdens een
eerste wedstrijd met haar groep meteen de eerste prijs wegkaapte. Dansen,
zingen, muziek luisteren: je vindt het prachtig en je voelt het absoluut als er
iets te vieren valt, zeker als jij die reden bent. Pas om half tien viel je in
slaap, met een buikje vol frietjes, appeltaart en een extra toetje, een
dessertje van moedermelk. Voor je eerste ‘echte’ verjaardagsfeest op zondag
deed je ’s middags een hazenslaapje, werd om twee uur wakker voor de eerste van
wel dertig gasten kwamen en vervolgens heb je urenlang genoten van al die
aandacht en cadeaus. Moedermelk interesseerde je niet, de olijven en aardbeien
en taart waren zoveel interessanter. Achter de bank staan nog steeds cadeautjes
te wachten op jouw gretige nieuwsgierigheid.
Op de nieuwe crèche kreeg je uiteraard een kroon op je
verjaardag. Tijden veranderen, maar simpele kinderkronen zien er al zoveel
generaties hetzelfde uit: een nietje in de band die om het hoofd spant en
daarop worden twee banen die elkaar kruisen vastgemaakt, in tweekleurig karton.
Als je wat ouder bent, zal je je kroon ook zelf mogen versieren. Ik hoop dat je
daar plezier aan zult beleven, want vingerverf vind je vooralsnog griezeliger
dan heel veel mensen bij elkaar - of Trump, Theo Francken of andere monsters op
televisie. De rechthoekige kleurtjes van was gooi je keihard op de grond. De sporen
die je achterlaat interesseren je vooralsnog beduidend minder dan de doelen die
je uitkiest en waar je met swingende heupjes en aan een indrukwekkend tempo op
afgaat. Gelukkig maar. Je toekomstgerichtheid en levenslust tonen zich gelukkig
ook in een huid die zich razendsnel herstelt. Op vier januari kreeg jij na een
slapeloze nacht waarin je al geteisterd werd door de buikgriep, hete thee over
je heen. Tweedegraadsbrandwonden lieten ons verschillende bezoekjes aan het
ziekenhuis en het brandwondencentrum brengen. Je interesse in lopen verdween
even snel als de smeltende sneeuw op straat en ook in eten had je geen trek.
Nooit eerder dit jaar ben ik zo dankbaar geweest dat ik nog borstvoeding geef
als de afgelopen maand, toen uitdroging een reëel risico was.
Jouw eerste levensjaar speelde zich af in een cocon, maar
het was evengoed een heftig jaar, met veel veranderingen en als er al een roze
wolk was, dan gingen we op die wolk aan een rotvaart ook een paar keer overkop.
Zes weken nadat je geboren was, stierf je oma, de mama van je papa, twee weken
nadat ze jou voor de eerste en enige keer ontmoet had. Het universum van een
demente tachtiger en een nieuwsgierige baby van vier weken leek tijdens die
ontmoeting hetzelfde. Jullie keken elkaar met open ogen aan en lachten
onophoudelijk. Zij keek naar je en vroeg me elke vijf minuten of het geen tijd
was om ‘haar’ nog eens aan de borst te leggen, terwijl ik je nog maar net
gevoed had. Het had geen zin te benadrukken dat je een piemeltje hebt, je was
die dag haar meisje, haar kleinste en vijftiende kleinkind.
Ik heb ongelofelijk veel bewondering voor de zachtheid
waarmee je vader afscheid van haar heeft genomen, voor de waardigheid waarmee
hij zijn verdriet draagt en met golven toelaat. Het overmeestert hem zelden en
als dat gebeurt, maakt het verdriet gracieuze tekeningen op zijn gezicht. De
elegantie maakt zijn pijn niet kleiner, wel zachter. Hij had al voor ze stierf
in liefde gevoeld dat het mooi was geweest, en dat hij als jongste van zeven
kinderen klaar was om wees te worden en zijn lieve moeder te laten gaan. We
hoorden van haar overlijden toen we net twee dagen op Malta waren, het eerste
reisje buiten je vaderland dat we met je maakten, zelfs voor het eerste bezoekje
aan je moederland met Pasen. We keerden meteen naar Nederland terug en je vader
verzorgde je oma, maakte haar samen met je tante voor de laatste keer mooi. Hij
trok op de uitvaart niet het trouwpak van zijn vorige huwelijk aan dat de
moeder van z’n dochters in alle haast per ongeluk had meegenomen, maar een
fleurig, kleurrijk hemd en helderblauwe broek. Hij zong ‘Geneet van ‘t laeve’
met Limburgse tongval terwijl de aanwezigen huilden en lachten en jij aan de
borst dronk.
