Ade, liefje,
wat heb ik gedroomd van hoe je in water en een draaikolk van liefde,
uit mijn
vagina glijdt, hoe ik betoverd in je ogen kijk, jij in de mijne en hoe jij
vervolgens
op mijn buik gelegd wordt, mijn geur herkent en nadat je even huilt
kruipend
op zoek gaat naar mijn tepel – ik droomde wat de natuur bedoeld heeft.
Ik heb
ons ook verbeeld als twee spinnende poezen, jij een welp die op de savanne
uit mijn
dierlijk moederlijf glipt en tussen mijn warme poten zacht schoongelikt wordt.
Het
meest tastbare dat uit dit visioen geboren werd, is je mooie geboortekaart
en vooral je naam, lieve koninklijke Ade, kroon op onze liefde.
Je koos
echter voor de keizerlijke intrede, nadat je hartslag samen met je hoofd
alle
kanten op ging en je de synthetische weeënopwekkers maar niks vond.
Ik
doorstond voor jou het gesnauw van de anesthesist, overwon mijn angst
voor
verdoving en liet mijn buik dwars opensnijden om jou te kunnen ontmoeten.
Je weegt
bij geboorte drieduizendzeshonderd gram, je meet wel twee centimeter meer
dan ze
in het ziekenhuis denken: geen vijftig maar tweeënvijftig centimeter,
je
scoort één negen en twee tienen op je eerste testen, je wordt bij me weggehaald
terwijl
ze me dichtnaaien, ik zie nog net hoe je niet huilt als je rustig in je vaders
armen ligt.
Het
rillen van mijn verdoofde, vermoeide lijf houdt op als jij aan mijn tepels
wordt gelegd
en ik eindelijk
het lied van de oude geliefden uit mijn geboorteland voor je zing.
Ik heb
een filmpje nodig om dit moment weer terug te halen, maar nu weet ik het weer,
vanuit
het wolkige bewustzijn weet ik dat het klopt en dat jij, mijn zoon, beresterk
bent.
Ook weet
ik dat ik van je hou, dat je wonderlijk mooi bent en dat het vanaf nu
mijn
voornaamste taak is: je te zogen en van je te houden, steeds meer,
met een
onvoorwaardelijkheid die zich mag wortelen in jouw hart en het mijne,
want die
kloppen, lieve zoon, dat klopt.
Al snel
komen je zussen langs die soms half en vaker heel zullen voelen,
je
trotse extra tante Liesbeth, je volle tante, bomma en extra oma.
Ik voel mijn benen niet en blijf maar rillen, enkel jij, mijn liefje, kan mij
Ik voel mijn benen niet en blijf maar rillen, enkel jij, mijn liefje, kan mij
huid op
huid tot bedaren brengen, als je dichtbij me ligt, worden we rustig.
-->
Geen opmerkingen:
Een reactie posten