Ik ging vandaag
naar de slotdag van de World Press Photo tentoonstelling in de Nieuwe Kerk in Amsterdam.
Ik herinnerde me de felle misselijkheid waarmee ik tien jaar geleden een World Press Photo expositie in een Gents klooster had verlaten en had daarom met opzet niet veel
gegeten. En ja. Uitgemergelde Ebola-slachtoffers, lijkenzakken en onbeschermde doodgravers in West-Afrika. De schoolschriften en jurkjes van ontvoerde Nigeriaanse
schoolmeisjes. Het lijk van een inzittende van het neergeschoten vliegtuig MH17
dat door het dak van een Oekraïense slaapkamer was gestort. Uiteengerukte
kinderlichaampjes na een raketaanval in de Gaza-streek. Honderden vluchtelingen
op elkaar gepakt op een primitieve boot. Dat was allemaal 2014.
Hoewel, was het
2014? Het Ebola-virus maakt net als het Syrische geweld nog elke dag slachtoffers.
Net als vorig jaar heeft persaandacht meer met sensatie dan met bevechten van
onrecht te maken. De orang-oetan wordt nog steeds met uitsterven bedreigd.
Mensensmokkelaars verdienen ook dit jaar handenvol geld aan wanhopige massa’s.
En het filmpje waaruit blijkt dat zuurstoftekort onmiskenbaar de doodsoorzaak
van Eric Garner was, lijkt sterk op de beelden die ons deze week uit Den Haag
bereikten, waarin eenzelfde mishandeling door de politie werd aangetoond, met een
gelijkaardige dood tot gevolg.
De onmacht die ik
voel, is ongewijzigd. Hoewel. Na een hapje om mijn maag te kalmeren, schrijf ik
nu dit stukje. Dat deed ik tien jaar geleden niet. Deze woorden voegen niets
wezenlijks toe. Maar toch voelen ze als de hernieuwing van een belangrijke én pijnlijke
gelofte. Deze wereld gaat mij aan. Deze wereld kan ik op mijn manier veranderen,
al is het maar door onrecht te benoemen en te zorgen dat kanttekeningen ruimte
krijgen. Ik sprak deze week een studentenarts. Hij vond dat de Arubaanse Mitch
Henriquez maar ‘niet moest miepen’. Wie grapjes maakt over wapens, verdient het
om klappen te krijgen. De man was ‘vast onder invloed’ en de politie deed
gewoon haar taak.
Beste arts, u
verdiende een flinke tik op uw blanke, bange handen toen u mijn
verontwaardiging ter hoogte van mijn bovenarmen probeerde weg te strelen. Het
spijt me dat ik te verbouwereerd was om u die klap te geven. U verdient een
grote spiegel in uw praktijk. U verdient een stel gebeurtenissen die uw
vooroordelen op de proef stellen. Uw job verdient, net zoals elke andere noodzakelijke job, precisie en professionaliteit. Zoals de politie de vriend van iedereen zou
moeten zijn, moet u ook uw taak kennen. Genees wie u kan genezen, wars van vooroordelen, zelfingenomenheid of racisme. Ik zal vraagtekens blijven plaatsen. En Griekenland
verdedigt opnieuw de democratie. Dat de NEE gehoord mag worden. Ook NEE heeft
bestaansrecht. Net zoals wie niet langer kan ademen, nog steeds een stem verdient.
1 opmerking:
Nee, is niet fijn om te horen!
Maar het schept wel duidelijkheid en mogelijkheden voor een vervolg.
Instemmende groet,
Een reactie posten