Wat is er dit jaar nog gebeurd? We hebben in augustus de
hitte in Overveen verruild voor Japanse hitte en taifoens. Dat werd een heel
bijzondere en ook ambitieuze reis die zich niet in een alinea laat samenvatten.
Wat waren we blij dat je zo’n sociaal baby’tje bent en dat jij ervoor zorgde
dat we dagelijks kleine gesprekjes hadden met de ondoorgrondelijke Japanners.
Toen je zes maanden was, was je zo benieuwd naar al dat vreemde eten. Je
proefde naast rijst en peperdure, alvast geschilde appelkwartjes ook zeewier en
gember en dingen waarvan ik nu de naam niet meer kan herhalen. Ik was twee
maanden eerder, toen je vier maanden oud was, overigens enorm opgelucht dat je
nieuwsgierigheid het won van je gehechtheid aan de moederborst en je razend
geïnteresseerd was in worteltjes en avocado en ik eindelijk niet meer elke
negentig minuten je honger met mijn vermagerende lijf moest stillen. Maar ik
ben ook ijdel en klaag ook niet te luid, want op je eerste verjaardag droeg ik voor
het eerst in twintig jaar weer een broek in maatje 34.
Ik wilde deze brief aanvankelijk laten gaan over wat je mij
al geleerd hebt, want dat is zo ongelofelijk veel. Maar ik wil nog zoveel
andere dingen doen, lezen, schrijven, even tegen je vader aan te kruipen. Mag
het kort, mijn lieve Ade, dit slot van een brief die sowieso eindeloos is? Je
nodigt me uit om dicht bij mijn natuur te leven, ik ben het laatste jaar
bovenal een zoogdier geweest, dat overloopt van melk en liefde voor jou. Sinds
jij er bent, heb ik nog minder geduld met al het menselijk gekronkel dat ons
verder van deze natuur af probeert te brengen. Jouw recht op moedermelk stond
steeds voorop en ik voelde daarin veel steun van je lieve vader. Het heeft tot
een paar memorabele conflicten geleid, op de opleiding die ik dit jaar afrondde
en op de eerste crèche, waar de gekolfde melk in de koelkast bleef staan en ik
gevraagd werd om je uit het zicht van anderen te voeden, toen ik je na een
lange dag uitgehongerd aantrof. Je leert me voor onze band op te komen, je
leert me grenzen trekken en prioriteiten stellen. In een huis met twee
puberende meiden, met akelige nepnagels in de boekenkast en bierkroontjes op de
vloer na nachtelijke feestjes, is opvoeden een moeilijke evenwichtsoefening, zeker
als jij samen met je uitgaande zussen aan onze nachtrust knabbelt. Maar wat
groei je op in een warm huis, waar zoveel wordt gelachen, gedanst, gepraat,
geluisterd en gekoesterd.
Je leert me wat belangrijk is. En wat is dat anders dan
liefde? Niemand liet me ooit zo stilstaan bij de vraag wat ik wil doen in dit
leven, behalve dan houden van en koesteren. Nee, niet ‘behalve dan’. Jij stelt
mij door je komst telkens weer die vraag, hoe ik mijn leven zo kan leiden dat
ik bovenal kan houden van en koesteren. Mijn lieve Ade, gefeliciteerd. Je bent
een liefdesbaby, een zonnetje, een als waterman vermomde leeuw. Je bent
krachtig, grappig, schalks, nieuwsgierig, lief. Je kriebelt en aait me, je
daagt me uit en troost me, stelt me gerust. Je bent mijn lieve, lieve zoontje.
Drie dikke kussen en een vlinderkusje op je wang,
je mama Marie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten